maandag 22 augustus 2011

Pukkelpop

We schrijven maandag 22 augustus. Het is alweer 5 dagen geleden dat de ramp op Pukkelpop zich voltrok. Moet ik zeggen 'alweer' of 'nog maar'?
Ik begin er sinds gisteren in te slagen om het allemaal een plaats te geven. Echter de noodzaak die ik voel om er vandaag over te bloggen, bewijst dat het toch nog niet helemaal van mijn systeem is.

Wie er was, hoef ik niets te vertellen. Wie het op het nieuws of online heeft gezien in 1 van de vele zelfgemaakte filmpjes eigenlijk ook niet. Het was zoals het eruit zag. En toch ook weer niet. Zelf ben ik keer op keer verbaasd om de storm in alle hevigheid terug te zien op het scherm, hoewel ik er op dat moment middenin zat. Ik blijf kippenvel krijgen als ik mensen hoor getuigen, terwijl ik één van hen was. Het is surreëel, onbegrijpelijk en onvatbaar.
Misschien doe ik dit dan ook gewoon voor mezelf, om het af te sluiten, zo dat mogelijk is.

We vertrekken laat richting Pukkelpop. Gunther heeft nog gewerkt tot 16u en is me komen oppikken. We zetten meteen StuBru op om alvast een beetje de sfeer op te snuiven en horen 1 van de presentators zich verwonderen over hoe zwart het is geworden in Brussel, ze hopen dat die vieze lucht waar duidelijk water in hangt, niet richting de Pukkelpopweide trekt.
We kijken elkaar aan en zuchten. Het was nochtans de ganse dag prachtig weer geweest. Mijn vriendin Kathleen stuurde me eerder al smsjes dat het zweten was in Kiewit en dat ze in een luchtig zomerjurkje de weide optrok.
We arriveren als Skunk Anansie net op het podium staat. Rap parkeren, bandjes halen, spullen in de lockers steken, toiletbezoekje en dan... de eerste druppels. Verdomme!
Ik vloek omdat ik mijn regenlaarzen niet heb aangedaan en mijn jasje niet heb meegenomen. Ik wist nochtans beter maar mijn vrienden beweerden dat de paarse plastieken laarsjes echt niet konden. Ik zwichtte voor hun fashionstatement.
De druppels vallen al gelijk snel naar beneden en de lucht kleurt donkergrijs. Waar naartoe? De boiler of onder de zeilen van de dancestage buiten? Kathleen vind het gezelliger onder de zeilen. Dancestage it is. De dikke druppels maken dat ik ons drieën naar het midden van de tent loods, die in een mum van tijd op een veestapel lijkt. We lachen nog een beetje en verbazen ons over de lucht rechts van ons die plots zwart ziet. Het lijkt alsof de nacht valt over Pukkelpop.
We staan intussen in het midden van de tent maar blijkbaar is dat niet voldoende want de druppels zijn veranderd in slagregens die zowel van achter ons als van opzij meedogenloos naar binnen striemen en maken dat we in een mum van tijd doorweekt zijn tot op ons ondergoed. Het lachen is er nu wel een beetje vanaf. De wind die de druppels in twee richtingen naar binnen sloeg, neemt ook in hevigheid toe. Hier en daar roept er iemand. De zeilen gaan bol staan. Ik denk even aan het drama dat pas in Indianapolis gebeurde, waar 5 doden vielen door het instorten van een concertpodium, maar wis die gedachte echter meteen weer weg. Ver van mijn bed show. Te absurd om hier en nu realiteit te zijn. Toch?
Ik word echter hardhandig met de realiteit geconfronteerd door hagelbollen zo groot als pingpongballen, die de regendruppels in snel tempo hebben opgevolgd. Snel maar vooral hard en pijnlijk. Kathleen zit op de grond ineen gehurkt, net zoals een heel deel anderen. Ik durf niet, schrik dat er paniek zou ontstaan en ik vertrappel word. Ik was als kind heel erg onder de indruk van het Heizeldrama. Het laatste wat ik dus zal doen is hurken op een moment als dit. Ik neem gewoon de 'brace' positie aan. Met gebogen knieën en mijn handen in elkaar gevlochten op mijn hoofd, doorsta ik de storm terwijl de hagel genadeloos op mijn hoofd, armen en rug inbeukt. Zo hard dat ik blauwe plekken en bebloede knokkels verwacht, maar die blijven gelukkig uit. Het lijkt alsof ik niet echt in mijn lichaam zit. Ik blijf maar denken aan mijn meditatietraining van 2 jaar geleden in Thailand. Ik ben vastberaden geen paniek toe te laten maar accepteer dat dit iets is waar ik niets aan kan veranderen maar waar ik gewoon moet zien door te geraken. Dan kijk ik echter op en zie dat het achterste zeil begint door te hangen onder het gewicht van de neerslag en de kracht van de wind. Mensen roepen, huilen, ... Gunther heeft het ook gezien en reageert meteen. In paniek maar wel nuchter. 'Buiten!', roept hij. 'Naar buiten!'. Hij staat op en sleurt ons mee. Samen met een deel anderen die de ernst van de situatie hebben ingezien, duwen we ons een weg naar buiten, tegen de mensen die nog steeds van buiten naar binnen willen komen schuilen. Voorzichtig om niemand te laten vallen maar toch vastberaden. Even denk ik te weten hoe massahysterie voelt en dan breekt de colonne los. Lucht, ruimte, ... maar ook water, modder, chaos, ... We glijden en glibberen ons een weg door de weide, waar het zicht eerder beperkt is, en lopen meteen richting lockers. Deze zijn ook overdekt en daar schuilen we tot de regen afneemt.
Gunther vloekt. Hij is kletsnat en er is water in zijn gsm gekomen. Hij wil meteen terug naar de parking voor droge kleren. Kathleen en ik gaan een paar meter voor de lockers staan wachten. Pas dan zien we dat een stuk van het zeil van de dancestage volledig ingezakt is. We zien afgeknapte takken en stalen hekken die tegen de grond liggen. Het is een beetje raar want er lopen een paar huilende en roepende mensen tussen het volk maar de muziek in de boiler speelt nog als enige podium en er loopt een jongen met een vers stuk pizza voorbij. We vatten niet goed wat er juist gebeurd is, totdat we 1 van onze vrienden zien. Joris stond aan de achterste zijde van de dancestage. Hij zag het zeil naar beneden komen en heeft daarna twee mensen op de grond zien liggen. Hij dacht dat er eentje dood was en zegt dat de arm van de ander verbrijzeld is. Mijn hart slaat precies een slag over.
Andere getuigenissen volgen. Iemand die van de main komt, heeft een meisje onder een boom zien liggen met haar hoofd, een ander heeft iemand zien gereanimeerd worden, de chateau blijkt ingestort, er zouden nog meer doden zijn gevallen, enzovoort.
Mijn verstand kan er niet bij. Is dit echt gebeurd? Ik krijg kippenvel over gans mijn lijf en dat blijft zo gedurende de volgende uren.
Ik tracht Gunther te bereiken maar het netwerk is bezet. Ik besef dat ik beter thuis kan verwittigen maar tegen dat ik erin slaag om mijn zus te bellen, heb ik ook al een gemiste oproep van mijn vader, van een vriendin uit Leuven en van Gunther zijn zus. Heel de communicatie binnenin de weide ligt echter plat. Ik vraag aan Valerie om mama & papa te verwittigen en slaag erin om Gunther zijn zus naar hun ouders en broer te bellen om iedereen gerust te stellen. Pas dan begint het rondbellen en smssen naar alle vrienden. Is iedereen terecht? Iedereen ongedeerd? Wie missen we nog? Heeft er iemand nieuws van X of Y? En dat gaat zo nog uren door aangezien de traagte van het overbezette netwerk.
Ik besef pas na 1,5 uur dat Gunther zijn gsm misschien stuk is en we besluiten hem te gaan zoeken op de parking. Die beslissing blijkt de juiste. Zijn gsm is inderdaad kapot en ze lieten hem niet meer terug op de weide.
We keren terug naar onze vrienden die zich verzameld hebben aan de kerk van Kiewit. Ambulances rijden af en aan, van heinde en ver, zelfs het UZ Antwerpen is uitgerukt, horen we vallen. Intussen is er een massale opkomst van ongeruste ouders richting de wei en een nog grotere uittocht van jongeren uit de wei. Vooral ook van de camping die blijkbaar voor het grootste deel is ondergelopen. Ook daar zou naar het schijnt een slachtoffer zijn gevallen. Er wordt mij een pintje aangeboden. Het eerste pintje van Pukkelpop dit jaar. En het smaakt me niet eens. De vraag kruist me hoe ik een pintje kan staan drinken na een gebeurtenis als deze.
Ik voel ook enorm veel woede. Woede op de mensen die zo dronken of onder invloed zijn dat ze nog steeds staan te lachen en te dansen. Nochtans had ik op eender welk ander moment één van hen kunnen zijn. Kwaadheid op de mensen die ik openlijk hoor zeuren over het feit dat hun festival naar de kloten is, dat ze hopen dat de muziek rap terug begint, dat ze het koud hebben, dat hun schoenen voor de vuilbak zijn, ...
Ik heb zin om te schreeuwen: 'Er zijn mensen wiens laatste Pukkelpop dit is geweest! Fucking egoïsten!'

Ik besef pas later dat er op dat moment nog heel veel mensen van niets wisten of zich niet bewust waren van de ravage die de storm had aangericht. De puberzoon van een vriendin van me ging zelfs nog een nieuwe tent kopen nadat die van hem was weggewaaid.
Een vriend van Gunther belt ons de volgende dag op. Hij wil gaan feesten en zegt dat hij niet begrijpt waarom 60.000 mensen de gevolgen moeten dragen van 5 doden die zijn gevallen; waarom het festival niet gewoon kan doorgaan. Gunther beweert dat hij het niet in die zin bedoelt maar ik barst in woede uit.
Ik krijg het aan de stok met een kameraad op facebook omdat hij een opmerking maakt die bij mij in het verkeerde keelgat schiet. En ik heb bijna de ganse dag woorden met mijn eigen lief. Omdat hij vindt dat ik moet openstaan voor de meningen van anderen maar zich tegelijk afsluit van mij voor zijn eigen verwerkingsproces.

Ik ben blij als Chokri de beslissing neemt om morele redenen niet te laten doorgaan. Ik betuig hem mijn steun via facebook. Later hoor ik een vriend zeggen dat hij via via heeft gehoord dat het praktisch sowieso niet meer haalbaar was en dat dat eigenlijk de reden was. Ik weet niet meer wat ik moet geloven. Wat maakt het eigenlijk ook uit? Ik kan niet stoppen met het nieuws te kijken. Ga de krant kopen (wat ik anders nooit doe), zit elke 5 minuten op het internet om het verloop te volgen. Ik jaag me op in de journalisten die belachelijke vragen stellen aan de organisatie.
Je was er niet bij dus je moet zwijgen, denk ik. Iedereen die daar stond, wist dat er niemand of niets iets aan de situatie had kunnen doen. Ik durf zelfs te denken dat de schade nog meevalt, als ik nog een dag later het verloop van de windhoos en de schade die hij heeft toegebracht, zie op een luchtfoto in de krant. De kans dat dit gebeurde, op dit moment, lijkt me even groot als wanneer er een vliegtuig was neergestort.

Sommigen zeggen nu dat Pukkelpop geen toekomst meer heeft. Dat Pukkelpop nooit meer hetzelfde zal zijn. Ik bedenk dat Pukkelpop ooit heel klein begonnen is. Dat ze meer dan 25 jaar een succesvol, ongevalvrij festival hebben neergepoot waar zowel Belgische jongeren als buurlanden reikhalzend naar uit keken. (Ik tel bewust de zelfmoord van vorig jaar niet mee noch het hartinfarctvan de geluidstechnicus omdat ik beide niet vind thuishoren in de categorie 'ongeluk'). Ondanks de protesten die soms vielen dat het te duur werd of dat de affiche wat pover was, zakte iedereen telkens opnieuw naar de weide van Kiewit af. Naar Pukkelpop ga je immers niet alleen voor de muziek maar ook, en vooral, om de sfeer en om de helft van je vriendenkring van vroeger en nu tegen het lijf te lopen.

Misschien moeten we gewoon terug klein en integer beginnen. Alsof het terug de eerste keer is.







zondag 24 juli 2011

Zondag 24 juli

Man, man, een pakske moeilijker om van hieruit regelmatig te schrijven. Maar dat heeft natuurlijk ook veel te maken met het dat we hier veel meer on the move zijn dan dat we in Nepal waren ☺
We waren dus bij Brisbane aangeland. Ja, wat kan ik zeggen? Weeral een superstad!
Beeld je gewoon een rustige stad in à la Leuven (zonder studenten en met iets meer dertigers) maar dan langs het water gelegen en met een strand langs de kade.
Jaja, Antwerpen hoor ik er een paar al zeggen :). Maar de sfeer is anders. Echt relaxed. Je hebt helemaal geen stadsgevoel. Zoals we dat eigenlijk ook niet hadden in Sydney.
Voor een eerste kennismaking namen we de Citycat, een boot die de rivier ‘de Brisbane’ bevaart die rond de stad kronkelt. Erg ontspannend. We stapten af een eindje buiten de stad en wandelden toen het hele stuk terug zodat we ook te voet al een deel gezien hadden. Hoewel, dat was eigenlijk niet het allereerste dat we in Brisbane deden. We waren bij aankomst eerst naar de IMAX cinema gewandeld om tickets te halen voor de Harry Potter voorstelling om 18u ☺
We wisten dus gelijk waar naartoe toen ’s avonds alle winkels hun deuren dicht deden. We waren zelfs de allereerste om de zaal binnen te gaan die tegen het einde aan natuurlijk volledig uitverkocht was. Blij dat we dat gedaan hadden. Het bleek immers de beste 3D-voorstelling ooit!
Voor de rest hebben we dan eigenlijk niet veel meer gedaan in Brisbane, buiten dat ik een paar schoenen heb gekocht en we een koppel blonde Leffes, die eigenlijk niet eens zo heel lekker waren, zijn gaan drinken in het Belgian Beer Café.
Het probleem was dat we behoorlijk wat tijd verloren hadden door de Hunter Valley er bij te doen en een extra dag te blijven plakken in Shoal Bay waardoor we serieus achter liepen op schema dus er ging flink nog wat gereden moeten worden.
Dus dat deden we, we reden meteen door na 2 nachten in Brisbane en deden de volgende drie dagen een 1700 kilometer met overnachtingen in Rockhampton, Airlie Beach en Mission Beach (een aanrader overigens want compleet verlaten stranden), om uiteindelijk in Cairns aan te komen op de 19de.

Nu wil het toeval dat ik het magazine Delicious hier in Australië had gekocht (nvdr: een culinair magazine dat je ook in België vindt) en daar ongelooflijk interessante (lees: lekkere) dingen instonden over Port Douglas, een kuststadje op een uur rijden ten noorden van Cairns. We lazen ook dat je van daaruit perfect the Daintree Rainforest kon verkennen dus we besloten om Cairns gewoon even links te laten liggen en koers te zetten richting Port Douglas. En dan bleek een fantastisch goede beslissing!

Port Douglas was in één woord GEWELDIG! Voor de eerste keer hadden we echt het gevoel dat je normaal hebt als je op vakantie bent: strand, een azuurblauwe zee, palmbomen, iets van een 25 graden zon, puur genieten met andere woorden…
We togen meteen naar het strand en legden ons daar voor de eerste keer tijdens onze reis op ons gat in de zon.
We hadden ons ook voorgenomen om ons ’s avonds nog eens goed te laten gaan (na een aantal dagen kokerellen op het dubbel vuurtje in de camper) dus we hadden gereserveerd bij Harrisons, het duurste restaurant van de stad met een chef-kok die eerder al een Michelinster had verdiend in Londen. Het menu zag er alvast veelbelovend uit, de prijzen iets minder, met gerechten zoals: Hervey Bay scallops: marinated daikon, lime caramel, Vietnamese dressing, sesame brittle en Laquered Duck: margret breast, gorgonzola glazed Mareeba figs, pomme fondante, jasmine jus.

De gerechten klonken echter beter dan ze smaakten. Toch zeker de gelakte eend :S

We maakten de teleurstelling echter snel goed door de volgende avond nog eens te gaan eten maar deze keer in het Italiaanse restaurant Sassi: tagliatelli nero con gamberi: house made squid ink pasta with local prawns, basil, lemon, chilli, cherry tomatoes & a splash of white whine & cream en een liguine ai frutti di mare, gevolgd door twee crême brulées à la mangue met een pistachecrumble en amandelijs.
Mijn god, mijn god, weer een buitensporige luxe die we ons veroorloofden, en waar we hoogstwaarschijnlijk nog ff pijn van gaan hebben aan de portemonnee, maar wat een ongelooflijke zinnenstrelende proeverij was me dat!! Het maakte dat we Harissons op slag vergeten waren en we wensten dat we daar twee avonden op rij waren gaan eten!

(Om trouwens nog even iets duidelijk te maken: Ja, we weten dat we belachelijk veel geld hebben uitgegeven. De reis had een stuk goedkoper kunnen zijn als we een aantal dingen minder hadden gedaan en ons af en toe wat hadden ingehouden. En ja, we gaan waarschijnlijk boterhammen met choco moeten eten tot het einde van het jaar eens we terug thuis zijn but we wouldn’t care less. Ne mens leeft maar ene keer, laat het dan meteen goed zijn ;))

vrijdag 15 juli 2011

Zaterdag 16 juli

Na de walvistocht konden we eindelijk onze rit verder zetten. We hadden besloten om onze volgende stop in Bellingen te houden, een beetje terug het binnenland in. We hadden echter gelezen in onze gids dat het een hippiestadje was en dat intrigeerde ons wel. Spijtig genoeg was daar echter niets van te merken eens we daar waren. De horse & carriage tour die we ter plaatse dachten te doen, was zelfs al een jaar geleden afgeschaft. We verbleven echter wel op de vreemdste camping tot nu toe: de ‘showground’ van Bellingen. Het is me nog steeds niet helemaal duidelijk wat daar precies gebeurt maar het moet iets met paarden zijn. We verbleven maw langs een groot terrein dat er uitzag als een piste met een aantal stallen etc. Geen echte camping dus zoals ervoor maar er waren wel douches en toiletten dus meer hadden we niet nodig.
We hebben de rest van de dag dan ook niets meer speciaals gedaan, buiten door de hoofdstraat gewandeld, waar de gevels van de winkels er effectief nog uitzien zoals 200 jaar geleden. Het leek soms een beetje alsof je door een filmdecor wandelde! ☺
Onze volgende nacht brachten we op een camping in Byron Bay door maar daar kan ik ook zo goed als niets over zeggen want we liepen achter op schema dus moesten een beetje beginnen doorrijden. Wat we wél nog deden, was een aantal watervallen bezoeken op de route en we hielden halt bij The Crystal Castle. Een aangelegde tuin met kristallen en prachtige handgeschepte afbeeldingen van de Indische goden Vishnu, Ganesh, Laksmi, Buddha, … Even lekker genieten in de natuur. Hoewel natuur? We hadden eigenlijk nog niks anders gezien! ☺ Ik werd het op een bepaald moment zelfs kotsbeu dat Gunther zich aan het amuseren was met de 90 graden bochten door de regenwouden, die kilometerslang kronkelden achter elke 30 meter, waarvan je net niet wagenziek werd. Ik ben dan maar zelf achter het stuur gekropen for my part of the fun ☺

Zoals jullie lazen in de vorige blog, was het ook al een behoorlijk avontuur om effectief de ‘rug’ van een bultrug te zien te krijgen. Groot was dan ook onze verbazing toen we hoorden dat je ze op dezelfde afstand vanaf de kade kan zien in Point Danger in Coolangatta/Tweed Heads. Maar ik loop vooruit op de zaken.
Ik wilde kost wat kost tijdens onze trip Maike terugzien, mijn klasgenote van meer dan 10 jaar geleden in de hogeschool van Genk. Zij had een vijftal jaar geleden haar boeltje gepakt in Nederland en was naar Sydney getrokken voor werk. Ergens kort daarna kwam ze Caleb tegen, een ‘echte’ Aussie surf boy en het was dikke mik. Een tijd daarna verhuisde ze naar Caleb zijn stek in de buurt van Coolangatta en daar leven ze nu al een hele poos samen. Naar eigen zeggen zonder elektriciteit en bijgevolg zonder warm water, helemaal back to basics dus.
Anyway, op dit moment waren ze op het huis van Calebs moeder aan het passen dat dichter bij Coolangatta lag, dus spraken we daar af om iets te gaan eten.
Supergezellig, eerst een dikke pint in het Coolangatta Hotel en daarna een paar heerlijke sushi in de O’Sushi een paar meter verder. Het waren bijgevolg ook Maike en Caleb die ons wiste te vertellen dat we de volgende morgen naar Point Danger moesten gaan.
And so we did! Ontbijt in het café daar. Zag er beter uit als het smaakte for once en daarna zalig een uur lang over het water turen. En al dat wachten werd effectief beloond ook. We moeten zeker een 10-tal ‘spuiters’ hebben gezien. Hoewel de meeste wel nog zo waren dat je enkel het water zag opkomen, hebben we er toch nog eentje van even ver gezien als vanop de boot en zelfs een tweetal keer zien opspringen, wat echt fantastisch was. We zagen ook nog een dolfijn vanop een afstand dus dit was voor ons echt wel 1 van de hoogtepunten van de reis. Waar krijg je immers nog de kans op dieren écht in het wild te zien?

Vanaf Coolangatta zijn we dan verder gereden naar Brisbane. Eindelijk terug in een grote stad.

Zaterdag 16 juli

Na de walvistocht konden we eindelijk onze rit verder zetten. We hadden besloten om onze volgende stop in Bellingen te houden, een beetje terug het binnenland in. We hadden echter gelezen in onze gids dat het een hippiestadje was en dat intrigeerde ons wel. Spijtig genoeg was daar echter niets van te merken eens we daar waren. De horse & carriage tour die we ter plaatse dachten te doen, was zelfs al een jaar geleden afgeschaft. We verbleven echter wel op de vreemdste camping tot nu toe: de ‘showground’ van Bellingen. Het is me nog steeds niet helemaal duidelijk wat daar precies gebeurt maar het moet iets met paarden zijn. We verbleven maw langs een groot terrein dat er uitzag als een piste met een aantal stallen etc. Geen echte camping dus zoals ervoor maar er waren wel douches en toiletten dus meer hadden we niet nodig.
We hebben de rest van de dag dan ook niets meer speciaals gedaan, buiten door de hoofdstraat gewandeld, waar de gevels van de winkels er effectief nog uitzien zoals 200 jaar geleden. Het leek soms een beetje alsof je door een filmdecor wandelde! ☺
Onze volgende nacht brachten we op een camping in Byron Bay door maar daar kan ik ook zo goed als niets over zeggen want we liepen achter op schema dus moesten een beetje beginnen doorrijden. Wat we wél nog deden, was een aantal watervallen bezoeken op de route en we hielden halt bij The Crystal Castle. Een aangelegde tuin met kristallen en prachtige handgeschepte afbeeldingen van de Indische goden Vishnu, Ganesh, Laksmi, Buddha, … Even lekker genieten in de natuur. Hoewel natuur? We hadden eigenlijk nog niks anders gezien! ☺ Ik werd het op een bepaald moment zelfs kotsbeu dat Gunther zich aan het amuseren was met de 90 graden bochten door de regenwouden, die kilometerslang kronkelden achter elke 30 meter, waarvan je net niet wagenziek werd. Ik ben dan maar zelf achter het stuur gekropen for my part of the fun ☺

Zoals jullie lazen in de vorige blog, was het ook al een behoorlijk avontuur om effectief de ‘rug’ van een bultrug te zien te krijgen. Groot was dan ook onze verbazing toen we hoorden dat je ze op dezelfde afstand vanaf de kade kan zien in Point Danger in Coolangatta/Tweed Heads. Maar ik loop vooruit op de zaken.
Ik wilde kost wat kost tijdens onze trip Maike terugzien, mijn klasgenote van meer dan 10 jaar geleden in de hogeschool van Genk. Zij had een vijftal jaar geleden haar boeltje gepakt in Nederland en was naar Sydney getrokken voor werk. Ergens kort daarna kwam ze Caleb tegen, een ‘echte’ Aussie surf boy en het was dikke mik. Een tijd daarna verhuisde ze naar Caleb zijn stek in de buurt van Coolangatta en daar leven ze nu al een hele poos samen. Naar eigen zeggen zonder elektriciteit en bijgevolg zonder warm water, helemaal back to basics dus.
Anyway, op dit moment waren ze op het huis van Calebs moeder aan het passen dat dichter bij Coolangatta lag, dus spraken we daar af om iets te gaan eten.
Supergezellig, eerst een dikke pint in het Coolangatta Hotel en daarna een paar heerlijke sushi in de O’Sushi een paar meter verder. Het waren bijgevolg ook Maike en Caleb die ons wiste te vertellen dat we de volgende morgen naar Point Danger moesten gaan.
And so we did! Ontbijt in het café daar. Zag er beter uit als het smaakte for once en daarna zalig een uur lang over het water turen. En al dat wachten werd effectief beloond ook. We moeten zeker een 10-tal ‘spuiters’ hebben gezien. Hoewel de meeste wel nog zo waren dat je enkel het water zag opkomen, hebben we er toch nog eentje van even ver gezien als vanop de boot en zelfs een tweetal keer zien opspringen, wat echt fantastisch was. We zagen ook nog een dolfijn vanop een afstand dus dit was voor ons echt wel 1 van de hoogtepunten van de reis. Waar krijg je immers nog de kans op dieren écht in het wild te zien?

Vanaf Coolangatta zijn we dan verder gereden naar Brisbane. Eindelijk terug in een grote stad.

dinsdag 12 juli 2011

Maandag 11 juli

Eerst en vooral: gelukkige verjaardag mama! ☺
Het is alweer even geleden dat we geblogd hebben. Het is niet dat het niet makkelijk is (we hebben vaak genoeg campings met internet) maar we hebben natuurlijk een pak meer dingen te zien en te doen.
We hebben allebei nagenoeg geen ervaring met kamperen dus het is een behoorlijk avontuur en een dat ons wel aanstaat. Ik vind niets leuker dan ideeën te bedenken om de ultieme camper te ontwerpen. Gunther zegt dat ik dat dan maar moet doen maar het lijkt een beetje een gek idee. ☺

Onze eerste nacht hebben we in Katoomba in de Blue Mountains doorgebracht. De bergen heten zo omdat er een blauwe waas op hangt, wat heeft te maken met 1 of ander natuurkundig fenomeen.
De Blue Mountains zijn eigenlijk 1 uitgestrekt natuurdomein waar je ettelijke dagen in kan rondwandelen maar wij gingen gewoon even kijken naar de Katoomba Falls en namen The Three Sisters, drie rotsen die genoemd werden naar een oude Aboriginal legende die verhaalt over een man die zijn drie dochters liet omtoveren tot rotsen om hun eer te beschermen tegen een vijandige stam maar toen de stam weg trok was de tovenaar overleden en waren d emeidjes gedoemd om eeuwig als rotsen naast elkaar te staan. Ook jet uitzicht over de Jameson Valley met zijn door de zon belichte zandstenen kliffen is vrij spectaculair en je kan doorheen de vallei en over de boomtoppen heen glijden met een skylift.

We reden van daaruit door en hadden nog niet echt een idee waar we de volgende nacht zouden stoppen, toen we halt hielden in het Grey Gums Café, een wegcafé in Putty. De dame ter plaatse was bijzonder behulpzaam en vroeg ons of we naar The Hunter Valley gingen. Wij vroegen een beetje beschaamd wat dat dan wel was en zij vertelde dat deze streek 1 van de bekendste was in Australië voor oa. wijnmakerij.
Nu wil het lot dat ik nog geen half uur ervoor tegen Gunther had gezegd dat ik ook graag een wijngaard wilde bezoeken en lap, het lot antwoordde al ☺
We besloten dus de nacht door te brengen in Cessnock, midden in The Hunter valley, temidden van honderden wijngaarden, in alle formaten.
De plaats bleek zo een beetje het gastronomische walhalla van New South Wales te zijn (@ Inge Ooghe: dit is definitely de plaats waar je naar op zoek bent! ;))
We bezochten de Drayton winery, 1 van de oudste van de streek, daterend uit 1860 (vergeet niet dat het verleden van Australië niet zo ver terug gaat als dat van Europa!) en we kregen zowaar een persoonlijke toer van 1 van de managers doorheen de 2300 are grote wijngaard. In de Hunter Vallery hebben de wijnbouwers zich in de eerste plaats bekwaamd in Semillon en Chiraz, maar intussen begint ook de Chardonnay meer en meer zijn plaats te veroveren. We mochten alvast de verschillende soorten proeven en lieten ons dat graag welgevallen. Van daaruit besloten we door te rijden na The Cheese Makery, waar we ons een veel te dure pot mosterd kochten. Hij kostte maar liefst 15 AUS $ maar bleek met een mix van rozemarijn en look wel de lekkerste ooit te zijn en naar de Olive Mill Café voor een pot heerlijke homemade olives. Allemaal ideaal voor de kaasschotel die we gepland hadden voor onze lunch! ☺

Ook in de Olive Mill kregen we nog een kleine toer van de manager (wat een perskaart al niet kan doen hé! ;)) maar toen was het weer hoog tijd om door te trekken. We hadden van ons camperverhuurbedrijf Apollo de tip gekregen om naar Port Stephens te rijden. Een van de vakantieoorden van de mensen die in Sydney wonen, aangezien het maar op iets dan twee uur rijden ligt als je rechtstreeks rijdt (en niet zoals ons een omweggetje maakt via The Hunter Valley). Allemaal goed natuurlijk, ware het niet dat Port Stephens een hele range aan leuke baaitjes kent, waar je naartoe kan gaan: Anna Bay, Salamander Bay, Nelson Bay (hoofdstadje), Shoal Bay, … We kozen voor de laatste maar stopten eerst in Nelson Bay om info in te winnen over de whale tours die in deze streek zo populair zijn. Gunther had gelezen over Imagine, een ecologische tour operator dus daar hadden we onze zinnen op gezet. Helaas was deze vol geboekt en moesten we een dagje langer wachten dus betaalden we voor twee overnachtingen. Voor de eerste keer sinds onze aankomst in Australië besloten we totaal niets te doen. Het is te zeggen, in de voormiddag beklommen we de Taroomba heuvel met een bijna 360° zicht over de baai dat echt ongelooflijk is. We hoopten stiekem een walvis of een paar dolfijnen te zien omdat we van 1 van de gasten hadden gehoord dat die dat geluk de vorige dag gehad had.
Helaas was dat voor ons niet het geval dus legden we ons voor de rest van de dag te rusten in de camper (het was buiten helaas nog net te fris om te kunnen zonnebaden). ’s Avonds deden we nog een korte wandeling naar Nelson Bay en uiteindelijk besloten we nog eens ‘uit’ te gaan eten, nieuwsgierig als we waren naar de plaatselijke seafood platters.
Aangezien het zaterdag was, zat alles goed vol en belanden we uiteindelijk in een Italiaans restaurant in Shoal Bay. We dachten dat het maar zo zo ging zijn maar waren aangenaam verrast toen we de eerste keer Stella Artois tegenkwamen, na 2,5 maand zonder Stella een hele leuke apero dus ☺
We besloten ons een keer te laten gaan en opteerden voor de behoorlijk dure seafood platter for two (110 AUS $), een bord Toscaans brood met olijven en een fles Chardonnay uit natuurlijk… The Hunter Valley! ☺
And oh my God, wat een culinair festijn was me dat! We hebben gegeten tot we bijna naar buiten rolden! We kregen daar een immense schotel met verse oesters de dag zelf gevangen), kreeft, grote mosselen, gamba’s, heerlijk verse inktvis, venusschelpjes, … vergezeld van rijkelijk beboterde fetuccine. Man man man! Zelden in mijn leven zo onwaarschijnlijk goed gegeten!
Het kostte wel wat, dat gaan we niet ontkennen, maar het was zijn geld zo hard waard!

De volgende morgen zijn we dan op tijd opgestaan, ik met een lichte kater :S, voor onze walvistocht. Helaas kregen we een telefoontje dat die verzet was naar de namiddag omdat er een probleem was met de versnellingsbak. Dat gaf mij ook wat tijd om te herstellen met de hulp van een Dafalgan. We hadden echter ook al gevoeld dat er een stevige wind stond met als gevolg natuurlijk een woelige zee. Het stond ons niet helemaal aan om onder die omstandigheden te vertrekken, aangezien we allebei nogal een gevoelige maag hebben, maar we gooiden kop/munt en lieten het lot positief beslissen.
We hadden eerst nog een geweldige lunch van verse krab en scampi’s en megagrote frieten en pakten een Touristil als dessert ☺ Op naar de catamaran.
Het eerste stuk was ok omdat we met de golven meegingen, maar net dat deed me al vrezen voor de terugkeer. De stuurlui bleven maar roepen dat we 2 o’clock moesten kijken omdat er ‘big water’ aan het omhoog komen was en het waarschijnlijk ‘a male humpback’ was, maar niemand zag iets. Ik was al bang voor een herhaling van het Ijslandavontuur dat ik met Ken deelde, waarin we ook voor 3 uur op walvistocht vertrokken, niks zagen buiten een paar zeemeeuwen en ongeveer 2,5 uur misselijk over de reling doorbrachten. Het was 1 van de ergste ervaringen in mijn leven.

We tuurden dus over het water om iets te zien en ik was net aan het proberen mijn camera bij te stellen, toen ik vanuit mijn ooghoek iets groots uit het water zag komen en weer neervallen. Ik besefte niet meteen dat het een walvis was waar we naar keken dus ik was spijtig genoeg ook niet snel genoeg voor die foto. Ik heb dan alleen een paar foto’s van zijn rug kunnen nemen, want hij kwam niet meer omhoog en de zee werd té woelig om nog lang daar te blijven.
We togen dus terug naar de kust op een zeer onrustige zee. Het schip ging stevig tekeer en het water spatte alle kanten op waardoor aan iedereen werd gevraagd zich naar het achtersteven te begeven. Ik voelde op dat moment al dat het niet goed ging komen met mijn maag.
Verkleumd en lijkbleek zaten Gunther en ik als twee zielepootjes langs elkaar op de bank van het achterdek. Te mottig om elkaar nog maar aan te kijken. Gunther deed zijn best om zijn concentratie op de horizonlijn te houden maar voor mij was het al te laat. Twee zakjes had ik nodig om mijn volledige maaginhoud terug te geven. Daarna ging het wat beter maar ben ik toch gewoon blijven zitten tot we de haven binnenvoeren. En man, duurde dat lang!

dinsdag 5 juli 2011

Woensdag 6 juli

We zijn dus in Sydney. Jieeeehaaaaa! :) Het is gewoon een ongelooflijk gevoel te beseffen dat je werkelijk aan de andere kant van de wereld zit. Ik ben dan ook onwezenlijk dankbaar voor het feit dat ik deze kans krijg.

Nepal is voor het grootste deel al achter ons gelaten omdat we hier weer totaal onze ogen uitkijken. Ik ben tot nu toe crazy in live with Australia en we zijn nog maar 1 stad ver. Of ligt het alleen aan de stad misschien? Nochtans zegt iedereen dat het beste nog moet komen.

Ik weet ook niet waar het exact aan ligt want ik ben normal gezien totaal geen liefhebber van grootsteden.

Darling Harbour is geweldig. Het weer is eerder fris, het is tenslwotte winter hier ;), maar de zon schijnt de hele dag lang in een hemelsblauwe lucht.

Op de avond van aankomst hebben we niet veel gedaan want we waren vrij moe van de lange reis: 1,5 uur Kathmandu-Delhi), dan een 7-tal uur wachten in de luchthaven, dan 5 uur Delhi-Kuala Lumpur, 1 uur in luchthaven en nog eens 8 uur richting Sydney :S

We zijn dus eigenlijk gewoon Chinatown binnengewandeld, wat op een booscheut van ons hotel ligt, en zijn daar wat Chinees gaan eten :)

De volgende morgen zijn we rond Darling Harbour gewandeld en van daaruit door naar Sydney Bridge en The Opera House, dat op het eerste zicht kleiner leek dan we dachten...

Vervolgens hebben we gewoon wat zig zag door de stad gewandeld, langs het museum, de bibliotheek, doorheen Hyde Park,... De volgende dag hebben we het Sydney Wildlife Park bezocht, waar een krokodil van 5 meter zat. Ik geloofde eerst niet eens dat die echt was omdat die zo gigantisch was. En vervolgens Sydney Aquarium, waar een aantal ferme haaien zaten. We dededn ook nog een gegidste wandeling door The Rocks, het oudste gedeelte van Sydney en eigelijk dus ook de plaats van waaruit de eerste kolonies ontstonden, die bestonden uit Engelse gedeporteerde gevangenen. ’s Avonds zijn we naar de kapper gegaan, waar mijn haar nogmaals een stuk korter werden geknipt en toen zat het er weer op.

Gisterenmorgen hebben we een vroege ferry richting Taronga Zoo genomen. Een absolute aanrader trouwens omdat je dan echtveen keer d evolledige skyline van Sydney ziet, die ongelooflijk prachtig was.

Ons bezoek in de Zoo, die 2500 diersoorten herbergt en rees bestaat sinds 1919, werd voor een deel gegidst door Tom, een gepensioneerde politieagent die:)50 jaar geleden uit Ierland naar Australië was gekomen en nooit meer was teruggegaan J Hij was ronduit hilarisch en deed zijn job duidelijk met veel passie. We kwamen een pak te weten over de Australische wild life en zagen enkele zeer zeldzame dieren. Ik heb ook mijn eerste wallabee geaaid :)

Van Taronga pakten we in de vroege namiddag terug de ferry naar het mainland, waar we richting Royal Botanical gardens togen en nogmaals langs de andere kant van het Opera House terugkwamen, zodat we het nu uiteindelijk letterlijk langs alle kanten bekeken hebben.

Na de gardens sprongen we op de trein richting Newtown, een plaatsje op 15 minuten (maar nog steeds Sydney) dat ons werd aangeraden door onze kapster. Vooral geschikt voor second hand shopping, curiosa en boekenwinkels. Ik heb dan nog maar eens een extra kookboek gekocht. Ik heb er intussen al drie nieuwe :S n mijn koffer wordt er niet lichter op!

Ik was overigens fantastische botten tegengekomen die ik absoluut wilde hebben en die mij super stonden. Bruine UGGs met een pelske rond. Ik stond alleen nog te twijfelen omdat ze niet bepaald goedkoop waren, toen de verkoopster zei: ‘Yeah, but they’re from real fox’.

Byebye botten dus! Ik heb nog nooit zo erg moreel in tweestrijd gelegen maar ik moest hard zijn. Echte pels, neen dank u! :S

Van Newton pakten we opnieuw de trein maar deze ker naar Bondi Junction, met ee speciale missie. Eentje van persoonlijke aard en eentje om Jan te ontmoeten. Jan is een kennis uit Hasselt die al een viertal jaar in Sydney woont ondertussen. We hebben dan samen een pizaatje gegeten, zijn iets gaan drinken en hebben tot slot een stuk van Bondi Scenic Walk met hem gedaan in het pikkedonker. Magistraal om in donker langs de rotsen en de oceaan af te wandelen en door en pikzwart park. Echt een knappe belevenis.

Het was intussen 1 uur ’s nachts geworden dus namen we maar een taxi terug naar het hotel.

Inmiddels is mijn wederhelft ook wakker geworden en gaan we onze spullen terug inpakken omdat we sebiet aan onze roadtrip gaan beginnen: camper oppikken, eten inslaan en de coastal highway op. Ben benieuwd!

Het enige wat ik nu even met zekerheid weet is dat ik Sydney geweldig vind en dat het de eerste stad in mijn leven is, waar ik meteen voor een jaar zou willen gaan werken en leven. Ik vind het feit dat hier zoveel Aziatische invloeden zijn gewelidg, het weer is fantastisch, de mensen open en vriendelijk, de supermarkten hebben een ongelooflijk aanbod, … hier zijn ontzettend veel fantastische plaatsjes waar je rustig kan gaan zitten met een boekje: de Chinese garden of Friendship, de Royal Botanical Gardens, die overigens gigantisch zijn, Darling Harbour of Circular Quay, …

De locale markt in The Rocks is ontzettend nostalgisch, je kan hier 3 overheerlijke sushirrollen uithalen op straat voor slechts 5 AUS$, …

Noem maar op. Bovendien loopt hier zo'n bonte mix aan mensen. Van alle nationaliteiten en met alle mogelijke haarstijlen, kledingstijlen, leeftijden, ... je kan het zo gek niet vinden of je ziet het hier wel. Een beetje zoals Londen maar dan groter en toegankelijker...

Het is niet dat ik niet gelukkig ben in België, integendeel, maar dit is echt een levensstandaard die een flinke graad hoger ligt en aangenamer is. Ik kan geloven dat dier zoveel mensen naar toe immigreren!

Ik zou het dus onmiddellijk kunnen doen maar Gunther ziet het niet zo zitten :)

Aan de andere kant moet ik ook een beetje schoorvoetend toegeven dat ik niet met 100% weet of mijn euforie ook niet gewoon voortvloeit uit het feit dat we terug in de ‘beschaafde’ wereld zijn.

Mijn eerste caramel latte bij Starbucks was als de hemel die openging. Elke ademteug die ik hier binnenzoog een letterlijke ‘verademing’. En ik snapte maar niet hoe een grootstad als Sydney zo rustig kon zijn. Ik denk dat veel sowieso te maken heeft met het vergelijk met Nepal. Toen we hier de eerste dag waren, vroeg ik aan Gunther: Waarom is het hier zo aangenaam?

En die antwoordde, nuchter als altijd, ‘er is geen vervuiling en de auto’s toeteren niet’.

Toen pas besefte ik hoe zwaar Nepal effectief was geweest voor mijn zintuigen. En hoe mooi die twee maanden ook waren, ik besef nu meer dan eens dat ik in zo’n land niet zou kunnen leven. In Australië daarentegen… ;)

zondag 3 juli 2011

mijn engel!


Bij deze is het dus officieel bevestigd. Gunther is mijn aartsengel.
x

zondag 26 juni 2011

Zondag 26 juni-the countdown begins again...

Het zit er alweer bijna op. Nog een vijftal dagen te gaan, waarin 3 shifts. We hebben besloten om de 31ste te eindigen met een avondshift zodat we afscheid kunnen nemen van alle kinderen voor het slapengaan. We vertrekken de 1ste in de namiddag, wat ons nog net genoeg tijd geeft om het appartement te poetsen.
De gevoelens zijn gemengd. Enerzijds hebben we hoog nood aan terug uit de drukte te zijn. Anderzijds is de plaats een beetje deel van je gaan uitmaken. Je bent erin gegroeid en uiteraard geeft het een raar gevoel om weg te gaan en al die mensen die je hebt leren kennen misschien nooit meer terug te zien.
Je hebt met hen gespeeld, hen eten gegeven, kleren aangedaan, hun haren gewassen, hun getroost als ze ziek waren en medicijnen gegeven en soms ook hun poep afgeveegd of hun pampers aangedaan, in geval van de allerkleinsten.

We zijn gisteren een laatste keer met Sonam op de boemel gegaan en we hebben hem natuurlijk uitgebreid verwend. Zo uitgebreid dat mijn maag er nu nog steeds van opgeblazen is: cola, momo’s, frieten, pizza, … en daarna aardbeienijs voor Sonam en zijn dai (broer Gunther). Ik kon tegen dan al geen pap meer zeggen.
We hebben hem ook nog een nieuwe boekentas gekocht en een speelgoedjeep waar hij weer als een prins mee liep te pronken toen we hem terug naar het home brachten.

Eigenlijk moeten we wel bekennen dat het al bij al toch nog niet zo’n goedkope vakantie is geweest. In principe kan je als toerist in Nepal,als je al accommodatie hebt zoals wij, rondkomen met 10-15 euro per dag (1000 rs). Wij hebben er echter al elke maand 1/4de meer doorgejaagd dan de bedoeling was, juist omdat alles zo spotgoedkoop is. Gunther kocht de jongens al drie voetballen en een mini-kickertafel, die uiteraard allemaal al kapot zijn.
En voor Sonam kochten we achtereenvolgens een speelgoedmoto (stuk), een autootje (stuk) en een jeep (in afwachting), een T-shirt en een bloes, een jeansbroek, een paar sportschoenen, een paar Crocs en een boekentas.
We hebben de kinderen overigens gisteren ook nog heel blij kunnen maken. Mama en papa hadden al 150 euro meegegeven voor de kinderen. En nu mama het initiatief genomen om soep en groenten te verkopen op haar werk, waardoor er nog eens 200 euro in het laatje kwam. We hebben de 350 dan ook zelf verhoogd naar 395 euro, waardoor we alle 79 kinderen in het home 500 Rupees op hun spaarrekening hebben kunnen laten bijschrijven. We hebben dus heel veel bedankjes in jullie plaats mogen ontvangen! ☺ Vooral van de meisjes eigenlijk want voor de Nepalese jongens zit het minder in hun cultuur ingebakken om ‘dank u’ te zeggen voor iets.
Maar het was dus een geweldig idee mama en ook van onze kant: ‘danyebat’ ☺

Vandaag hebben we terug onze vrije dag, onze voorlaatste vrije dag, en het plan is om met 1 van de oudere meisjes, Laxmi, mee te gaan naar haar leraar. Zij volgt koksschool en ik had laten weten dat ik nog graag een paar Nepalese gerechten had leren maken, dus hopelijk krijgen we vandaag die kans.
Ik heh hier al onwaarschijnlijk goed gegeten in Nepal en zou het eten echt missen, vandaar dat ik het eigenlijk ook zelf wil kunnen maken. En misschien leer ik nog iets interessants om aan Inge van de Coquerie te kunnen doorgeven natuurlijk ☺

We hebben overigens bijzonder veel geluk gehad met het weer hier. Die dag dat we naar Dwarikas teruggingen, was er 75-80 kans op regen en is er geen drup gevallen. Gisteren was er even een plaatselijke stortbui voor we Sonam gingen halen, maar die duurde hoop en al een kwartier en ook vandaag ziet het er weer wat bewolkt maar wel droog uit. De moesson begint normaal gezien rond half juni maar we hebben tot nu toe mogen afkloppen dat die ons voor het grootste deel gespaard is gebleven. Tot nu toe regent het vooral ’s nachts.
De hitte is de afgelopen drie dagen ’s nachts ook weer wat afgenomen waardoor ik toch iets makkelijker inslaap.
En over moesson gesproken, ik had het nog niet vermeld maar ik heb dus last van monsoonfingers & toes. Echt niet te doen. Mijn handen en een paar van mijn tenen stonden een maand geleden plots vol brobbeltjes en blaasjes. Wim zei dat hij dat ook soms had en dat hij dat monsoonfingers noemt, omdat het door de combinatie van warmte en vocht komt.
Ik moet wel zeggen dat ik daar in Thailand nooit last van heb gehad. Intussen zijn die blaasjes sinds een dikke week allemaal kapot gesprongen dus staan mijn tenen en vingers vol velletjes. Erg sexy! ☺
Vooral mijn tenen zien er uit, maar ik denk dat het ook veel te maken heeft met het feit dat ik al twee maanden constant op flipflops loop en dat vaak schuurt tussen mijn tenen die regelmatig nat zijn in het home door het douchen, het kleren wassen, etc. Ik ben overigens ook daardoor voor de eerste keer in mijn leven een eeltplek aan het ontwikkelen op mijn linkervoetzool dus het eerste wat ik denk te doen in België is naar de pedicure gaan ☺
Soit, het doet allemaal geen pijn natuurlijk en de monsoon toestanden zullen wel overgaan eens we in Australië zijn zeker.

Dinsdag hebben we overigens ook nog een afspraak gepland met Inge, de originele oprichtster van Shangrila Home die ook nog steeds in Kathmandu is maar zich meer heeft toegelegd op het opvangen van Nepalese meisjes.
Ik had hier het boek ‘Sold’ van Patricia McCormick gelezen, waarin het verhaal stond van een Nepalees meisje dat wordt verkocht door haar stiefvader en in de prostitutie in India belandt op 13-jarige leeftijd. Hartverscheurend! Maar helaas ook de trieste waarheid wat veel straatarme Nepalese meisjes betreft. Terwijl de meeste jongens op de straat belanden, aan de drugs geraken en/of in de misdaad belanden, komen de meeste arme meisjes of weeskinderen in een heel ander milieu terecht.
Ik kende nu het verhaal achter Shangrila Home via Wim en ik had ook met Pradip van de Gokarna Boys gesproken (het nevenproject van Shangrila waarin straatjongens terecht kunnen om te leren pottenbakken vooraleer ze een definitieve studierichting kiezen). En ik had zelfs twee van de jongens geïnterviewd en hun verhalen gehoord over het straatleven, gevuld met diefstal, drugsgebruik op zeer jonge leeftijd en mishandeling.
Daarom wilde ik nu ook graag van Inge horen hoe het de meisjes in Nepal vergaat en welke de initiatieven zijn die ze daarvoor hebben opgezet.
Ik wil er graag iets meer mee doen eens we in België zijn. Het misschien verwerken tot een artikel dat ik in een iets groter medium kan zetten? Ik weet het nog niet. Ik vind alleen dat ik het moet weten en ik vind het fantastisch dat mensen zoals Wim en Inge hun leven wijden aan het beter maken van dat van anderen. Ik heb nu zelf ervaren dat het niet dat wat zij doen is wat mijn eigen roeping is. Maar ik denk dat ik wel op mijn eigen manier een steentje kan bijdragen.

maandag 20 juni 2011

deadline stress

Nog 10 dagen en het zit er alweer op hier in Nepal. De gevoelens zijn heel tegenstrijdig. Toen we hier net over de helft zaten, was ik het een beetje beu. Het lawaai, de vervuiling, de chaos, het zware werk soms, …

De ommekeer vond plaats toen we ongeveer 6 weken ver waren. Misschien toevallig ook de periode dat Sonam ons petekindje werd? Hoewel ik met de beste wil van de wereld niet kan zeggen of het daar ook aan gelinkt is. Het leek eerder of er een verandering plaatsvond. In de kinderen maar ook in mezelf. Ik vroeg me zelfs af of het was omdat het einde in zicht was. Hoewel ik ook dat nu weer betwijfel.

Neen, de houding van de kinderen tegenover ons veranderde weer. Of viel het me meer op? Ze begonnen opener te worden. Kwamen ons soms spontaan een knuffel geven, zowel de kleintjes als de groteren. En ik werd ook een stuk rustiger naar hen toe. Jaagde me niet meer op in elk klein detail, de ene die smodderde met zijn eten, de andere die een klap uitdeelde, … In het begin kon ik behoorlijk van opspringen. Nu kan ik er iets vaker met de glimlach naar kijken en denken: ‘Het zijn maar kinderen’.

We hebben hier dan ook zoveel grappige momenten meegemaakt. Er is elke dag wel iets om compleet over in een breuk te liggen. Enkele dagen gelede stikte ik nog bijna van het lachen toen ik een stukje ‘Loft’ mee keek met de oudere kinderen. Jawel, ze hebben hier zelfs de Belgische film ‘Loft’ in Nepal, mét Engelse ondertitels. Hoewel, ondertitels? Het was weer typisch op zijn Aziatisch, waarbij woorden vaak werden fonetisch werden weergegeven, een beetje ‘het klinkt als’.

Op een bepaald moment in de film zegt een van de mannen dus: ‘Het is volledig naar de kloten’. De vertaling luidde: ‘It’s completely into the balls’.

Ik kwam niet meer bij! :D

Dan zijn er altijd kleine dingen die zeer lachwekkend zijn. Zoals de kleine Sabina (dochtertje van 1 vd didi’s) die op Gunther zijn T-shirt had gekakt op de dag dat hij naar zijn eerste –en gelijk ook zijn laatste- voetbalmatch ging. Gelukkig was Gunther zo slim geweest een extra T-shirt mee te nemen.

Je ziet hier monniken in traditionele kleding met Puma’s onder, of al Skypend achter de laptop,… Nepal verwesterd, zoveel is zeker!

We hebben ook ontzettend veel lol gehad toen we de kids een dagje met krijt lieten spelen. In no time stond de hele binnenplaats vol tekeningen en het duurde niet lang of ze vonden er niet beter op dan grote gekleurde bollen op de grond te tekenen, hun handpalmen daarin te wrijven en die dan te gaan uitsmeren op elkaar en natuurlijk op ons. Ik heb spijt dat ik daar geen foto’s van heb want het was een geweldig zicht. Vooral Gunther met knalroze wangen en lippen! :)

We zijn gisteren ook nog eens voor een dagje naar Dwarikas teruggegaan. De spa manager had me tijdens ons verblijf uitgenodigd om een keer terug te komen voor een sessie ‘Singing Bowl Therapy’, met het idee dat ik daar dan iets over kon schrijven in 1 van de magazines. Terwijl je in lotushouding zit met je ogen gesloten, slaat de therapeut een uur lang op koperen kommen die op verschillende toonhoogtes trillen. Het was een heel bevreemdende ervaring. Ik weet nog steeds niet wat ik ervan moet denken. Het heeft veel te maken met het opheffen van blokkades en het terug laten stromen van je energie. En dat bleek ook wel zo aan te voelen na de sessie. Het had niets te maken met mij energieker te voelen maar ik voelde mij wel alsof ik onder spanning stond, zoals een batterij die ‘overladen’ was. Mijn handen voelden heel erg warm en mijn vingertoppen tintelden. Als ik mijn handpalmen naar elkaar toe bracht, voelde ik de lucht ertussen bijna zinderen. Zo raar dat ik dacht dat ik het mij inbeeldde. Ik vroeg dus aan Gunther om zijn hand tussen die van mij te steken, met mijn eigen handpalmen op 2 cm afstand. En hij zei meteen: ‘Amai’, da’s warm!’.

Zonder dat ik hem had aangeraakt! En laten we nu eerlijk zijn, als er iemand 100% rationeel is op dat vlak, is het Gunther wel. Of wacht, onze pa is misschien nog net een graadje erger! :)Weer een straffe ervaring dus, die ongetwijfeld moeilijk met de ratio te vatten is.

We hadden trouwens weer onwaarschijnlijk veel geluk. Ik had de dag ervoor naar de weersvoorspellingen gekeken en er werd 75-80% neerslag verwacht. :S Er bleek uiteindelijk echter geen wolkje aan de lucht en we hebben de hele dag een stralende zon gehad :). Nancy was overigens ook zo vriendelijk om Gunther zelfs nog een gratis massage te geven van 1,5 uur, terwijl ik nog aan het werk was en ’s avonds hebben we nog even gezellig met haar gedineerd.

Echter, terwijl Gunther heerlijk zorgeloos van dit alles kon genieten langs het zwembad, heb ik het grootste deel van de dag mega gestresst om het magazine af te krijgen. Ik heb zowat de hele dag gespendeerd aan het mailen en bellen met het babymag team met last minute correcties en van die typische deadline dingen. Ik vertrek overigens meteen weer naar het internetcafé om te kijken of alles nu ok is, aangezien ik gisterenavond laat niemand meer vast kreeg. Dat uurverschil is niet altijd even makkelijk natuurlijk. Het is de laatste weken dan ook op dat niveau bijzonder druk geweest voor mij. Ik ben elk vrij moment dat ik had naar de Flavors in Boudda gelopen, een dikke 20 min van hier, omdat ik daar de snelste connectie heb. En ook in het weeshuis profiteerde ik van de ‘vrije’ momenten als de kids naar school waren, om me naar de computerkamer te reppen en weer verder te werken.

Gunther vond het niet altijd even grappig dat ik constant aan het werk was en ik vrees dat het ook nog niet volledig gedaan is, de komende weken. Tenminste, als ik ook nog een beetje van Australië wil genieten ook.

Ik moet er immers voor zorgen dat de artikels tijdig gelanceerd worden, bestellingen worden geplaatst bij de medewerkers etc. Het vierde magazine moet immers alweer klaar zijn op 20 augustus, dus ik kan het men niet echt permitteren om stil te blijven zitten en 100% vakantie te vieren.

Soit, het stoort me niet altijd even erg, ik doe het immers graag. Ik heb er alleen veel meer moeite mee als er problemen ontstaan en je niet dichter bij thuis bent om ze meteen op te kunnen lossen of sneller te reageren. Ik ben bv tevreden met de cover van ons derde nummer dat eind juli in de rekken ligt maar ik vind bepaalde artikels weer veel te Franstalig. En dat had ik mogelijk kunnen voorkomen als ik thuis was geweest. Soit, weer een les voor het volgende nummer dus…






Hierbij toch al een aantal foto's voor de mensen die ons niet via Facebook kunnen volgen! Gunther en Nathalie

vrijdag 17 juni 2011

Vrijdag 17 juni

Het gebeurt hier maar zelden, maar deze avond is het nog eens het geval, Nathalie is slapen en ik ben nog niet moe dus dacht nog maar is wat te schrijven voor de blog. We zijn nu over de helft van onze 3 maanden en dat geeft toch wel een vreemd gevoel. Daarvoor leek het of deze 3 maanden gingen blijven duren maar nu resten er ons nog maar 2 weken in het weeshuis. Daarna volgt nog wel een maand in Australië maar het voelt alsof die ook zal voorbij vliegen en wij al bijna terug in België staan.

Zoals Nathalie ook al schreef, zijn wij dus 'Godmother' en 'Godfather' geworden van Sonam, één van de kinderen in het weeshuis. Vooral Nathalie, wiens moedergevoel ongelofelijk hard is aangewakkerd, is zot van hem. Gisteren is ze dan ook met hem op uitstap geweest en ik denk dat ze er allebei even hard van genoten hebben. Ik moest mij nog wat toeleggen op de voetbal want zondag is de eerste match en zo konden zij met hun tweetjes wat quality-time doorbrengen. De verhalen en gezichten achteraf waren geweldig gewoon, zo waren ze momo’s gaan eten, had hij cola mogen drinken en had hij als dessert een stuk chocoladetaart gekregen. Dan waren ze nog nieuwe schoenen, een jeansbroek, een bloes en een paraplu voor hem gaan kopen en hadden ze de taxi teruggenomen naar het weeshuis. Toen ze daar aankwamen had hij zijn nieuwe kleren al aan en was hij zo fier als iets, de andere kinderen zaten in het klaslokaal en hij kon dan ook onmiddellijk zijn nieuwe kleren aan iedereen laten zien. Prachtig gewoon om te zien hoe hij er van genoot. Vandaag hebben we hem nog een speelgoedautootje en croc’s gekocht, ja hij wordt al helemaal verwend (door zijn godmother :)). Volgende week zaterdag nemen we hem in de namiddag terug mee en gaan we hem nog een nieuwe rugzak kopen en met hem iets eten. Ach ja, het zal misschien de enige keer zijn dat hij ons ziet dus mogen we hem wel wat verwennen.

Zaterdag 18 juni

Goeiemorgen! In tegenstelling tot wat gisterenavond de uitzondering was, is deze ochtend géén uitzondering. Ik ben weer veel te vroeg wakker (kwart voor 8) en Gunther slaapt nog :)

En dan zie ik dat ‘m gisterenavond nog mijn beste verhaal ‘gepikt’ heeft ook :)

Inderdaad, terwijl Gunther zijn grote passie, voetbal, ook hier in Nepal op de voet volgt (ge moet ne keer zien hoe trots hij is als hij die mannen kan coachen en ze hem weer eens komen vragen voor een match :)), heb ik ook eindelijk mijn grote passie gevonden: Sonam.

Hoewel we hem pas sinds een paar dagen zijn beginnen sponsoren (60 euro per maand is het maximale bedrag per kind om naar school te kunnen gaan etc), voel ik me nu al echt alsof ik zijn meter ben.

Hij trok in het begin al mijn aandacht door zijn ‘verhaal’. In tegenstelling tot de meeste kinderen, heeft Sonam geen familie. Of tenminste, niemand weet wie zijn ouders zijn, of ze nog leven, of waar ze zijn. Hoewel we aanvankelijk dachten dat Shangrila een weeshuis is, is het dat niet. Het is een opvangtehuis voor ‘minderbedeelde kinderen. Dat betekent dat de meeste kinderen nog minstens 1 ouder hebben en vaak ook nog ene broer of zusje in het home hebben. DE familie is echter niet in staat om voor hen te zorgen. Hoewel er ook een aantal kinderen zijn die door hun ouder(s) naar daar werden gebracht en hen daarna nooit meer hebben teruggezien. Sonam werd vorig jaar in Kathmandu gevonden aan de poort van de CPCS shelter. Hij was ondervoed, had geen naam, geboortedatum of afkomst. Sonam is de naam die de welzijnswerkers hem toen gegeven hebben. Ze schatten hem vijf jaar maar niemand kan dat dus met zekerheid zeggen. Hij wist zelf ook helemaal niets over zijn afkomst, hoewel er wordt gezegd dat hij het dialect van de Tamang sprak, 1 van de grootste bevolkingsgroepen van Nepal, waarmee je helaas nog niets weet.

Sonam zit pas sinds december 2010 in Shangrila Home. In het begin was hij vrij onhandelbaar volgens Wim. Het was zelfs een pyromaantje! Intussen is hij een pak gekalmeerd en zie je dat er een lief hartje achter de streken steekt. Hij verstaat ook al een minimum aan Engels, hoewel je het niet te ingewikkeld moet maken.

Hij heeft nog veel problemen met bezittingen. Alles wat hij ziet, wil hij hebben: ‘Mero, mero’ (Van mij, van mij!’) En als hij het dan heeft, maakt hij het stuk binnen de 24u. We hadden hem een motootje gekocht voor nog geen 2 euro (Harley Davidson modelletje). Hij was zo fier als een gieter en ging het in alle kamers tonen, maar 2 uur later was het zadel ervan af, een uur later de wielen en tegen de avond was de motor gewoon in twee :) Het is dus wel een bandiet af en toe en je moet hem regelmatig terugfluiten maar ik heb niet het gevoel dat hij dat doet omdat hij echt stout is. Hij tast graag zijn grenzen af en je mag niet vergeten dat het absoluut niet duidelijk is wat voor opvoeding hij voorheen heeft gehad. Als er al sprake van opvoeding was. Hij heeft ook nog de vervelende neiging om heel hard te gaan schreeuwen als hij boos is of als iemand hem pijn heeft gedaan. Hij huilt dan niet gewoon maar gaat bewust ergens onwaarschijnlijk hard liggen brullen. Dat probeer ik er nog een beetje uit te krijgen in de twee weken die ons nog resten. Ijdele hoop misschien maar hij zegt tegenwoordig toch ook al sneller 'thank you' en 'please' omdat ik daar zo op hamer :)

De tweede reden dat ik voor Sonam koos, is omdat ik gewoon op een bepaald moment verliefd op hem werd. En dat was zelfs vrij vroeg tijdens ons verblijf in Nepal. Ik weet nog dat hij ziek was en dat hij met hoge koorts in zijn bed lag. Ik ben toen naast hem gaan zitten en heb slaapliedjes voor hem gezongen, terwijl ik hem over zijn haren streelde. Op een bepaald moment nam hij mijn hand en trok die onder de deken waar hij hem tegen zijn bibberende lijfje drukte. Ik denk echt dat er toen iets in mij werd losgemaakt waarvan ik vergeten was dat ik het had.

Gunther heeft gelijk. Mijn moedergevoel is onwaarschijnlijk aangewakkerd hier en vooral door Sonam. Een beetje druk voor onze relatie wel, want Gunther voelt het nog niet zo aan maar we praten er wel over en ik geef hem zijn tijd. Net zoals ik heb ontdekt dat ik mijn redenen had om dat gevoel weg te drukken, ben ik ervan overtuigd dat Gunther die ook heeft. Hij heeft gewoon wat meer tijd nodig om erachter te komen.

Ik besef ook heel goed dat mijn prioriteiten langzaamaan veranderd zijn. Ik heb sinds mijn studententijd tot ik bijna 30 werd, ontzettend de beest uitgehangen. Ik heb alles gedaan wat ik wilde doen. Fuiven, drinken, experimenteren, afterparty’s, vriendjes, … Noem maar op. Ik heb hard en goed geleefd, al zeg ik het zelf :) En daarna heb ik, verschillende jobs gedaan waar ik telkens veel heb bijgeleerd, fantastische mensen heb leren kennen, een ontzettend groot netwerk heb opgebouwd en ongelooflijke kansen heb gehad, jobs, waarmee ik al op jonge leeftijd goed mijn geld verdiende (hoewel het er even snel terug door ging J) en waardoor ik oude passies terug ontdekte (organiseren, schrijven, fotograferen, …) Tot slot zijn er de onwaarschijnlijk mooie reizen die ik al heb mogen maken (Canbodja, Thailand, Ijsland, India, Sri Lanka, Ierland, Nepal, LA, Praag, Schotland, …)

Als ik soms terugkijk, lijkt het of ik al meerdere levens heb geleid :D

Het ‘moeten’ is de laatste jaren dus meer en meer gaan verzwakken. Ik moet niet meer op elk feestje zijn, ik moet niet meer de beest uithangen, ik moet niet meer zonodig gaan terrassen als ik meer zin heb om in de zetel te blijven hangen. Ik hoef ook geen excuses meer te bedenken. Ik zeg gewoon tegen mijn vrienden dat ik moe ben, dat ik geen zin meer heb of dat ik terug naar mijn lief wil.

Heet dat ouder worden dan? Dan is het goed voor mij :D

Gunther heeft naar mijn gevoel wel nog af en toe die behoeften. Hoewel hij beweert van niet, denk ik dat hij vroeger soms toch een beetje minder tijd had voor zichzelf. De jaren dat ik de beest uithing, was hij eigenlijk al een hardwerkende vader. Hij zegt dat hij niets gemist heeft, maar dat geloof ik hem niet. Dat hij ook op dat moment gelukkig was, daar twijfel ik niet aan. Ik denk echter wel dat jonge mensen in hun leven sowieso door een aantal fasen heen moeten, en bij de ene duurt dat al wat langer dan bij de andere… Net zoals Sonam nu eigenlijk nog maar net begint te onderzoeken wat kan en wat niet kan.

En Gunther terug heeft ontdekt wat hij zelf graag doet. Ik ben ook erg blij dat hij tijdens deze reis heef ontdekt dat zijn werk wél hetgene is wat hij wil doen. Ik zou hem in eender welke beslissing hebben gesteund, begrijp me niet verkeerd, maar de fase die hij nu doorging, had ik al meermaals doorgemaakt en voor hem was het een behoorlijke mijlpaal. Soms ligt een ontevredenheid niet zozeer in wat je doet maar in 1 van de onderdelen ervan. En dan is het aan jou om daar verandering in proberen te brengen. Van job veranderen (vluchten), heeft dan zeker geen zin, want je zal telkens tegen hetzelfde probleem blijven aanlopen.

Ik ben dus blij dat hij zijn goesting terug heeft gevonden. Ik was er al van overtuigd dat hij goed was in wat hij deed maar het was aan hem om dat ook zelf terug te gaan geloven. Net zoals ik er meer dan ooit van overtuigd ben, dat zelfstandig worden de beste beslissing ooit was voor mij en ik me nooit meer terug onder een baas zie werken. Het had alleen een behoorlijke tijd nodig voor ik dat besefte. En ook door dat proces moest ik eerst heen gaan.

Soit, ik ben compleet afgedwaald zoals gewoonlijk :). Terwijl Gunther dus ging voetballen eergisteren, heb ik onze ‘zoon’ mee op stap genomen.

Ik had voor de gelegenheid mijn eigen kurta aangetrokken, zodat ik ook een beetje meer ‘Nepalees’ leek :) En zo liepen wij door de straten richting Boudha. Hij maar op winkeltjes wijzen en vragen: Momo’s? En ik telkens: ‘Little more walking, Sonam’ (ja, brakke Engels, anders snappen ze het niet;))

Dan zijn we eerst gestopt voor nieuwe schoenen. Hij zo fier als iets! En daarna doorgewandeld naar het restaurant, waar we twee cola’s, chicken momo’s, paneer cheese (gefrituurde kaasblokjes) en peanut sandheko (pinda’s met pepertjes, ajuin, tomaat en spicy kruiden) aten tot alles leeg was J Zo genieten dat die kleine deed, en ik al even erg. Hij vond het geweldig hoe het rietje in de cola door de bubbeltjes terug omhoog kwam (didi, hi, hi, hi – kijk, kijk, kijk!), hij experimenteerde met momo’s en ketchup en testte de paneer en de peanuts om tot het besluit te komen dat hij het allemaal lustte :) En ik leerde hem zijn momo’s niet in een keer in zijn mond te proppen maar eerst met zijn lepel door te snijden.

Intussen was het beginnen regenen en omdat ik mijn handen al vol had met de lychees die ik onderweg gekocht had, de zak met zijn schoenen en mijn grote paraplu, besloot ik hem ook maar een kinderparaplu te kopen. Een geweldig zicht! Hij liep trots langs mij en ik stuurde het topje van zijn paraplu bij met mijn vrije hand zodat hij zijn regenscherm met beide handen kon vasthouden en intussen dicht genoeg bij mij bleef.

Daarna gingen we nog een chocolate brownie eten in het Saturday Café, waar hij met een engelengezichtje een stukje naar mij schoof en zei ‘You, didi’ (ik weer smelten! :)). En tot slot gingen we nog een jeansbroekje en een sweater met capuchon voor hem kopen. Hij wist meteen welke broek hij wou en die paste als gegoten. De sweater was mijn keuze maar van het moment dat hij zijn cap opzette, was hij helemaal verkocht. Eigenlijk zag hij er een beetje als een kleine gangster uit maar dat past wel bij hem vind ik :)

We kochten nog een sapje voor hem voor onderweg en namen de taxi terug naar het home (gezien het nog steeds regende en de afstand terug op zo’n moment behoorlijk lang is), alwaar hij het hele huis rondliep om zijn nieuwe outfit te showen en luidkeels te verkondigen dat hij die van zijn ‘godmother’ had gekregen. Zelden een kind zo zien stralen!

Gunther, die in het home op ons had gewacht, en ik keken vertederd toe vanachter het raam van het klaslokaal terwijl hij zich langs alle kanten liet keuren door de rest van de bende.

Eindrekening voor ons:

3,2 euro voor een nieuw paar schoenen

4,75 euro voor ons middagmaal

2 euro voor de paraplu

0,65 euro voor de brownie

0,65 voor het sapje

11 euro voor de jeansbroek en de sweater

Voor dat bedrag zou je het maw elke dag opnieuw herhalen! En nu begrijpen jullie ook waarom ik zoveel moeite heb om iets niet voor hem te kopen. Het kost gewoon niets en ik besef maar al te goed hoe klein de kans is dat ik hem ooit nog eens ‘live’ terug zie.

Daarom hebben we hem intussen ook nog een nieuw paar crocs voor nog geen 4 euro gekocht en een nieuw autootje voor 2 euro. (Ietsje steviger deze keer!) Gunther heeft me moeten tegenhouden om hem niet nog een Spidermanbokshand (waar ik nog steeds spijt van heb dat ik hem niet heb gekocht!), een petje en een nieuw T-shirt te kopen.

Het zou er waarschijnlijk over zijn maar kijk eens hoe weinig dat dat voor ons kost, terwijl dat voor hen net zoveel kost.

Zaterdag nemen we hem nog dus nog eens samen mee op restaurant. Ik wil dat Gunther het ook eens heeft meegemaakt :) We kopen hem dan sowieso nog een nieuwe boekentas, die hij al heeft aangeduid en die ook weer maar iets van een 3,5 euro kost. En Gunther weet het nog niet, maar ik ben vastbesloten hem nog 1 laatste cadeau te laten kiezen, dat hij dan krijgt als wij vertrekken. Ik ga alleen proberen dat het iets wordt, dat niet na 1 dag kapot gaat zijn en waar hij ietsje langer plezier van heeft. :D

Btw: er zijn nog enkele kinderen die een sponsor kunnen gebruiken in Shangrila Home. Als er iemand zich geroepen voelt? Bikal voor 30 euro per maand, een ongelooflijk lieve jongen. En Ilan, is een heel grappig kereltje en heeft ook nog helemaal geen peter of meter. Je bepaalt zelf hoeveel je per maand wil storten voor zo’n kind, met een maximumbedrag van 60 euro dus.

Meer info vind je op www.shangrilahome.org, onder de rubriek ‘Kind zoekt sponsor’.

En voor degenen die het echt zien zitten en zouden wensen dat wij dat kind een leuke dag bezorgen, laat het ons maar weten hoeveel jullie wensen te sponsoren, dan schieten wij wel voor en zorgen dat dat kind een onvergetelijke dag krijgt! J

woensdag 15 juni 2011

donderdag 16 juni

Het leven is anders als je voor langere tijd in het buitenland verblijft. Zo wordt de levensduur van gebruiksvoorwerpen plots een pak overzichtelijker.

Een potje Thera-Med tandpasta gaat 1,5 maand mee, een deo-rollstick zal de 2 maanden net wel halen. De grote tube shampoo/zeep van Bodysol ging nog geen maand mee, grote reisaanrader overigens wegens zeer handige spuitflacon die je ondersteboven aan de douchestang kan hangen zonder dat de zeep eruit loopt en navulbaar (bij de apotheek! ;))

We hadden een klein en een groot doosje oordopjes uit was, waarvan ik schat dat ze net voldoende zullen blijken voor de totaalreis. Rekening houdend met het feit dat je ze telkens na ongeveer 1,5-2 weken vervangt.

En kleren, dat is ook weer een heel ander verhaal. Veel reizigers zeggen zo weinig mogelijk mee te nemen naar Azië omdat alles er spotgoedkoop is. Ja, dat is zo, dus neem een minimum mee. Wij hebben dat niet gedaan, maar ook niet overdreven. Je neemt best zo multifunctioneel mogelijk mee. Voor mannen zijn dat bv. lange broeken die je kan afritsen, voor vrouwen zijn dat bv. tunieken die je met of zonder legging (bv. voor het strand) kan dragen. Sjaals zijn ook multifunctioneel. Ze kunnen dienen om je warm te houden, te beschermen tegen regen of zon, als sarong op het strand, om iets in te pakken of als picknickdeken.

We hebben ook een paar van onze lievelingskledingsstukken meegenomen. Dit wordt meestal afgeraden maar wij voelen ons er net iets prettiger door. Ja, de kan is groot dat we het grootste deel gaan moeten weggooien voor we terug richting thuis vertrekken maar ze hebben tegen dan hun dienst wel weer dan voldoende bewezen.

Waar we een T-shirt of short thuis misschien sneller wegsmijten als er een scheur of een gat is, laten we ze hier opnieuw en opnieuw herstellen door de didi’s. Naaien en stikken zijn immers vaardigheden die hier nog steeds van generatie tot generatie worden doorgegeven. Als je met kinderen bezig bent, scheuren je kleren sneller, worden ellenlang uitgeleerd, besmeurd met snot en speeksel, … het doet ons allemaal niets meer als we de zoveelste keer aan een uitgebreide was moeten beginnen na onze shifts. En die was is natuurlijk ook een van de redenen waarom onze spullen sneller slijten. We doen de handwas met vrij krachtige zeep en borstels en dat blijkt toch een bijzonder groot verschil met de thuis zo gemakkelijke wasmachines. Het drogen in de zon is dan wel een pak ecologischer maar maakt ook weer dat de kleren sneller van hun kleuren verliezen als je ze te lang laat hangen.

En wat maakt het ons nog als ons T-shirt niet matcht met onze broek?

De Nepalezen lopen hier rond in alle mogelijke kleurcombinaties en prints en plots denk je. Hey, ik zou zeker wel een groene tuniek op een knalroze broek kunnen dragen en het is nog mooi ook.

Ik heb overigens ook al een paar spullen laten maken. Voor 11 euro kocht ik een stoffencombinatie die voor 3 euro werden omgetoverd in een harembroek, een kurta (overgooier) en een afgezette sjaal. Een authentieke Nepalese outfit dus.

Op dit moment heb ik nog een andere kurta in de maak voor 3 euro en een rok waarvan ik de prijs nog niet weet mar die waarschijnlijk rond de 2 euro zal kosten. Het hoeft zo moeilijk allemaal niet te zijn, toch? :)

dinsdag 14 juni 2011

woensdag 15 juni 2011

In Nepal…

Snuiten mensen hun neus niet in een zakdoek maar trekken hun snot op door hun neus en rochelen het uit op straat, mét bijbehorende geluiden

Sjouwen vrouwen kilometers ver met manden vol bakstenen in een mand op hun rug, voortgetrokken met een stoffen band rond hun voorhoofd, waardoor ze tegen hun 60ste zo krom lopen als een boog

Lopen mannen hand in hand en arm in arm maar is lichamelijk contact tussen mannen en vrouwen op straat uit den boze

Pikken de kippen de vlooien uit de pels van de schurftige honden, die meestal totaal verwaarloosd en met etterende wonden door de straten dolen

Slaan mannen vrouwen met een bamboestok midden op straat en niemand reageert

Razen motors, bussen en vrachtwagens rakelings langs elkaar zonder dat er 1 verkeersregel in acht wordt genomen, met uitzonderingen van het links rijden dan

Weerklinkt bij elk vallen van de avond een uren durende serenade van straathonden die door de stad lijkt te trekken als een Mexican Wave

Gooien mensen zakken popcorn en snoep op een hoop middenin een cirkel zingende monniken

Wandelen mensen drie keer rond de grote stupa van Kathmandu en gooien zich elke twee meter horizontaal ter aarde om een gelukkig leven af te smeken

Duurt een begrafenis minstens 7 dagen en lopen familie en vrienden gedurende deze hele periode de deur plat met tonnen eten en liters olie voor de kaarsjes die ze ontsteken

Kunnen dorpsjongens van 8 jaar van huis weglopen omdat ze geen zin hebben om te studeren en nooit niks meer van zich laten horen doordat er in hun dorp geen communicatie mogelijk is

Snuiven kinderen van 9 jaar lijm op straat en roken marihuana

Gaan de mensen rond 21u slapen en staan om 5u ’s morgens op

Valt de elektriciteit uit op de gekste momenten

Verkopen honderden winkeltjes dezelfde nutteloze dingen die voornamelijk uit frisdrank en noedels lijken te bestaan

Hebben ze een feestdag voor elke heilige die een scheet laat

Hebben ze een banda oftewel staking voor elke heilige die geen scheet laat. Meestal weet je pas de dag zelf of het nu wel geen staking is. Op deze dag sluiten de meeste winkels en rijdt er zo goed als geen verkeer meer.

Springen mensen op en van rijdende bussen

Laten mama’s hun kinderen hun behoefte doen langs de berm of eender waar het op dat moment uitkomt. Op het platteland doe ook de volwassenen het ‘out in the open’

Is 10 euro al veel geld

Dragen veel baby’s en kleine kinderen geen onderbroek

Kan een stralende zon op 5 minuten omslaan in een tropische regenstorm

Lijkt het of iedereen van jongsafaan een ambacht kent, waarbij kleermaker, slager en winkelier de boventoon voeren

Staan straathonden de hele dag op wacht voor de slagers die hun met vliegen bezette vlees uitstallen in de openlucht

Zijn cola en chocolade voor veel mensen een traktatie

Loopt iedereen op slippers of flipflops

Wordt geld ingezet door de leraars op de voetbalmatchen van hun leerlingen

Zegt niemand van nature uit ‘dank u’ (daynebat in het Nepalees)

Moeten vrouwen hun schouders bedekken als ze buiten komen maar mogen wel hun kind de borst geven en plein public

Kopen de mensen hun groenten en fruit meestal per kilo

Liggen de bedelaars, blinden en gehandicapten op de feestdagen in ene lave cirkel rond de grote stupa

Toeteren auto’s de hele dag door hun aankomst aan

Lopen elke dag duizenden mensen rond de grote stupa terwijl ze hun vingers laten glijden langs de houten gebedkraaltjes rond hun hals of hun pols

Smaken fruit, groenten en kip zoveel verser en lekkerder dan in België

Biedt bijna elk restaurant naast Nepali gerechten, dezelfde internationale gerechten als pizza, pasta carbonara, friet en chow mein

Is het eten van momo’s, , vergelijkbaar met Chinese dim sums of dumplings, een absolute aanrader

Vind je een Belgische frituur terug in Thamel

Aarzelen mensen niet om hun kinderen een flinke oorveeg te geven, aan hun oren te trekken, een stamp tegen hun gat te geven of hen in de hoek te zetten

Wordt over elke prijs onderhandelt, zelfs als het een kilo patatten betreft

Dragen alle kinderen uniformen naar school

Dragen de meeste hindoes een tika op hun voorhoofd, die in sommige gevallen een opgekleefde ronde stip is maar in veel gevallen ook en gekleurde klonter verf, deze wordt aangebracht op d eplaats waar het ‘derde’ oog’ zou moeten zitten

Verbranden de hindoes hun lijken in Pashupatinath, langs de Bagmati rivier die uitmondt in de heilige Ganges rivier in India

Lopen koeien en geiten los over de straat

Ruiken bepaalde gedeelten indringend naar uitwerpselen

Zorg je best voor een muskietennnet

Werken de meeste mensen bij geen of zeer slecht licht, wat ongetwijfeld verklaart waarom er zoveel Nepalezen oogproblemen hebben of simpelweg blind worden

Kan je maar beter geen kanker krijgen want er blijkt maar 1 bestralingsmachine te zijn in het ganse land

Wat ik leer over mezelf in Nepal

Niets compleet nieuws dat is zeker. Wel verbeteringen va hetgeen ik al een tijdje wist, of tenminste, een poging tot. En daarbij voeren twee karaktereigenschappen de boventoon: de controle en het ongeduld.

Aan beide probeer ik te werken. En dat is niet altijd evident.

Ik heb gemerkt dat ik het effectief altijd op mijn manier wil doen (met dank aan ettelijke discussies met mijn wederhelft, waarvoor dank) en dat ik het in veel gevallen denk beter te kunnen of te weten dan anderen. Ik doe dat nooit met slechte bedoelingen maar gewoon omdat ik de neiging heb om anderen iets bij te brengen en omdat ik het gewend ben om de dingen zelfstandig aan te pakken. Ik ben nu eenmaal geen teamplayer, dat ben ik nooit geweest. (Een van de dingen waar ik dan wel 100% in verschil van Gunther :))

Gunther loopt daar soms van tegen de kast op dus nu ben ik mijn aan het oefenen in het vragen: ‘Schat, mag ik een suggestie doen?’ ipv ongevraagd mijn mening te geven.

Zoals ik al zei, niet evident :)

Het ongeduld wordt ook effectief op de proef gesteld. Zeker in een land als Nepal waar de mentaliteit heerst van: als het vandaag niet is, is het morgen wel. Maar opnieuw, het is een leerproces. Je gaat geen eigenschap die je je hele leven hebt gehanteerd van de ene dag op de andere omgooien. Ik zal waarschijnlijk altijd wel een ‘felle’ zijn maar ik ben ervan overtuigd dat het mij gaat lukken om dat meer en meer in te perken en ietwat te laten verzachten. Het is de passie voor het leven die drijft en die maakt dat ik extra intens in alles opga, iets waar Gunther dan weer iets meer naar tracht te streven.

En ik leer beter naar mijn lichaam luisteren. Ik wist al langer dat men mij met rust moet laten als ik moe ben maar hier word je met al je ‘défauts’ dubbel zo hard geconfronteerd. Er is geen ontsnappen meer mogelijk. Dit is wie je bent. Als je bent ‘afgesneden’ van degenen die voor een groot stuk mee je leven bepalen en vaak ook een deel van je gedragspatronen, word je terug geconfronteerd met de essentie. Wie ben jij? En dat is zeer tweeledig. Zo maakt het feit dat ik ongeduldig ben, dat ik enorm snel reageer op opportuniteiten maar maakt het ook dat ik andere mensen de mogelijkheid niet geef om hun kans te wagen. Een beetje survival of the fittest als het ware.

En zo is het feit dat ik een controlefreak ben, positief omdat ik altijd een plan B, C en zelfs D voorhanden heb als er ook maar het geringste misloopt, maar laat het soms minder ruimte voor onverwachte kansen.

Heel verwarrend allemaal. Ik worstel er bij momenten nog heel erg mee. Zo had ik het vorige week heel moeilijk met het feit dat ik zo’n regelteef ben, terwijl ik nu volle bak bezig ben met de deadline van babymag (volgende maandag) en deze eigenschap van mij daar weer helemaal tot zijn recht komt. Ik bruis, borrel en loop over van creativiteit en ideeën.

Hoewel het mij soms onwaarschijnlijk veel stress geeft om van hieruit het magazine te maken, geeft het mij aan de andere kant heel erg veel voldoening om te kunnen werken. En te weten dat je weer een product aan het vervaardigen bent dat je over een paar maanden kan openslaan en doorbladeren.

Soit, genoeg geleuterd, duty calls en er staan mij weer een aantal na te lezen vertalingen en PDF’s te wachten as we speak.