maandag 22 augustus 2011

Pukkelpop

We schrijven maandag 22 augustus. Het is alweer 5 dagen geleden dat de ramp op Pukkelpop zich voltrok. Moet ik zeggen 'alweer' of 'nog maar'?
Ik begin er sinds gisteren in te slagen om het allemaal een plaats te geven. Echter de noodzaak die ik voel om er vandaag over te bloggen, bewijst dat het toch nog niet helemaal van mijn systeem is.

Wie er was, hoef ik niets te vertellen. Wie het op het nieuws of online heeft gezien in 1 van de vele zelfgemaakte filmpjes eigenlijk ook niet. Het was zoals het eruit zag. En toch ook weer niet. Zelf ben ik keer op keer verbaasd om de storm in alle hevigheid terug te zien op het scherm, hoewel ik er op dat moment middenin zat. Ik blijf kippenvel krijgen als ik mensen hoor getuigen, terwijl ik één van hen was. Het is surreëel, onbegrijpelijk en onvatbaar.
Misschien doe ik dit dan ook gewoon voor mezelf, om het af te sluiten, zo dat mogelijk is.

We vertrekken laat richting Pukkelpop. Gunther heeft nog gewerkt tot 16u en is me komen oppikken. We zetten meteen StuBru op om alvast een beetje de sfeer op te snuiven en horen 1 van de presentators zich verwonderen over hoe zwart het is geworden in Brussel, ze hopen dat die vieze lucht waar duidelijk water in hangt, niet richting de Pukkelpopweide trekt.
We kijken elkaar aan en zuchten. Het was nochtans de ganse dag prachtig weer geweest. Mijn vriendin Kathleen stuurde me eerder al smsjes dat het zweten was in Kiewit en dat ze in een luchtig zomerjurkje de weide optrok.
We arriveren als Skunk Anansie net op het podium staat. Rap parkeren, bandjes halen, spullen in de lockers steken, toiletbezoekje en dan... de eerste druppels. Verdomme!
Ik vloek omdat ik mijn regenlaarzen niet heb aangedaan en mijn jasje niet heb meegenomen. Ik wist nochtans beter maar mijn vrienden beweerden dat de paarse plastieken laarsjes echt niet konden. Ik zwichtte voor hun fashionstatement.
De druppels vallen al gelijk snel naar beneden en de lucht kleurt donkergrijs. Waar naartoe? De boiler of onder de zeilen van de dancestage buiten? Kathleen vind het gezelliger onder de zeilen. Dancestage it is. De dikke druppels maken dat ik ons drieën naar het midden van de tent loods, die in een mum van tijd op een veestapel lijkt. We lachen nog een beetje en verbazen ons over de lucht rechts van ons die plots zwart ziet. Het lijkt alsof de nacht valt over Pukkelpop.
We staan intussen in het midden van de tent maar blijkbaar is dat niet voldoende want de druppels zijn veranderd in slagregens die zowel van achter ons als van opzij meedogenloos naar binnen striemen en maken dat we in een mum van tijd doorweekt zijn tot op ons ondergoed. Het lachen is er nu wel een beetje vanaf. De wind die de druppels in twee richtingen naar binnen sloeg, neemt ook in hevigheid toe. Hier en daar roept er iemand. De zeilen gaan bol staan. Ik denk even aan het drama dat pas in Indianapolis gebeurde, waar 5 doden vielen door het instorten van een concertpodium, maar wis die gedachte echter meteen weer weg. Ver van mijn bed show. Te absurd om hier en nu realiteit te zijn. Toch?
Ik word echter hardhandig met de realiteit geconfronteerd door hagelbollen zo groot als pingpongballen, die de regendruppels in snel tempo hebben opgevolgd. Snel maar vooral hard en pijnlijk. Kathleen zit op de grond ineen gehurkt, net zoals een heel deel anderen. Ik durf niet, schrik dat er paniek zou ontstaan en ik vertrappel word. Ik was als kind heel erg onder de indruk van het Heizeldrama. Het laatste wat ik dus zal doen is hurken op een moment als dit. Ik neem gewoon de 'brace' positie aan. Met gebogen knieën en mijn handen in elkaar gevlochten op mijn hoofd, doorsta ik de storm terwijl de hagel genadeloos op mijn hoofd, armen en rug inbeukt. Zo hard dat ik blauwe plekken en bebloede knokkels verwacht, maar die blijven gelukkig uit. Het lijkt alsof ik niet echt in mijn lichaam zit. Ik blijf maar denken aan mijn meditatietraining van 2 jaar geleden in Thailand. Ik ben vastberaden geen paniek toe te laten maar accepteer dat dit iets is waar ik niets aan kan veranderen maar waar ik gewoon moet zien door te geraken. Dan kijk ik echter op en zie dat het achterste zeil begint door te hangen onder het gewicht van de neerslag en de kracht van de wind. Mensen roepen, huilen, ... Gunther heeft het ook gezien en reageert meteen. In paniek maar wel nuchter. 'Buiten!', roept hij. 'Naar buiten!'. Hij staat op en sleurt ons mee. Samen met een deel anderen die de ernst van de situatie hebben ingezien, duwen we ons een weg naar buiten, tegen de mensen die nog steeds van buiten naar binnen willen komen schuilen. Voorzichtig om niemand te laten vallen maar toch vastberaden. Even denk ik te weten hoe massahysterie voelt en dan breekt de colonne los. Lucht, ruimte, ... maar ook water, modder, chaos, ... We glijden en glibberen ons een weg door de weide, waar het zicht eerder beperkt is, en lopen meteen richting lockers. Deze zijn ook overdekt en daar schuilen we tot de regen afneemt.
Gunther vloekt. Hij is kletsnat en er is water in zijn gsm gekomen. Hij wil meteen terug naar de parking voor droge kleren. Kathleen en ik gaan een paar meter voor de lockers staan wachten. Pas dan zien we dat een stuk van het zeil van de dancestage volledig ingezakt is. We zien afgeknapte takken en stalen hekken die tegen de grond liggen. Het is een beetje raar want er lopen een paar huilende en roepende mensen tussen het volk maar de muziek in de boiler speelt nog als enige podium en er loopt een jongen met een vers stuk pizza voorbij. We vatten niet goed wat er juist gebeurd is, totdat we 1 van onze vrienden zien. Joris stond aan de achterste zijde van de dancestage. Hij zag het zeil naar beneden komen en heeft daarna twee mensen op de grond zien liggen. Hij dacht dat er eentje dood was en zegt dat de arm van de ander verbrijzeld is. Mijn hart slaat precies een slag over.
Andere getuigenissen volgen. Iemand die van de main komt, heeft een meisje onder een boom zien liggen met haar hoofd, een ander heeft iemand zien gereanimeerd worden, de chateau blijkt ingestort, er zouden nog meer doden zijn gevallen, enzovoort.
Mijn verstand kan er niet bij. Is dit echt gebeurd? Ik krijg kippenvel over gans mijn lijf en dat blijft zo gedurende de volgende uren.
Ik tracht Gunther te bereiken maar het netwerk is bezet. Ik besef dat ik beter thuis kan verwittigen maar tegen dat ik erin slaag om mijn zus te bellen, heb ik ook al een gemiste oproep van mijn vader, van een vriendin uit Leuven en van Gunther zijn zus. Heel de communicatie binnenin de weide ligt echter plat. Ik vraag aan Valerie om mama & papa te verwittigen en slaag erin om Gunther zijn zus naar hun ouders en broer te bellen om iedereen gerust te stellen. Pas dan begint het rondbellen en smssen naar alle vrienden. Is iedereen terecht? Iedereen ongedeerd? Wie missen we nog? Heeft er iemand nieuws van X of Y? En dat gaat zo nog uren door aangezien de traagte van het overbezette netwerk.
Ik besef pas na 1,5 uur dat Gunther zijn gsm misschien stuk is en we besluiten hem te gaan zoeken op de parking. Die beslissing blijkt de juiste. Zijn gsm is inderdaad kapot en ze lieten hem niet meer terug op de weide.
We keren terug naar onze vrienden die zich verzameld hebben aan de kerk van Kiewit. Ambulances rijden af en aan, van heinde en ver, zelfs het UZ Antwerpen is uitgerukt, horen we vallen. Intussen is er een massale opkomst van ongeruste ouders richting de wei en een nog grotere uittocht van jongeren uit de wei. Vooral ook van de camping die blijkbaar voor het grootste deel is ondergelopen. Ook daar zou naar het schijnt een slachtoffer zijn gevallen. Er wordt mij een pintje aangeboden. Het eerste pintje van Pukkelpop dit jaar. En het smaakt me niet eens. De vraag kruist me hoe ik een pintje kan staan drinken na een gebeurtenis als deze.
Ik voel ook enorm veel woede. Woede op de mensen die zo dronken of onder invloed zijn dat ze nog steeds staan te lachen en te dansen. Nochtans had ik op eender welk ander moment één van hen kunnen zijn. Kwaadheid op de mensen die ik openlijk hoor zeuren over het feit dat hun festival naar de kloten is, dat ze hopen dat de muziek rap terug begint, dat ze het koud hebben, dat hun schoenen voor de vuilbak zijn, ...
Ik heb zin om te schreeuwen: 'Er zijn mensen wiens laatste Pukkelpop dit is geweest! Fucking egoïsten!'

Ik besef pas later dat er op dat moment nog heel veel mensen van niets wisten of zich niet bewust waren van de ravage die de storm had aangericht. De puberzoon van een vriendin van me ging zelfs nog een nieuwe tent kopen nadat die van hem was weggewaaid.
Een vriend van Gunther belt ons de volgende dag op. Hij wil gaan feesten en zegt dat hij niet begrijpt waarom 60.000 mensen de gevolgen moeten dragen van 5 doden die zijn gevallen; waarom het festival niet gewoon kan doorgaan. Gunther beweert dat hij het niet in die zin bedoelt maar ik barst in woede uit.
Ik krijg het aan de stok met een kameraad op facebook omdat hij een opmerking maakt die bij mij in het verkeerde keelgat schiet. En ik heb bijna de ganse dag woorden met mijn eigen lief. Omdat hij vindt dat ik moet openstaan voor de meningen van anderen maar zich tegelijk afsluit van mij voor zijn eigen verwerkingsproces.

Ik ben blij als Chokri de beslissing neemt om morele redenen niet te laten doorgaan. Ik betuig hem mijn steun via facebook. Later hoor ik een vriend zeggen dat hij via via heeft gehoord dat het praktisch sowieso niet meer haalbaar was en dat dat eigenlijk de reden was. Ik weet niet meer wat ik moet geloven. Wat maakt het eigenlijk ook uit? Ik kan niet stoppen met het nieuws te kijken. Ga de krant kopen (wat ik anders nooit doe), zit elke 5 minuten op het internet om het verloop te volgen. Ik jaag me op in de journalisten die belachelijke vragen stellen aan de organisatie.
Je was er niet bij dus je moet zwijgen, denk ik. Iedereen die daar stond, wist dat er niemand of niets iets aan de situatie had kunnen doen. Ik durf zelfs te denken dat de schade nog meevalt, als ik nog een dag later het verloop van de windhoos en de schade die hij heeft toegebracht, zie op een luchtfoto in de krant. De kans dat dit gebeurde, op dit moment, lijkt me even groot als wanneer er een vliegtuig was neergestort.

Sommigen zeggen nu dat Pukkelpop geen toekomst meer heeft. Dat Pukkelpop nooit meer hetzelfde zal zijn. Ik bedenk dat Pukkelpop ooit heel klein begonnen is. Dat ze meer dan 25 jaar een succesvol, ongevalvrij festival hebben neergepoot waar zowel Belgische jongeren als buurlanden reikhalzend naar uit keken. (Ik tel bewust de zelfmoord van vorig jaar niet mee noch het hartinfarctvan de geluidstechnicus omdat ik beide niet vind thuishoren in de categorie 'ongeluk'). Ondanks de protesten die soms vielen dat het te duur werd of dat de affiche wat pover was, zakte iedereen telkens opnieuw naar de weide van Kiewit af. Naar Pukkelpop ga je immers niet alleen voor de muziek maar ook, en vooral, om de sfeer en om de helft van je vriendenkring van vroeger en nu tegen het lijf te lopen.

Misschien moeten we gewoon terug klein en integer beginnen. Alsof het terug de eerste keer is.