maandag 22 augustus 2011

Pukkelpop

We schrijven maandag 22 augustus. Het is alweer 5 dagen geleden dat de ramp op Pukkelpop zich voltrok. Moet ik zeggen 'alweer' of 'nog maar'?
Ik begin er sinds gisteren in te slagen om het allemaal een plaats te geven. Echter de noodzaak die ik voel om er vandaag over te bloggen, bewijst dat het toch nog niet helemaal van mijn systeem is.

Wie er was, hoef ik niets te vertellen. Wie het op het nieuws of online heeft gezien in 1 van de vele zelfgemaakte filmpjes eigenlijk ook niet. Het was zoals het eruit zag. En toch ook weer niet. Zelf ben ik keer op keer verbaasd om de storm in alle hevigheid terug te zien op het scherm, hoewel ik er op dat moment middenin zat. Ik blijf kippenvel krijgen als ik mensen hoor getuigen, terwijl ik één van hen was. Het is surreëel, onbegrijpelijk en onvatbaar.
Misschien doe ik dit dan ook gewoon voor mezelf, om het af te sluiten, zo dat mogelijk is.

We vertrekken laat richting Pukkelpop. Gunther heeft nog gewerkt tot 16u en is me komen oppikken. We zetten meteen StuBru op om alvast een beetje de sfeer op te snuiven en horen 1 van de presentators zich verwonderen over hoe zwart het is geworden in Brussel, ze hopen dat die vieze lucht waar duidelijk water in hangt, niet richting de Pukkelpopweide trekt.
We kijken elkaar aan en zuchten. Het was nochtans de ganse dag prachtig weer geweest. Mijn vriendin Kathleen stuurde me eerder al smsjes dat het zweten was in Kiewit en dat ze in een luchtig zomerjurkje de weide optrok.
We arriveren als Skunk Anansie net op het podium staat. Rap parkeren, bandjes halen, spullen in de lockers steken, toiletbezoekje en dan... de eerste druppels. Verdomme!
Ik vloek omdat ik mijn regenlaarzen niet heb aangedaan en mijn jasje niet heb meegenomen. Ik wist nochtans beter maar mijn vrienden beweerden dat de paarse plastieken laarsjes echt niet konden. Ik zwichtte voor hun fashionstatement.
De druppels vallen al gelijk snel naar beneden en de lucht kleurt donkergrijs. Waar naartoe? De boiler of onder de zeilen van de dancestage buiten? Kathleen vind het gezelliger onder de zeilen. Dancestage it is. De dikke druppels maken dat ik ons drieën naar het midden van de tent loods, die in een mum van tijd op een veestapel lijkt. We lachen nog een beetje en verbazen ons over de lucht rechts van ons die plots zwart ziet. Het lijkt alsof de nacht valt over Pukkelpop.
We staan intussen in het midden van de tent maar blijkbaar is dat niet voldoende want de druppels zijn veranderd in slagregens die zowel van achter ons als van opzij meedogenloos naar binnen striemen en maken dat we in een mum van tijd doorweekt zijn tot op ons ondergoed. Het lachen is er nu wel een beetje vanaf. De wind die de druppels in twee richtingen naar binnen sloeg, neemt ook in hevigheid toe. Hier en daar roept er iemand. De zeilen gaan bol staan. Ik denk even aan het drama dat pas in Indianapolis gebeurde, waar 5 doden vielen door het instorten van een concertpodium, maar wis die gedachte echter meteen weer weg. Ver van mijn bed show. Te absurd om hier en nu realiteit te zijn. Toch?
Ik word echter hardhandig met de realiteit geconfronteerd door hagelbollen zo groot als pingpongballen, die de regendruppels in snel tempo hebben opgevolgd. Snel maar vooral hard en pijnlijk. Kathleen zit op de grond ineen gehurkt, net zoals een heel deel anderen. Ik durf niet, schrik dat er paniek zou ontstaan en ik vertrappel word. Ik was als kind heel erg onder de indruk van het Heizeldrama. Het laatste wat ik dus zal doen is hurken op een moment als dit. Ik neem gewoon de 'brace' positie aan. Met gebogen knieën en mijn handen in elkaar gevlochten op mijn hoofd, doorsta ik de storm terwijl de hagel genadeloos op mijn hoofd, armen en rug inbeukt. Zo hard dat ik blauwe plekken en bebloede knokkels verwacht, maar die blijven gelukkig uit. Het lijkt alsof ik niet echt in mijn lichaam zit. Ik blijf maar denken aan mijn meditatietraining van 2 jaar geleden in Thailand. Ik ben vastberaden geen paniek toe te laten maar accepteer dat dit iets is waar ik niets aan kan veranderen maar waar ik gewoon moet zien door te geraken. Dan kijk ik echter op en zie dat het achterste zeil begint door te hangen onder het gewicht van de neerslag en de kracht van de wind. Mensen roepen, huilen, ... Gunther heeft het ook gezien en reageert meteen. In paniek maar wel nuchter. 'Buiten!', roept hij. 'Naar buiten!'. Hij staat op en sleurt ons mee. Samen met een deel anderen die de ernst van de situatie hebben ingezien, duwen we ons een weg naar buiten, tegen de mensen die nog steeds van buiten naar binnen willen komen schuilen. Voorzichtig om niemand te laten vallen maar toch vastberaden. Even denk ik te weten hoe massahysterie voelt en dan breekt de colonne los. Lucht, ruimte, ... maar ook water, modder, chaos, ... We glijden en glibberen ons een weg door de weide, waar het zicht eerder beperkt is, en lopen meteen richting lockers. Deze zijn ook overdekt en daar schuilen we tot de regen afneemt.
Gunther vloekt. Hij is kletsnat en er is water in zijn gsm gekomen. Hij wil meteen terug naar de parking voor droge kleren. Kathleen en ik gaan een paar meter voor de lockers staan wachten. Pas dan zien we dat een stuk van het zeil van de dancestage volledig ingezakt is. We zien afgeknapte takken en stalen hekken die tegen de grond liggen. Het is een beetje raar want er lopen een paar huilende en roepende mensen tussen het volk maar de muziek in de boiler speelt nog als enige podium en er loopt een jongen met een vers stuk pizza voorbij. We vatten niet goed wat er juist gebeurd is, totdat we 1 van onze vrienden zien. Joris stond aan de achterste zijde van de dancestage. Hij zag het zeil naar beneden komen en heeft daarna twee mensen op de grond zien liggen. Hij dacht dat er eentje dood was en zegt dat de arm van de ander verbrijzeld is. Mijn hart slaat precies een slag over.
Andere getuigenissen volgen. Iemand die van de main komt, heeft een meisje onder een boom zien liggen met haar hoofd, een ander heeft iemand zien gereanimeerd worden, de chateau blijkt ingestort, er zouden nog meer doden zijn gevallen, enzovoort.
Mijn verstand kan er niet bij. Is dit echt gebeurd? Ik krijg kippenvel over gans mijn lijf en dat blijft zo gedurende de volgende uren.
Ik tracht Gunther te bereiken maar het netwerk is bezet. Ik besef dat ik beter thuis kan verwittigen maar tegen dat ik erin slaag om mijn zus te bellen, heb ik ook al een gemiste oproep van mijn vader, van een vriendin uit Leuven en van Gunther zijn zus. Heel de communicatie binnenin de weide ligt echter plat. Ik vraag aan Valerie om mama & papa te verwittigen en slaag erin om Gunther zijn zus naar hun ouders en broer te bellen om iedereen gerust te stellen. Pas dan begint het rondbellen en smssen naar alle vrienden. Is iedereen terecht? Iedereen ongedeerd? Wie missen we nog? Heeft er iemand nieuws van X of Y? En dat gaat zo nog uren door aangezien de traagte van het overbezette netwerk.
Ik besef pas na 1,5 uur dat Gunther zijn gsm misschien stuk is en we besluiten hem te gaan zoeken op de parking. Die beslissing blijkt de juiste. Zijn gsm is inderdaad kapot en ze lieten hem niet meer terug op de weide.
We keren terug naar onze vrienden die zich verzameld hebben aan de kerk van Kiewit. Ambulances rijden af en aan, van heinde en ver, zelfs het UZ Antwerpen is uitgerukt, horen we vallen. Intussen is er een massale opkomst van ongeruste ouders richting de wei en een nog grotere uittocht van jongeren uit de wei. Vooral ook van de camping die blijkbaar voor het grootste deel is ondergelopen. Ook daar zou naar het schijnt een slachtoffer zijn gevallen. Er wordt mij een pintje aangeboden. Het eerste pintje van Pukkelpop dit jaar. En het smaakt me niet eens. De vraag kruist me hoe ik een pintje kan staan drinken na een gebeurtenis als deze.
Ik voel ook enorm veel woede. Woede op de mensen die zo dronken of onder invloed zijn dat ze nog steeds staan te lachen en te dansen. Nochtans had ik op eender welk ander moment één van hen kunnen zijn. Kwaadheid op de mensen die ik openlijk hoor zeuren over het feit dat hun festival naar de kloten is, dat ze hopen dat de muziek rap terug begint, dat ze het koud hebben, dat hun schoenen voor de vuilbak zijn, ...
Ik heb zin om te schreeuwen: 'Er zijn mensen wiens laatste Pukkelpop dit is geweest! Fucking egoïsten!'

Ik besef pas later dat er op dat moment nog heel veel mensen van niets wisten of zich niet bewust waren van de ravage die de storm had aangericht. De puberzoon van een vriendin van me ging zelfs nog een nieuwe tent kopen nadat die van hem was weggewaaid.
Een vriend van Gunther belt ons de volgende dag op. Hij wil gaan feesten en zegt dat hij niet begrijpt waarom 60.000 mensen de gevolgen moeten dragen van 5 doden die zijn gevallen; waarom het festival niet gewoon kan doorgaan. Gunther beweert dat hij het niet in die zin bedoelt maar ik barst in woede uit.
Ik krijg het aan de stok met een kameraad op facebook omdat hij een opmerking maakt die bij mij in het verkeerde keelgat schiet. En ik heb bijna de ganse dag woorden met mijn eigen lief. Omdat hij vindt dat ik moet openstaan voor de meningen van anderen maar zich tegelijk afsluit van mij voor zijn eigen verwerkingsproces.

Ik ben blij als Chokri de beslissing neemt om morele redenen niet te laten doorgaan. Ik betuig hem mijn steun via facebook. Later hoor ik een vriend zeggen dat hij via via heeft gehoord dat het praktisch sowieso niet meer haalbaar was en dat dat eigenlijk de reden was. Ik weet niet meer wat ik moet geloven. Wat maakt het eigenlijk ook uit? Ik kan niet stoppen met het nieuws te kijken. Ga de krant kopen (wat ik anders nooit doe), zit elke 5 minuten op het internet om het verloop te volgen. Ik jaag me op in de journalisten die belachelijke vragen stellen aan de organisatie.
Je was er niet bij dus je moet zwijgen, denk ik. Iedereen die daar stond, wist dat er niemand of niets iets aan de situatie had kunnen doen. Ik durf zelfs te denken dat de schade nog meevalt, als ik nog een dag later het verloop van de windhoos en de schade die hij heeft toegebracht, zie op een luchtfoto in de krant. De kans dat dit gebeurde, op dit moment, lijkt me even groot als wanneer er een vliegtuig was neergestort.

Sommigen zeggen nu dat Pukkelpop geen toekomst meer heeft. Dat Pukkelpop nooit meer hetzelfde zal zijn. Ik bedenk dat Pukkelpop ooit heel klein begonnen is. Dat ze meer dan 25 jaar een succesvol, ongevalvrij festival hebben neergepoot waar zowel Belgische jongeren als buurlanden reikhalzend naar uit keken. (Ik tel bewust de zelfmoord van vorig jaar niet mee noch het hartinfarctvan de geluidstechnicus omdat ik beide niet vind thuishoren in de categorie 'ongeluk'). Ondanks de protesten die soms vielen dat het te duur werd of dat de affiche wat pover was, zakte iedereen telkens opnieuw naar de weide van Kiewit af. Naar Pukkelpop ga je immers niet alleen voor de muziek maar ook, en vooral, om de sfeer en om de helft van je vriendenkring van vroeger en nu tegen het lijf te lopen.

Misschien moeten we gewoon terug klein en integer beginnen. Alsof het terug de eerste keer is.







zondag 24 juli 2011

Zondag 24 juli

Man, man, een pakske moeilijker om van hieruit regelmatig te schrijven. Maar dat heeft natuurlijk ook veel te maken met het dat we hier veel meer on the move zijn dan dat we in Nepal waren ☺
We waren dus bij Brisbane aangeland. Ja, wat kan ik zeggen? Weeral een superstad!
Beeld je gewoon een rustige stad in à la Leuven (zonder studenten en met iets meer dertigers) maar dan langs het water gelegen en met een strand langs de kade.
Jaja, Antwerpen hoor ik er een paar al zeggen :). Maar de sfeer is anders. Echt relaxed. Je hebt helemaal geen stadsgevoel. Zoals we dat eigenlijk ook niet hadden in Sydney.
Voor een eerste kennismaking namen we de Citycat, een boot die de rivier ‘de Brisbane’ bevaart die rond de stad kronkelt. Erg ontspannend. We stapten af een eindje buiten de stad en wandelden toen het hele stuk terug zodat we ook te voet al een deel gezien hadden. Hoewel, dat was eigenlijk niet het allereerste dat we in Brisbane deden. We waren bij aankomst eerst naar de IMAX cinema gewandeld om tickets te halen voor de Harry Potter voorstelling om 18u ☺
We wisten dus gelijk waar naartoe toen ’s avonds alle winkels hun deuren dicht deden. We waren zelfs de allereerste om de zaal binnen te gaan die tegen het einde aan natuurlijk volledig uitverkocht was. Blij dat we dat gedaan hadden. Het bleek immers de beste 3D-voorstelling ooit!
Voor de rest hebben we dan eigenlijk niet veel meer gedaan in Brisbane, buiten dat ik een paar schoenen heb gekocht en we een koppel blonde Leffes, die eigenlijk niet eens zo heel lekker waren, zijn gaan drinken in het Belgian Beer Café.
Het probleem was dat we behoorlijk wat tijd verloren hadden door de Hunter Valley er bij te doen en een extra dag te blijven plakken in Shoal Bay waardoor we serieus achter liepen op schema dus er ging flink nog wat gereden moeten worden.
Dus dat deden we, we reden meteen door na 2 nachten in Brisbane en deden de volgende drie dagen een 1700 kilometer met overnachtingen in Rockhampton, Airlie Beach en Mission Beach (een aanrader overigens want compleet verlaten stranden), om uiteindelijk in Cairns aan te komen op de 19de.

Nu wil het toeval dat ik het magazine Delicious hier in Australië had gekocht (nvdr: een culinair magazine dat je ook in België vindt) en daar ongelooflijk interessante (lees: lekkere) dingen instonden over Port Douglas, een kuststadje op een uur rijden ten noorden van Cairns. We lazen ook dat je van daaruit perfect the Daintree Rainforest kon verkennen dus we besloten om Cairns gewoon even links te laten liggen en koers te zetten richting Port Douglas. En dan bleek een fantastisch goede beslissing!

Port Douglas was in één woord GEWELDIG! Voor de eerste keer hadden we echt het gevoel dat je normaal hebt als je op vakantie bent: strand, een azuurblauwe zee, palmbomen, iets van een 25 graden zon, puur genieten met andere woorden…
We togen meteen naar het strand en legden ons daar voor de eerste keer tijdens onze reis op ons gat in de zon.
We hadden ons ook voorgenomen om ons ’s avonds nog eens goed te laten gaan (na een aantal dagen kokerellen op het dubbel vuurtje in de camper) dus we hadden gereserveerd bij Harrisons, het duurste restaurant van de stad met een chef-kok die eerder al een Michelinster had verdiend in Londen. Het menu zag er alvast veelbelovend uit, de prijzen iets minder, met gerechten zoals: Hervey Bay scallops: marinated daikon, lime caramel, Vietnamese dressing, sesame brittle en Laquered Duck: margret breast, gorgonzola glazed Mareeba figs, pomme fondante, jasmine jus.

De gerechten klonken echter beter dan ze smaakten. Toch zeker de gelakte eend :S

We maakten de teleurstelling echter snel goed door de volgende avond nog eens te gaan eten maar deze keer in het Italiaanse restaurant Sassi: tagliatelli nero con gamberi: house made squid ink pasta with local prawns, basil, lemon, chilli, cherry tomatoes & a splash of white whine & cream en een liguine ai frutti di mare, gevolgd door twee crême brulées à la mangue met een pistachecrumble en amandelijs.
Mijn god, mijn god, weer een buitensporige luxe die we ons veroorloofden, en waar we hoogstwaarschijnlijk nog ff pijn van gaan hebben aan de portemonnee, maar wat een ongelooflijke zinnenstrelende proeverij was me dat!! Het maakte dat we Harissons op slag vergeten waren en we wensten dat we daar twee avonden op rij waren gaan eten!

(Om trouwens nog even iets duidelijk te maken: Ja, we weten dat we belachelijk veel geld hebben uitgegeven. De reis had een stuk goedkoper kunnen zijn als we een aantal dingen minder hadden gedaan en ons af en toe wat hadden ingehouden. En ja, we gaan waarschijnlijk boterhammen met choco moeten eten tot het einde van het jaar eens we terug thuis zijn but we wouldn’t care less. Ne mens leeft maar ene keer, laat het dan meteen goed zijn ;))

vrijdag 15 juli 2011

Zaterdag 16 juli

Na de walvistocht konden we eindelijk onze rit verder zetten. We hadden besloten om onze volgende stop in Bellingen te houden, een beetje terug het binnenland in. We hadden echter gelezen in onze gids dat het een hippiestadje was en dat intrigeerde ons wel. Spijtig genoeg was daar echter niets van te merken eens we daar waren. De horse & carriage tour die we ter plaatse dachten te doen, was zelfs al een jaar geleden afgeschaft. We verbleven echter wel op de vreemdste camping tot nu toe: de ‘showground’ van Bellingen. Het is me nog steeds niet helemaal duidelijk wat daar precies gebeurt maar het moet iets met paarden zijn. We verbleven maw langs een groot terrein dat er uitzag als een piste met een aantal stallen etc. Geen echte camping dus zoals ervoor maar er waren wel douches en toiletten dus meer hadden we niet nodig.
We hebben de rest van de dag dan ook niets meer speciaals gedaan, buiten door de hoofdstraat gewandeld, waar de gevels van de winkels er effectief nog uitzien zoals 200 jaar geleden. Het leek soms een beetje alsof je door een filmdecor wandelde! ☺
Onze volgende nacht brachten we op een camping in Byron Bay door maar daar kan ik ook zo goed als niets over zeggen want we liepen achter op schema dus moesten een beetje beginnen doorrijden. Wat we wél nog deden, was een aantal watervallen bezoeken op de route en we hielden halt bij The Crystal Castle. Een aangelegde tuin met kristallen en prachtige handgeschepte afbeeldingen van de Indische goden Vishnu, Ganesh, Laksmi, Buddha, … Even lekker genieten in de natuur. Hoewel natuur? We hadden eigenlijk nog niks anders gezien! ☺ Ik werd het op een bepaald moment zelfs kotsbeu dat Gunther zich aan het amuseren was met de 90 graden bochten door de regenwouden, die kilometerslang kronkelden achter elke 30 meter, waarvan je net niet wagenziek werd. Ik ben dan maar zelf achter het stuur gekropen for my part of the fun ☺

Zoals jullie lazen in de vorige blog, was het ook al een behoorlijk avontuur om effectief de ‘rug’ van een bultrug te zien te krijgen. Groot was dan ook onze verbazing toen we hoorden dat je ze op dezelfde afstand vanaf de kade kan zien in Point Danger in Coolangatta/Tweed Heads. Maar ik loop vooruit op de zaken.
Ik wilde kost wat kost tijdens onze trip Maike terugzien, mijn klasgenote van meer dan 10 jaar geleden in de hogeschool van Genk. Zij had een vijftal jaar geleden haar boeltje gepakt in Nederland en was naar Sydney getrokken voor werk. Ergens kort daarna kwam ze Caleb tegen, een ‘echte’ Aussie surf boy en het was dikke mik. Een tijd daarna verhuisde ze naar Caleb zijn stek in de buurt van Coolangatta en daar leven ze nu al een hele poos samen. Naar eigen zeggen zonder elektriciteit en bijgevolg zonder warm water, helemaal back to basics dus.
Anyway, op dit moment waren ze op het huis van Calebs moeder aan het passen dat dichter bij Coolangatta lag, dus spraken we daar af om iets te gaan eten.
Supergezellig, eerst een dikke pint in het Coolangatta Hotel en daarna een paar heerlijke sushi in de O’Sushi een paar meter verder. Het waren bijgevolg ook Maike en Caleb die ons wiste te vertellen dat we de volgende morgen naar Point Danger moesten gaan.
And so we did! Ontbijt in het café daar. Zag er beter uit als het smaakte for once en daarna zalig een uur lang over het water turen. En al dat wachten werd effectief beloond ook. We moeten zeker een 10-tal ‘spuiters’ hebben gezien. Hoewel de meeste wel nog zo waren dat je enkel het water zag opkomen, hebben we er toch nog eentje van even ver gezien als vanop de boot en zelfs een tweetal keer zien opspringen, wat echt fantastisch was. We zagen ook nog een dolfijn vanop een afstand dus dit was voor ons echt wel 1 van de hoogtepunten van de reis. Waar krijg je immers nog de kans op dieren écht in het wild te zien?

Vanaf Coolangatta zijn we dan verder gereden naar Brisbane. Eindelijk terug in een grote stad.

Zaterdag 16 juli

Na de walvistocht konden we eindelijk onze rit verder zetten. We hadden besloten om onze volgende stop in Bellingen te houden, een beetje terug het binnenland in. We hadden echter gelezen in onze gids dat het een hippiestadje was en dat intrigeerde ons wel. Spijtig genoeg was daar echter niets van te merken eens we daar waren. De horse & carriage tour die we ter plaatse dachten te doen, was zelfs al een jaar geleden afgeschaft. We verbleven echter wel op de vreemdste camping tot nu toe: de ‘showground’ van Bellingen. Het is me nog steeds niet helemaal duidelijk wat daar precies gebeurt maar het moet iets met paarden zijn. We verbleven maw langs een groot terrein dat er uitzag als een piste met een aantal stallen etc. Geen echte camping dus zoals ervoor maar er waren wel douches en toiletten dus meer hadden we niet nodig.
We hebben de rest van de dag dan ook niets meer speciaals gedaan, buiten door de hoofdstraat gewandeld, waar de gevels van de winkels er effectief nog uitzien zoals 200 jaar geleden. Het leek soms een beetje alsof je door een filmdecor wandelde! ☺
Onze volgende nacht brachten we op een camping in Byron Bay door maar daar kan ik ook zo goed als niets over zeggen want we liepen achter op schema dus moesten een beetje beginnen doorrijden. Wat we wél nog deden, was een aantal watervallen bezoeken op de route en we hielden halt bij The Crystal Castle. Een aangelegde tuin met kristallen en prachtige handgeschepte afbeeldingen van de Indische goden Vishnu, Ganesh, Laksmi, Buddha, … Even lekker genieten in de natuur. Hoewel natuur? We hadden eigenlijk nog niks anders gezien! ☺ Ik werd het op een bepaald moment zelfs kotsbeu dat Gunther zich aan het amuseren was met de 90 graden bochten door de regenwouden, die kilometerslang kronkelden achter elke 30 meter, waarvan je net niet wagenziek werd. Ik ben dan maar zelf achter het stuur gekropen for my part of the fun ☺

Zoals jullie lazen in de vorige blog, was het ook al een behoorlijk avontuur om effectief de ‘rug’ van een bultrug te zien te krijgen. Groot was dan ook onze verbazing toen we hoorden dat je ze op dezelfde afstand vanaf de kade kan zien in Point Danger in Coolangatta/Tweed Heads. Maar ik loop vooruit op de zaken.
Ik wilde kost wat kost tijdens onze trip Maike terugzien, mijn klasgenote van meer dan 10 jaar geleden in de hogeschool van Genk. Zij had een vijftal jaar geleden haar boeltje gepakt in Nederland en was naar Sydney getrokken voor werk. Ergens kort daarna kwam ze Caleb tegen, een ‘echte’ Aussie surf boy en het was dikke mik. Een tijd daarna verhuisde ze naar Caleb zijn stek in de buurt van Coolangatta en daar leven ze nu al een hele poos samen. Naar eigen zeggen zonder elektriciteit en bijgevolg zonder warm water, helemaal back to basics dus.
Anyway, op dit moment waren ze op het huis van Calebs moeder aan het passen dat dichter bij Coolangatta lag, dus spraken we daar af om iets te gaan eten.
Supergezellig, eerst een dikke pint in het Coolangatta Hotel en daarna een paar heerlijke sushi in de O’Sushi een paar meter verder. Het waren bijgevolg ook Maike en Caleb die ons wiste te vertellen dat we de volgende morgen naar Point Danger moesten gaan.
And so we did! Ontbijt in het café daar. Zag er beter uit als het smaakte for once en daarna zalig een uur lang over het water turen. En al dat wachten werd effectief beloond ook. We moeten zeker een 10-tal ‘spuiters’ hebben gezien. Hoewel de meeste wel nog zo waren dat je enkel het water zag opkomen, hebben we er toch nog eentje van even ver gezien als vanop de boot en zelfs een tweetal keer zien opspringen, wat echt fantastisch was. We zagen ook nog een dolfijn vanop een afstand dus dit was voor ons echt wel 1 van de hoogtepunten van de reis. Waar krijg je immers nog de kans op dieren écht in het wild te zien?

Vanaf Coolangatta zijn we dan verder gereden naar Brisbane. Eindelijk terug in een grote stad.

dinsdag 12 juli 2011

Maandag 11 juli

Eerst en vooral: gelukkige verjaardag mama! ☺
Het is alweer even geleden dat we geblogd hebben. Het is niet dat het niet makkelijk is (we hebben vaak genoeg campings met internet) maar we hebben natuurlijk een pak meer dingen te zien en te doen.
We hebben allebei nagenoeg geen ervaring met kamperen dus het is een behoorlijk avontuur en een dat ons wel aanstaat. Ik vind niets leuker dan ideeën te bedenken om de ultieme camper te ontwerpen. Gunther zegt dat ik dat dan maar moet doen maar het lijkt een beetje een gek idee. ☺

Onze eerste nacht hebben we in Katoomba in de Blue Mountains doorgebracht. De bergen heten zo omdat er een blauwe waas op hangt, wat heeft te maken met 1 of ander natuurkundig fenomeen.
De Blue Mountains zijn eigenlijk 1 uitgestrekt natuurdomein waar je ettelijke dagen in kan rondwandelen maar wij gingen gewoon even kijken naar de Katoomba Falls en namen The Three Sisters, drie rotsen die genoemd werden naar een oude Aboriginal legende die verhaalt over een man die zijn drie dochters liet omtoveren tot rotsen om hun eer te beschermen tegen een vijandige stam maar toen de stam weg trok was de tovenaar overleden en waren d emeidjes gedoemd om eeuwig als rotsen naast elkaar te staan. Ook jet uitzicht over de Jameson Valley met zijn door de zon belichte zandstenen kliffen is vrij spectaculair en je kan doorheen de vallei en over de boomtoppen heen glijden met een skylift.

We reden van daaruit door en hadden nog niet echt een idee waar we de volgende nacht zouden stoppen, toen we halt hielden in het Grey Gums Café, een wegcafé in Putty. De dame ter plaatse was bijzonder behulpzaam en vroeg ons of we naar The Hunter Valley gingen. Wij vroegen een beetje beschaamd wat dat dan wel was en zij vertelde dat deze streek 1 van de bekendste was in Australië voor oa. wijnmakerij.
Nu wil het lot dat ik nog geen half uur ervoor tegen Gunther had gezegd dat ik ook graag een wijngaard wilde bezoeken en lap, het lot antwoordde al ☺
We besloten dus de nacht door te brengen in Cessnock, midden in The Hunter valley, temidden van honderden wijngaarden, in alle formaten.
De plaats bleek zo een beetje het gastronomische walhalla van New South Wales te zijn (@ Inge Ooghe: dit is definitely de plaats waar je naar op zoek bent! ;))
We bezochten de Drayton winery, 1 van de oudste van de streek, daterend uit 1860 (vergeet niet dat het verleden van Australië niet zo ver terug gaat als dat van Europa!) en we kregen zowaar een persoonlijke toer van 1 van de managers doorheen de 2300 are grote wijngaard. In de Hunter Vallery hebben de wijnbouwers zich in de eerste plaats bekwaamd in Semillon en Chiraz, maar intussen begint ook de Chardonnay meer en meer zijn plaats te veroveren. We mochten alvast de verschillende soorten proeven en lieten ons dat graag welgevallen. Van daaruit besloten we door te rijden na The Cheese Makery, waar we ons een veel te dure pot mosterd kochten. Hij kostte maar liefst 15 AUS $ maar bleek met een mix van rozemarijn en look wel de lekkerste ooit te zijn en naar de Olive Mill Café voor een pot heerlijke homemade olives. Allemaal ideaal voor de kaasschotel die we gepland hadden voor onze lunch! ☺

Ook in de Olive Mill kregen we nog een kleine toer van de manager (wat een perskaart al niet kan doen hé! ;)) maar toen was het weer hoog tijd om door te trekken. We hadden van ons camperverhuurbedrijf Apollo de tip gekregen om naar Port Stephens te rijden. Een van de vakantieoorden van de mensen die in Sydney wonen, aangezien het maar op iets dan twee uur rijden ligt als je rechtstreeks rijdt (en niet zoals ons een omweggetje maakt via The Hunter Valley). Allemaal goed natuurlijk, ware het niet dat Port Stephens een hele range aan leuke baaitjes kent, waar je naartoe kan gaan: Anna Bay, Salamander Bay, Nelson Bay (hoofdstadje), Shoal Bay, … We kozen voor de laatste maar stopten eerst in Nelson Bay om info in te winnen over de whale tours die in deze streek zo populair zijn. Gunther had gelezen over Imagine, een ecologische tour operator dus daar hadden we onze zinnen op gezet. Helaas was deze vol geboekt en moesten we een dagje langer wachten dus betaalden we voor twee overnachtingen. Voor de eerste keer sinds onze aankomst in Australië besloten we totaal niets te doen. Het is te zeggen, in de voormiddag beklommen we de Taroomba heuvel met een bijna 360° zicht over de baai dat echt ongelooflijk is. We hoopten stiekem een walvis of een paar dolfijnen te zien omdat we van 1 van de gasten hadden gehoord dat die dat geluk de vorige dag gehad had.
Helaas was dat voor ons niet het geval dus legden we ons voor de rest van de dag te rusten in de camper (het was buiten helaas nog net te fris om te kunnen zonnebaden). ’s Avonds deden we nog een korte wandeling naar Nelson Bay en uiteindelijk besloten we nog eens ‘uit’ te gaan eten, nieuwsgierig als we waren naar de plaatselijke seafood platters.
Aangezien het zaterdag was, zat alles goed vol en belanden we uiteindelijk in een Italiaans restaurant in Shoal Bay. We dachten dat het maar zo zo ging zijn maar waren aangenaam verrast toen we de eerste keer Stella Artois tegenkwamen, na 2,5 maand zonder Stella een hele leuke apero dus ☺
We besloten ons een keer te laten gaan en opteerden voor de behoorlijk dure seafood platter for two (110 AUS $), een bord Toscaans brood met olijven en een fles Chardonnay uit natuurlijk… The Hunter Valley! ☺
And oh my God, wat een culinair festijn was me dat! We hebben gegeten tot we bijna naar buiten rolden! We kregen daar een immense schotel met verse oesters de dag zelf gevangen), kreeft, grote mosselen, gamba’s, heerlijk verse inktvis, venusschelpjes, … vergezeld van rijkelijk beboterde fetuccine. Man man man! Zelden in mijn leven zo onwaarschijnlijk goed gegeten!
Het kostte wel wat, dat gaan we niet ontkennen, maar het was zijn geld zo hard waard!

De volgende morgen zijn we dan op tijd opgestaan, ik met een lichte kater :S, voor onze walvistocht. Helaas kregen we een telefoontje dat die verzet was naar de namiddag omdat er een probleem was met de versnellingsbak. Dat gaf mij ook wat tijd om te herstellen met de hulp van een Dafalgan. We hadden echter ook al gevoeld dat er een stevige wind stond met als gevolg natuurlijk een woelige zee. Het stond ons niet helemaal aan om onder die omstandigheden te vertrekken, aangezien we allebei nogal een gevoelige maag hebben, maar we gooiden kop/munt en lieten het lot positief beslissen.
We hadden eerst nog een geweldige lunch van verse krab en scampi’s en megagrote frieten en pakten een Touristil als dessert ☺ Op naar de catamaran.
Het eerste stuk was ok omdat we met de golven meegingen, maar net dat deed me al vrezen voor de terugkeer. De stuurlui bleven maar roepen dat we 2 o’clock moesten kijken omdat er ‘big water’ aan het omhoog komen was en het waarschijnlijk ‘a male humpback’ was, maar niemand zag iets. Ik was al bang voor een herhaling van het Ijslandavontuur dat ik met Ken deelde, waarin we ook voor 3 uur op walvistocht vertrokken, niks zagen buiten een paar zeemeeuwen en ongeveer 2,5 uur misselijk over de reling doorbrachten. Het was 1 van de ergste ervaringen in mijn leven.

We tuurden dus over het water om iets te zien en ik was net aan het proberen mijn camera bij te stellen, toen ik vanuit mijn ooghoek iets groots uit het water zag komen en weer neervallen. Ik besefte niet meteen dat het een walvis was waar we naar keken dus ik was spijtig genoeg ook niet snel genoeg voor die foto. Ik heb dan alleen een paar foto’s van zijn rug kunnen nemen, want hij kwam niet meer omhoog en de zee werd té woelig om nog lang daar te blijven.
We togen dus terug naar de kust op een zeer onrustige zee. Het schip ging stevig tekeer en het water spatte alle kanten op waardoor aan iedereen werd gevraagd zich naar het achtersteven te begeven. Ik voelde op dat moment al dat het niet goed ging komen met mijn maag.
Verkleumd en lijkbleek zaten Gunther en ik als twee zielepootjes langs elkaar op de bank van het achterdek. Te mottig om elkaar nog maar aan te kijken. Gunther deed zijn best om zijn concentratie op de horizonlijn te houden maar voor mij was het al te laat. Twee zakjes had ik nodig om mijn volledige maaginhoud terug te geven. Daarna ging het wat beter maar ben ik toch gewoon blijven zitten tot we de haven binnenvoeren. En man, duurde dat lang!

dinsdag 5 juli 2011

Woensdag 6 juli

We zijn dus in Sydney. Jieeeehaaaaa! :) Het is gewoon een ongelooflijk gevoel te beseffen dat je werkelijk aan de andere kant van de wereld zit. Ik ben dan ook onwezenlijk dankbaar voor het feit dat ik deze kans krijg.

Nepal is voor het grootste deel al achter ons gelaten omdat we hier weer totaal onze ogen uitkijken. Ik ben tot nu toe crazy in live with Australia en we zijn nog maar 1 stad ver. Of ligt het alleen aan de stad misschien? Nochtans zegt iedereen dat het beste nog moet komen.

Ik weet ook niet waar het exact aan ligt want ik ben normal gezien totaal geen liefhebber van grootsteden.

Darling Harbour is geweldig. Het weer is eerder fris, het is tenslwotte winter hier ;), maar de zon schijnt de hele dag lang in een hemelsblauwe lucht.

Op de avond van aankomst hebben we niet veel gedaan want we waren vrij moe van de lange reis: 1,5 uur Kathmandu-Delhi), dan een 7-tal uur wachten in de luchthaven, dan 5 uur Delhi-Kuala Lumpur, 1 uur in luchthaven en nog eens 8 uur richting Sydney :S

We zijn dus eigenlijk gewoon Chinatown binnengewandeld, wat op een booscheut van ons hotel ligt, en zijn daar wat Chinees gaan eten :)

De volgende morgen zijn we rond Darling Harbour gewandeld en van daaruit door naar Sydney Bridge en The Opera House, dat op het eerste zicht kleiner leek dan we dachten...

Vervolgens hebben we gewoon wat zig zag door de stad gewandeld, langs het museum, de bibliotheek, doorheen Hyde Park,... De volgende dag hebben we het Sydney Wildlife Park bezocht, waar een krokodil van 5 meter zat. Ik geloofde eerst niet eens dat die echt was omdat die zo gigantisch was. En vervolgens Sydney Aquarium, waar een aantal ferme haaien zaten. We dededn ook nog een gegidste wandeling door The Rocks, het oudste gedeelte van Sydney en eigelijk dus ook de plaats van waaruit de eerste kolonies ontstonden, die bestonden uit Engelse gedeporteerde gevangenen. ’s Avonds zijn we naar de kapper gegaan, waar mijn haar nogmaals een stuk korter werden geknipt en toen zat het er weer op.

Gisterenmorgen hebben we een vroege ferry richting Taronga Zoo genomen. Een absolute aanrader trouwens omdat je dan echtveen keer d evolledige skyline van Sydney ziet, die ongelooflijk prachtig was.

Ons bezoek in de Zoo, die 2500 diersoorten herbergt en rees bestaat sinds 1919, werd voor een deel gegidst door Tom, een gepensioneerde politieagent die:)50 jaar geleden uit Ierland naar Australië was gekomen en nooit meer was teruggegaan J Hij was ronduit hilarisch en deed zijn job duidelijk met veel passie. We kwamen een pak te weten over de Australische wild life en zagen enkele zeer zeldzame dieren. Ik heb ook mijn eerste wallabee geaaid :)

Van Taronga pakten we in de vroege namiddag terug de ferry naar het mainland, waar we richting Royal Botanical gardens togen en nogmaals langs de andere kant van het Opera House terugkwamen, zodat we het nu uiteindelijk letterlijk langs alle kanten bekeken hebben.

Na de gardens sprongen we op de trein richting Newtown, een plaatsje op 15 minuten (maar nog steeds Sydney) dat ons werd aangeraden door onze kapster. Vooral geschikt voor second hand shopping, curiosa en boekenwinkels. Ik heb dan nog maar eens een extra kookboek gekocht. Ik heb er intussen al drie nieuwe :S n mijn koffer wordt er niet lichter op!

Ik was overigens fantastische botten tegengekomen die ik absoluut wilde hebben en die mij super stonden. Bruine UGGs met een pelske rond. Ik stond alleen nog te twijfelen omdat ze niet bepaald goedkoop waren, toen de verkoopster zei: ‘Yeah, but they’re from real fox’.

Byebye botten dus! Ik heb nog nooit zo erg moreel in tweestrijd gelegen maar ik moest hard zijn. Echte pels, neen dank u! :S

Van Newton pakten we opnieuw de trein maar deze ker naar Bondi Junction, met ee speciale missie. Eentje van persoonlijke aard en eentje om Jan te ontmoeten. Jan is een kennis uit Hasselt die al een viertal jaar in Sydney woont ondertussen. We hebben dan samen een pizaatje gegeten, zijn iets gaan drinken en hebben tot slot een stuk van Bondi Scenic Walk met hem gedaan in het pikkedonker. Magistraal om in donker langs de rotsen en de oceaan af te wandelen en door en pikzwart park. Echt een knappe belevenis.

Het was intussen 1 uur ’s nachts geworden dus namen we maar een taxi terug naar het hotel.

Inmiddels is mijn wederhelft ook wakker geworden en gaan we onze spullen terug inpakken omdat we sebiet aan onze roadtrip gaan beginnen: camper oppikken, eten inslaan en de coastal highway op. Ben benieuwd!

Het enige wat ik nu even met zekerheid weet is dat ik Sydney geweldig vind en dat het de eerste stad in mijn leven is, waar ik meteen voor een jaar zou willen gaan werken en leven. Ik vind het feit dat hier zoveel Aziatische invloeden zijn gewelidg, het weer is fantastisch, de mensen open en vriendelijk, de supermarkten hebben een ongelooflijk aanbod, … hier zijn ontzettend veel fantastische plaatsjes waar je rustig kan gaan zitten met een boekje: de Chinese garden of Friendship, de Royal Botanical Gardens, die overigens gigantisch zijn, Darling Harbour of Circular Quay, …

De locale markt in The Rocks is ontzettend nostalgisch, je kan hier 3 overheerlijke sushirrollen uithalen op straat voor slechts 5 AUS$, …

Noem maar op. Bovendien loopt hier zo'n bonte mix aan mensen. Van alle nationaliteiten en met alle mogelijke haarstijlen, kledingstijlen, leeftijden, ... je kan het zo gek niet vinden of je ziet het hier wel. Een beetje zoals Londen maar dan groter en toegankelijker...

Het is niet dat ik niet gelukkig ben in België, integendeel, maar dit is echt een levensstandaard die een flinke graad hoger ligt en aangenamer is. Ik kan geloven dat dier zoveel mensen naar toe immigreren!

Ik zou het dus onmiddellijk kunnen doen maar Gunther ziet het niet zo zitten :)

Aan de andere kant moet ik ook een beetje schoorvoetend toegeven dat ik niet met 100% weet of mijn euforie ook niet gewoon voortvloeit uit het feit dat we terug in de ‘beschaafde’ wereld zijn.

Mijn eerste caramel latte bij Starbucks was als de hemel die openging. Elke ademteug die ik hier binnenzoog een letterlijke ‘verademing’. En ik snapte maar niet hoe een grootstad als Sydney zo rustig kon zijn. Ik denk dat veel sowieso te maken heeft met het vergelijk met Nepal. Toen we hier de eerste dag waren, vroeg ik aan Gunther: Waarom is het hier zo aangenaam?

En die antwoordde, nuchter als altijd, ‘er is geen vervuiling en de auto’s toeteren niet’.

Toen pas besefte ik hoe zwaar Nepal effectief was geweest voor mijn zintuigen. En hoe mooi die twee maanden ook waren, ik besef nu meer dan eens dat ik in zo’n land niet zou kunnen leven. In Australië daarentegen… ;)

zondag 3 juli 2011

mijn engel!


Bij deze is het dus officieel bevestigd. Gunther is mijn aartsengel.
x