zondag 29 mei 2011

Zaterdag 28 mei

Twee posts op een dag, tja, we hebben even achterstand omdat we wat problemen hadden met onze blog maar we zijn zo weer bij gepraat :)

Ik heb gisterenavond mijn eerste grote realityshock gehad. En ik ben er nog altijd niet goed van.

Je zou denken dat ik met hetgeen we in het weeshuis hebben gezien of met de misvormde en blinde bedelaars op straat toch al iets meer geraakt had moeten zijn geweest maar dat was ik eigenlijk niet. Alles wat tot nu toe nog aanvaardbaar. Waarschijnlijk omdat ik tijdens mijn reizen al het een en ander heb gezien. Tot gisteren.

We waren in Thamel voor een bezoek aan de Belgische frituur ter ere van het afscheid van Gert, toen ik we een hoek omdraaiden en ze daar plots stonden. De lijmsnuivende kinderen.

Ze moeten in leeftijd gevarieerd hebben van 9 tot 15. In het eerste ogenblik besefte ik nog niet goed wat mijn oog exact registreerde. Ik was nog aan het verwerken dat een gast ons aansprak met de vraag of we marihuana wilden kopen met een flik op twee meter van hem. De kinderen stonden daar een vijftal meter achter.

Nobody gives a shit. Tenminste, dat werd me toen duidelijk.

En ik besefte het op dat moment slechts oppervlakkig, maar de waarheid sloeg vanmorgen in als een bom. En ik was er écht slecht van.

Het toeval wil dat ik net een tweetal boeken in het genre uit heb. De eerste heb ik in Pokhara opgepikt en is het autobiografische verhaal van een kindsoldaat van 13 jaar uit Sierra Leone: ‘A long way gone’. Het tweede heet ‘Sold’, over een Nepalees meisje van 13 dat uit armoede wordt verkocht door haar stiefvader en in een Indisch bordeel belandt. Schrijnend, is ene synoniem dat met moeite de lading dekt.

En op zo’n moment weet je dus niet meer waar je je nu het slechtste over voelt. Is het de wetenschap dat deze kinderen nooit een normale zorgeloze jeugd hebben gekend of zullen kennen? Is het het feit dat zelfs de authoriteiten geen actie ondernemen? Of is het het besef dat je zelf zo ongelooflijk gezegend bent dat je van een dergelijk lot gespaard bleef? Net zoals degene die je liefhebt. Dat je jezelf thuis wentelt in luxe en de enige zorg die je hebt, de vraag is welke outfit je de volgende dag gaat aantrekken, welke kleur de auto moet zijn die je dacht aan te kopen bij terugkeer uit het buitenland en waarheen je volgende vakantie zal leiden.

Gunther trachtte me te troosten en zei: ‘We doen toch iets schat’. Maar twee maanden hier, wat stelt dat nu eigenlijk voor? We hebben vorige week zelfs ‘vakantie’ gehad! En ok, we hebben plannen om één van de kinderen van Shangrila Home sponsoren, maar het lijkt een druppel in de oceaan.

Tot ik er gisterenavond met Wim over sprak. Hij zei me dat hij de gewoonte had gecreëerd dat, als er weer iemand belde of langskwam om een kind op te nemen in het home, hij het kind niet wilde zien en er niet meer over wilde weten dan strikt noodzakelijk was, tot hij er zeker van was dat ze een plaats hadden voor het kind.

Daardoor slaagde hij erin zich niet emotioneel te hechten en zijn schuldgevoel te ontlopen. Hij zei me: ‘Als ik me nu inbeeldt dat ik Tikka Maya en Sano Maya had weggestuurd en dat ze daardoor op straat hadden moeten leven, kan ik het ook niet plaatsen. Dat is een idee waar ik liever niet aan denk. Ik tracht niet stil te staan bij al de kinderen die we zo al hebben moeten wegsturen omdat we geen plaats meer hadden.

Ik antwoordde dat je dus eigenlijk moest concluderen dat wat je ook doet, het altijd ontoereikend zal blijven, en Wim bevestigde.

Je moet de rust en aanvaarding vinden in het feit dat het je tenminste niet koud laat, dat je iets doet, al is het maar een druppel.

Een oceaan is tenslotte niet meer dan een verzameling druppels toch?

zaterdag 28 mei 2011

Woensdag 25 mei

De 5 uur durende rit van Pokhara naar Chitwan was niet echt een aanrader en ik heb op een bepaald moment toch een Touristil moeten innemen. Het is dat de wegen hier heel erg hobbelig zijn en er vaak heel abrupt gestopt wordt waardoor het zo goed als onmogelijk wordt om nog even een oogje dicht te doen. Tel daarbij de ontelbare keren dat er geclaxonneerd wordt en je weet genoeg. Mijn maag voelde het ook maar was na de reispil al een pak beter.

Het deed me heel erg denken aan mijn tripje naar Pai in Thailand in 2006, een rit die ook een 3-4 uur duurde en rakelings langs onafgezette afgronden reed, vaak in bochten van 90° en terwijl er nog camions voorbij staken ook. Zot zijn ze hier wat dat betreft. Maar ik ben blij dat Gunther het nu ook een keer in levende lijve heeft meegemaakt :)

We kwamen in de Travellers Jungle Lodge alwaar we meteen onze lunch kregen geserveerd. Daarna was het tijd voor een olifantenrit door de jungle. Hoewel het niet slecht was, was het iets minder leuk dan verwacht, om de simpele reden dat we met 4 toeristen tegelijk op een olifant zaten in een soort van houten vierkant. Voor ons zat een Indisch koppel met als gevolg dat Gunther en ik op de achterste hoeken zaten. En achteruit meewandelden als het ware. Naast onze olifant waren er zo nog zeker 10 andere die tegelijk vertrokken met telkens mini-troepjes toeristen op hun rug. Ik moet bekennen dat de reden dat ik me aan dit soort dingen meestal erger, voornamelijk te wijten is het feit dat ik een beetje verwend ben geraakt op dat vlak. Als journalist heb ik vaker de kans om meer individuele en exclusieve dingen mee te maken, die meestal niets te maken hebben met de grote hordes toeristen. Zo heb ik de mooiste reiservaringen tot nu toe meegemaakt in de Aman Resorts in Cambodja, India en Sri Lanka. Ik zou die hotels van mij leven niet kunnen betalen moest ik geen journalist zijn, want ze kosten rond de 800 dollar per nacht, maar hun excursies zijn van de uniekste die ik al heb meegemaakt en dus de grootste aanraders die ik kan geven.

Soit, ik dwaal af.

We trokken dus de jungle in op de rug van een olifant met voor ons twee Indiërs die al even erg zweetten als wijzelf. We zagen wat herten, verschillende vogels en… twee neushoorns. Jawel! Daarvoor waren we dus gekomen! :)

Iedereen natuurlijk meteen met zijn olifant rond die neushoorns, camera’s in de aanslag. Was tegelijk grappig en ook wel een beetje onnozel om te zien. Maar we waren wel blij dat we dat geluk hadden.

’s Avonds hadden we een cultureel programma in het theaterzaaltje van de stad, alwaar een twintigtal jonge kerels een paar gevechtsdansen met stokken uitvoerden en o.a. de paringsdans van een pauw uitbeelden door middel van een kerel die in een superbelachelijk pauwenkostuum was gestoken. Ik heb nog het hardst van al gelachen met Gunther die het bijna in zijn broek deed toen die pauw opkwam en in een deuk bleef tot het einde, waarbij de pauw bijna tegen de muur liep op haar weg terug van het podium. Ook de presentator was bijzonder hilarisch. Hij sprak Engels zoals de politie-agent van ‘Allo, ‘Allo’, dus wij lagen vooral in een deuk tussen de voorstellingen door. It is I, Lecleir :)

Na het Nepalese diner in ons hotel, kropen we ons bed in, waar ik een vrij helse nacht tegemoet ging omdat het veel te warm was en ik wel 100 keer gestoken werd door de muggen. Tja, daar op de Terrai is een muskietennet dus zeker wel een aanrader maar ja, dat van ons hing onze kamergenoten in Kathmandu nog te beschermen :S

De volgende morgen was het wat bewolkter en dat vonden we helemaal niet erg want die brandende zon de hele tijd bleek toch een beetje teveel van het goede.

We vertrokken om 7u30 met de kano om op zoek te gaan naar krokodillen. Echt een superervaring om zo dicht op het water te zitten en je te laten meevoeren door de stroming. We zagen echter maar 1 kleine krokodil en het ging allemaal zo snel dat we niet eens een scherpe foto konden maken. De ervaring op zich echter, was echt genieten.

Vervolgens gingen we terug aan land en trokken te voet verder door de jungle. Dat was een beetje bevreemdend en ietwat meer beangstigend. Er liepen immers tijgers, neushoorns, wilde olifanten en beren los in het park en zelfs de gids kon niet zeggen of we die al dan niet tegen het lijf zouden lopen!

Het was de eerste keer in mijn leven dat ik het gevoel had dat ik ergens liep waar ik eigenlijk niet uitgenodigd was. We zagen (gelukkig) slechts een wild zwijn vanop afstand en een paar apen tussen de bomen.

Onze wandeling leidde door het struikgewas naar de olifantenkwekerij alwaar een 30-tal olifantenten (en hun baby’s) werden gehouden voor de kweek. Het bijzondere was dat er een olifantentweeling was van twee jaar. Blijkbaar de eerste olifantentweeling ooit in Nepal en slechts het tweede paar ter wereld volgens onze gids. Er was ook net een kleintje geboren. Twintig dagen oud. Ik denk dat ik nog nooit zoiets schattigs heb gezien in mijn leven. Hij paste nog net onder de buik van zijn mama en maar flapperen met zijn oortjes. Dumbo maar dan in het echt! Echt een superervaring! En we hebben er hele leuke foto’s van kunnen trekken ook.

Echter, dat bleek nog niet eens het leukste onderdeel van onze ‘package’ te zijn. We kwamen even terug naar het hotel om een kwartier later terug op 1 van de huisolifanten te klimmen en terug richting de rivier te gaan. Deze keer zaten we niet op een houten schavotje maar direct op de rug van de olifant wiens rimpelige huid ruw prikte in onze onderbenen. Met dat we aankwamen zagen we al een groep jonge Indiërs die vanop de rug van een andere olifant die in het water lag, in het water aan het duiken waren. Iedereen was kletsnat en ze hadden enorm veel plezier. Het werd dus meteen duidelijk dat wij ook niet bepaald droog gingen blijven. De olifantendrijver was intussen van de olifant zijn rug gegaan waardoor Gunther en ik alleen achterbleven. Plots begon hij commando’s te geven en voor we het wisten, smeet de olifant met zijn slurf gutsen water over zijn rug. We waren meteen doorweekt. Vervolgens riep de man een ander commando waarop de olifant door zijn benen zakte en zich langzaam op zijn zij in het water liet zakken waardoor wij er natuurlijk afrolden. Hilariteit alom!

Vervolgens mochten we mee de olifant wassen (lees: water over de dikhuid gooien), die met behulp van zijn slurf de rest deed. Vervolgens kropen we terug op zijn rug en mochten we hem zelf terug naar huis ‘sturen’. Weer een superleuke en originele ervaring rijker!

Tegen 15u hadden we onze vlucht terug naar Kathmandu en daar hebben we ons intussen weer uitgebreid geïnstalleerd. Het voelde bijna net als ‘thuiskomen’.

Binnen een half uurtje vertrekken we richting het weeshuis voor het afscheidsetentje van Gert en morgen hebben we nog een vrije dag alvorens terug aan onze shifts te beginnen.

Ik moet bekennen dat dat me heel goed uitkomt want ik heb gezien dat ik nog dringend wat werk moet afronden voor Psychologies en wat stuff moet doen voor babymag.

We hebben daarnet onze rekeningen nog gecheckt en ik heb tot mijn vreugde mogen vaststellen dat het harde werk van de laatste maanden voor vertrek eindelijk heeft opgebracht. Voor een keer geeft het een fijn gevoel dat mijn facturen vaak laat betaald worden. Maw terwijl de betalingen nu binnenkomen, zit ik toch al even een maand in het buitenland. Laten we hopen dat dat zo mag blijven hé! :)

Zo Nathalie heeft naar aloude gewoonte weer prachtig verteld dus rest er mij alleen nog een kleine anekdote te vertellen van mij en flipflops (of zoals ik ze liever noem, teensletsen). In België was ik al geen groot voorstander van het fenomeen omdat ik vind dat zo een rubberstuk tussen de tenen totaal niet goed zit en omdat het gewoon lelijk is (kan ook wel aan mij liggen omdat ik zo’n lange tenen heb). Maar hier in Nepal is drievierde van de bevolking er wel voorstander van dus heb ik al mijn vooroordelen aan de kant geschoven en mij ook een paar gekocht. Ik moet toegeven zo slecht zaten ze eigenlijk niet, het voelde goed om mijn voeten wat lucht te geven en qua lelijkheid had ik er ook weinig last van want veel kijk ik niet naar mijn eigen voeten. Alleen de eerste keer dat ik ze aan had ging ik beneden bij ons appartement van het trapje af om de straat op te gaan en schoof ik volledig onderuit op mijn rug waardoor mijn rechter elleboog openlag. Oké, kan gebeuren, een onvoorzichtigheid van mij dacht ik, dus doe ik ze een paar dagen later terug aan in het home en zie ik op de binnenkoer een bal liggen, loop er naar toe, trap er een geweldige goal mee (denk ik toch J), vlieg de lucht in en beland vlak op mijn rug, resultaat: linker elleboog volledig open. Ik heb ze dan maar een paar dagen aan de kant laten liggen tot ik ze onbewust toch weer aanhad. Wij wandelen gewoon over straat tot ik op een bepaald moment met mijn linker teenslets achter een steen blijf hangen, gelukkig val ik niet maar de rubber voor tussen mijn tenen van de linker slets wel loskomt en ik verder naar huis kan op één slets. Toen begon het mij pas te dagen, hoeveel tekenen heb ik nodig eer ik wil inzien dat ik en teensletsen niet voor elkaar gemaakt zijn. Ik heb ze dan ook weggesmeten en denk nooit nog een nieuw paar te kopen, dat is dan al één wijze les die ik hier geleerd heb. :)

dinsdag 24 mei 2011

Woensdag 25 mei - even earlier morning :)

En nog eens een echt stukske tekst na de lyrische verhandeling over mijn lief :)

We schrijven woensdag 25 mei, 6 uur ’s morgens. Zijn extra vroeg moeten opstaan want vertrekken sebiet op een 5 uur durende bustrip :( richting Chitwan National Park :). Normaal gezien hadden we daar gisteren al moeten geweest zijn maar er was hier weer maar eens ‘banda’ (staking), waardoor er niets rond reed.

Een extra dagje Pokhara dus. Wat we al bij al nog niet zo erg vonden want het gaf ons tijd om naar de Peace Pagoda te klimmen. (De Peace Pagoda staat er ter ere van Boeddha die, hoewel hij zijn roeping in India vond, oorspronkelijk in Nepal geboren werd). Wij dus een bootje huren om naar de overkant van het Pewa meer te roeien alwaar we weer maar eens begonnen aan een klim van 1100 meter die al meteen vrij stijl omhoog ging. Ik had aan Gunther gevraagd om met een kleine voorsprong te mogen vertrekken omdat ik 1. graag kop trek :) en 2. als ik alleen ben, tegen niemand kan zeuren. Maw het gaat mij beter af als ik alleen moet klimmen. :) Het grappige was, dat het tempo er daarbij zo stevig inzat dat Gunther mij pas terug inhaalde op 150 m. van de top en hij er al die tijd van overtuigd was geweest dat ik eigenlijk al lang teruggekeerd was. Het had niets gescheeld of hij was zelf terug naar onder gegaan, in de gedachte dat ik daar op hem stond te wachten. Ok, ik geef toe, het was eigenlijk om goed te maken dat ik twee dagen ervoor naar mijn eigen gevoel een beetje teveel gezeurd had dat ik geen zin meer had om te klimmen en iets teveel had gevraagd: zijn we er nu nog niet? :)

Soit, het was een stevige klim van een 40-tal minuten waarbij we stevig in het zweet stonden. En daarna zijn we terug naar Lakeside geroeid om een lekkere curry te gaan eten.

Gegeten dat we hier trouwens al hebben gedaan in Nepal dat is niet normaal! Zoooo lekker man! Uiteraard de traditionele Nepali gerechten maar ze hebben hier ook een stevige Indische invloed dus ook regelmatig een kruidige groentencurry of iets in de trend van paneer pakora (gefrituurde groenten) of aloo masala (aardappelen) etc.

Gisteren hebben we dan ook per toeval nog twee van de betere restaurantjes aan Lakeside ontdekt. Voor de lunch gingen we naar Ghurkas Bar & Restaurant en ’s avonds aten we bij Thic Thac, terwijl de stroom in de stad de hele tijd uitviel en wij gezellig zaten te tafelen in de tuin bij kaarslicht, als enige klanten omdat we wat aan de vroeg kant waren :)

We moeten trouwens nog even iets rechtzetten. Het is eigenlijk niet Pokhara dat een backpackersstadje is. Pokhara is eigenlijk wreed groot. Het is gewoon het Lakeside stuk dat speciaal voor de toeristen is en off season (zoals wij nu) helemaal de moeite is om naar toe te komen.

Soit, het ontbijt komt er zo meteen aan. Morgen of overmorgen hopelijk meer nieuws, indien we over internet beschikken. Ik heb al begrepen dat we een olifantensafari gaan doen dus dat belooft! En de 26ste vliegen we tegen 14u terug richting Kathmandu!

Dinsdag 24/05 - early morning

Ik zie mijne vent graag. Dat is nogal een manier om mijn nieuwe blogpost te beginnen, niet ? ☺

Nee serieus. Ik zie mijne vent graag om heel veel redenen. Maar op dit moment effectief omdat we een paar dagen geleden onze eerste grote ruzie hebben gehad en hij sindsdien alle zeilen heeft bijgezet om te tonen hoe hard hij bereid is om te vechten voor onze relatie. Hetgeen maakt dat ik hem alleen maar liever zie.

Ik zie mijne pa nu waarschijnlijk met zijn ogen draaien ☺ maar ja, wij zijn een nieuwe generatie en wij denken over alles dubbel zo hard na. Niet alleen ik, Gunther ook. ☺
Het begon met een gesprek over kinderen. Ik, die nu plots zeker ben dat ik ze wil maar nu nog niet meteen (ik dacht meer richting een tweejarenplan of zoiets) en Gunther die het gevoel nog steeds ontbrak waardoor ik een beetje in paniek raakte.
Veel mensen zouden zeggen: laat het op zijn beloop, ge hebt nog tijd. Maar is dat wel zo? Ik ken spijtig genoeg mensen die tevergeefs op elkaar wachtten en hun relatie alsnog enkele jaren later moesten afbreken omdat de hoofden niet in dezelfde richting stonden. En is dat dan niet gewoon een zonde van je tijd en energie, hoe grof dat ook mag klinken? Of twee andere koppels waarbij de vrouw er zeker van was en de partner iets minder en die ervoor gingen maar waarbij de man van gedachte veranderde along the way. Bijgevolg, koppels uiteen maar intussen was er wel een kindje geboren… in een gebroken gezin.

Kinderen zijn en blijven dus een serieuze aangelegenheid wat mij betreft, eender op welk moment in je relatie. Ik betwijfel zelfs of het een goede zaak is als 1 van beide partijen zijn of haar idee wat dat betreft opgeeft uit liefde voor de ander. Spreken we nog echt van liefde als je mekaars dromen niet kunt gunnen? Gaat een dergelijke beslissing zich niet ooit wreken? Volgens mij zijn er veel dingen waar je in mag verschillen in een relatie maar zijn er ook een paar waarin je noodzakelijk hetzelfde moet denken. En dit is er eentje van. Maar dat is mijn persoonlijke mening natuurlijk. Ik wil tegen geen schenen schoppen. Voor een keer ;)

Het begon dus met kinderen en het eindigde met een hoop andere dingen die er op dat moment minder mee te maken hadden, maar die je zoals altijd opkropt en er dan op eender welk moment uitgooit. Wat meestal het moment is dat het het minst gunstig uitkomt.
En het ergste van al is dat zo’n dingen dan nog vaak te maken hebben met jezelf; een probleem dat je met jezelf hebt en dat je projecteert op je partner of waarvan je denkt dat hij je de oplossing zal geven.
Soit, er werd wat over en weer geslingerd, er werden wat tranen gelaten en er werd veel nagedacht. Om uiteindelijk te beseffen dat we allebei nog wat demonen hebben waar we mee moeten afrekenen. Dat we de angst en het wantrouwen die we in eerdere relaties hebben opgelopen, moeten loslaten. We sleuren immers allemaal onze eigen bagage mee en ik ken niemand die zomaar die knop kon afzetten als hij of zij aan een nieuwe relatie begon. Dat we ook de ‘beelden’ die we over elkaar gevormd hebben, af en toe terug moeten loslaten omdat je nooit écht weet hoe iemand is, hoe iemand denkt/voelt of hoe iemand gaat reageren, tenzij je hem of haar bent.
Dat we het zelfvertrouwen of de eigenwaarde, die we ergens along the way een beetje zijn kwijtgeraakt, vaak door de mening van anderen die voor ons op een bepaald moment veel betekenden, moeten trachten terug te vinden in onszelf en er niet op rekenen dat onze partner dat voor ons doet, hoewel hij of zij daar uiteraard een flinke ondersteuning in kan geven. En dat we de waarden en normen, de opvoeding, die we meekregen, mogen in vraag stellen. Tenslotte zijn onze ouders, onze leraars en onze rolpatronen ook maar mensen, met hun eigen gedachtegoed en hun eigen bagage. Dat we mogen reflecteren of deze (nog steeds) in overeenstemming zijn met de personen die we vandaag zijn. Dat we overtuigingen mogen afwerpen omdat ze niet meer bij ons horen. Afscheid mogen nemen van mensen die niet meer in ons leven horen. En nieuwe ideeën omhelzen omdat ze de zaden zijn voor de mensen die we morgen willen zijn.

Wat ik eigenlijk wil zeggen is dus, dat ik misschien stiekem wel blij ben dat er nog eens een flinke ruzie was. Omdat een ruzie de lucht klaart. Komaf maakt met alle kleine frustraties waarvan je dacht dat ze niet belangrijk waren maar op dat moment pas echt gelost kunnen worden en je je een pak lichter voelt. Je doet nadenken waarom je in een relatie zit en hoe hard je ervoor wil vechten. Je ook opnieuw doet appreciëren waarom je in de eerste plaats op de ander viel en wat maakt dat hij of zij nog steeds degene is waar je je leven mee wil delen.
Lieve habibi, dat en nog meer, ben jij ook nog steeds voor mij. Dank je wel voor alles.

maandag 23 mei 2011

Maandag 23 mei

‘t Is hier nu 22 uur en Nathalie ligt al in haar bed. Normaal lig ik er rond dit uur ook al in, maar ik wou nu eerst nog iets voor de blog schrijven want dat leek weer veel te lang geleden.

Gisteren zijn we rond de middag naar Sarangkot vertrokken. Ons hotel in Pokhara ligt aan het meer op ongeveer 600 m hoogte en Sarangkot bevindt zich op ongeveer 1600 m hoogte. Een klim waarover wij volgens de eigenaar van ons hotel een 3 à 4 uur gingen doen en hij had gelijk. Hoewel wij op bepaalde momenten echt geen idee meer hadden waar we zaten, en of er nu nog wel een pad liep of wij er één aan het maken waren, zijn we toch boven geraakt. Nathalie heeft een paar keer van zich laten horen en begon het klimmen op het einde wat beu te worden, maar ik ben echt fier op haar dat zij zo vlot is boven geraakt. In Sarangkot hadden wij een kamer geboekt in het Super View Lodge & Restaurant, een simpel hotel van een vreemde, maar vriendelijke vrouw die ontzettend lekker kon koken. En een kamer met warme douche en WC die doortrekt, wat wil een mens toch meer ;). Het enige minpunt was dat er ’s avonds terwijl wij in het “restaurant” op ons eten aan het wachten waren een rat aan onze voeten voorbij kwam gelopen, minder prettig natuurlijk zo vlak voor het eten en slapengaan ☺. In de kamer zat trouwens ook een mega-grote spin die Nathalie nog heeft proberen te vangen en buiten te zetten, maar tevergeefs, waarna we dan toch maar voor de iets drastischere optie hebben gekozen ;)

Om 17 uur klaart het normaal altijd wat op en waren we boven op het View Point al eens gaan kijken of de bergtoppen zichtbaar waren, niet dus!
Na een hel van een nacht waarin zowel Nathalie als ikzelf bijna geen oog hadden dicht gedaan stonden wij er ’s morgens om kwart na 5 terug en was het zicht onbeschrijfelijk mooi. De besneeuwde bergtoppen waren volledig zichtbaar en van achter deze bergen kwam de zon op wat ongelooflijk mooie beelden en foto’s (zie Facebook) gaf.

Gisteren hadden wij tijdens het beklimmen heel wat paragliders gezien en konden het dan ook niet laten om hier ook eens achter te informeren. Vooral Nathalie was eigenlijk gewonnen voor het idee om zo terug naar beneden te gaan, ik vond het eerst nogal veel geld, maar na wat onderhandelen kregen we wat korting en besloten het toch maar te doen. Achteraf waren we alle twee echt blij dat wij het gedaan hadden, want het geeft een heel vrij gevoel om rond te zweven in de lucht, maar het zal waarschijnlijk toch bij deze éne keer blijven want we waren alle twee supermisselijk. Nathalie kon zich zelfs niet houden en heeft in de lucht het Superview Breakfast teruggeven ☺

Normaal zouden wij morgenvroeg om 7 uur naar het Chitwan National Park vertrekken en onderweg een paar uur raften, maar door een onverwachte staking (komt hier blijkbaar om de haverklap voor) blijven we hier nog een dag langer. Wij vinden het al bij al nog niet zo erg want dan kunnen we morgen nog wat uitrusten en misschien wat varen op het meer.

Deze avond ben ik ook nog even geweldig in paniek geraakt want mijn VISA-kaart werd ingeslikt door een bankautomaat, het was al vrij laat en de banken waren hier bijna allemaal dicht, maar goed dat Nathalie dit al eens had meegemaakt in Thailand en dan ook heel kalm bleef. Een paar honderd meter verder dan de automaat lag het bankkantoor en hoewel ze eigenlijk al juist gesloten waren, heb ik mijn kaart toch nog teruggekregen. Dank u vriendelijke Nepalezen en Nathalie natuurlijk voor haar boelkloedigheid ☺.

‘t Is nu al 23 uur voorbij en ga ook maar is mijn bed ingaan. Nathalie maakt de teksten van de blog op een kwartiertje, maar ik heb echt niet dat schrijftalent van haar en doe er dus iets langer over. Ik hoop dat jullie het toch kunnen appreciëren.



Nathalie, the next morning :)
Kijk eens aan, mijn lief heeft dus voor de eerste keer een heel epistel geschreven. En ik heb hem niet eens hoeven pushen ☺ Het was dan ook een heel bijzondere uitstap en eentje die nog lang gaat bijblijven denk ik.
De wandeling startte effectief goed en ik was verbaasd dat het mij zo goed afging, gezien mijn gebrekkige conditie van het afgelopen jaar. Ik denk dat het wat mij betreft goed ging tot iets verder dan de helft (1,5 uur wandelen zoiets) en toen begon het alleen maar steiler en steiler omhoog te gaan en begonnen we door gebladerte te gaan en in richtingen waarvan we niet zeker waren en toen begon de controlefreak in mij te protesteren. Ik heb dus weer iets bijgeleerd over mezelf gisteren, nl dat ik een doel voor ogen moet hebben. ☺ Als ik niet zie waar we naartoe gaan en of we überhaupt in de juiste richting aan het gaan zijn, komt de tegenzin op. Gunther daarentegen had met zijn voetbalkuiten precies de tijd van zijn leven en geen greintje last. Zelfs niet als we bijna 90° omhoog leken te gaan. Het stak bovendien tegen dat ik elke keer dacht dat we er bijna waren en er dan plots weer een steile trap voor ons opdook of we iemand tegenkwamen die zei dat het nog ongeveer een uur was. Mijn benen deden zeer van mijn billen tot mijn kuiten!
Soit, gelukkig kwamen we op een bepaald moment iemand tegen die ons de verdere richting aanduidde en zei dat het effectief nog maar een 20 minute walk was en dat bleek voor een keer ook te kloppen.
Zoals Gunther al zei, viel het hotel vrij goed mee en zeker het eten. We zaten ook dicht bij het viewpoint, wat fijner was om ’s morgens de klim te doen. En ik amuseerde me met gewoon het observeren van de dagelijkse bezigheden van de mensen op de bergrug. De vrouw des huizes die al zingend de haren van haar dochtertje vlechtte voor ze naar school moest vertrekken. Een venter die 300 meter lager passeerde met twee van die draagschalen met watermeloenen op zijn rug en omhoog riep of er iemand fruit moest hebben. Mensen die hun tanden stonden te poetsen in de ochtendzon en het schuim naar beneden spuwden. De kippen die rond je benen liepen onder de tafel, op zoek naar broodkruimels van ons ontbijt. De afwas die in grote kommen naar buiten werd gedragen om te drogen in de zon.
Kleine, dagdagelijkse dingen maar zo eenvoudig en zo rustig allemaal.
Ik heb sinds we hier zijn ook zo’n ontzettend groot respect gekregen voor de Nepalese vrouwen. Die verdienen een standbeeld, niet te doen!
Ok, ik ben het al eerder tegengekomen, in Ethiopië, in India, in Egypte, … culturen waar de vrouw ALLES lijkt te doen en de man meestal toekijkt. Ik vraag me soms af in welke mate je van emancipatie spreekt in onze cultuur en de voorgenoemde?
De vrouwen sjouwen hier met grote manden met cementbrokken op hun rug, vastgehouden met een band rond hun hoofd en soms nog een baby op hun buik. Je ziet ze ellenlange trappen opklimmen met een mand op hun hoofd en melkflessen van gemakkelijk 10 liter in elke hand. Op andere plaatsen zie je ze rijst verbouwen, maïs oogsten, huizen bouwen. En daarbij zingen ze, praten met elkaar of glimlachen. En ik klaag als ik een berg van 1600 meter moet beklimmen.
Grmmmmphhhh, relativiteit?

zaterdag 21 mei 2011

Zondag 22 mei

De foto’s op facebook waren er deze keer voor de blog. Dus iedereen die die heeft gezien, weet dat we intussen in Pokhara zitten, op een half uurtje vliegen van Kathmandu, en het is hier fantastisch!
Pokhara is een typisch backpackersstadje en doet me qua sfeer nog het meest denken aan de zuiderse eilandjes van Thailand. We zitten in de Blue Planet Lodge aan de Lakeside, uitgebaat door de Belgische Sabine en haar Nepalese echtgenoot Ram. Lakeside is echt het rustigste deel van Pokhara, vlakbij het grote meer van Pokhara. Er is hier zelfs een verbod op groot vrachtverkeer waardoor we voor het eerst ’s nachts zonder oordopjes slapen. Geen blaffende honden meer, autoclaxons of roepende straatventers. Echt heerlijk wakker worden. En de lodge is ook super verzorgd. Mooie ruime kamers mét dikke matrassen, warm water en een terras, aaaahhh! ☺
Bovendien hebben we vanop het dak, als het weer even meezit, een prachtige uitkijk over het Annapurna gebergte.
Wat ze hier ook veel hebben, zijn bookshops. Met als gevolg dat ik al twee van mijn boeken ben gaan ruilen en er een aantal nieuwe in de plaats heb gekocht, inclusief een paar kleine kookboekjes natuurlijk. Daarnaast heb ik al zes boeken over Everest beklimmingen gekocht voor mijn zus, de bergfreak. Ik ken eigenlijk niemand die daar zo door bezeten is en dan toch die berg niet wil beklimmen ☺
Soit, ik ben haar alsnog aan het proberen te overtuigen om volgende maand af te komen en gewoon met haar eigen ogen naar de bergen te komen zien, zonder te klimmen. Dat is een kans die je niet veel meer tegenkomt in je leven, toch? Ik vind dat je zoiets niet mag laten schieten!
Dus zus, come on hé! ;)

Anyway, we hebben het hier dus zeer goed naar onze zin en wandelen vandaag richting Sarangkot voor een nacht en een hopelijk nog beter zicht op de bergen. Tenminste, als ik Gunther sebiet zijn bed uitkrijg ☺
Gisteren zijn we naar Devi’s Falls gewandeld. Een heel mooi uitzicht maar de stroom was nog niet helemaal dat omdat het er het seizoen nog niet naar is. Het verhaal gaat dat er een toeriste was, Miss Davis en haar echtgenoot, die lagen te pootjebaden langs de stroom en erdoor werden meegesleurd. Toen haar dode lichaam werd teruggevonden, werd de waterval Devi’s Fall genoemd (ik snap de schrijfwijze ook niet echt, ik geef het toe). Gezellig, toch?
Daarna hebben we de nabijgelegen grotten bezocht, die helemaal geen aanrader waren want vochtig, vies en ruikend naar koeienstront en daarna zijn we naar het Tibetaanse vluchtelingenkamp gewandeld. Wat ik eigenlijk ook niet echt zou aanraden wegens teveel een toeristische attractie geworden. (Terwijl wij op ons gemakje naar gibder slenterden, kwamen de toeristenbussen ons voorbij gereden). Tenzij je natuurlijk de gemeenschap wil steunen door Tibetaanse juwelen, houtsnijwerken of andere sierstukken te kopen die daar veelvuldig liggen uitgestald. We zijn er nog niet toe geraakt om op het meer te gaan kanoën, omdat het hier in de namiddag ook meestal begint te regenen. Maar we hebben nog even en misschien komt het er morgen nog van, als we niet te moe zijn van onze wandeling terug uit Sarangkot.
We hebben overigens ook al de rest van deze trip laten vastleggen, wat dus inhoudt dat we morgen terugwandelen vanuit Sarangkot. Daarna brengen we nog een laatste nacht door in Pokhara en dan pakken we de volgende morgen de bus naar 1 of ander stadje waar we gaan raften richting Chitwan National Park.
Daar zullen we ook nog twee nachten doorbrengen en uiteraard het park uitgebreid bezoeken, of tenminste, dat hopen we toch. En dan de volgende morgen (26/05) het mini-vliegtuigje terug nemen richting Kathmandu.
Gert geeft diezelfde avond haar afscheidsetentje in het home en daar zouden we nog bij willen zijn. En we hebben dan ook het geluk dat volgens de shifts de 27ste nog een vrije dag is voor ons, en we dus pas de 28ste terug zouden moeten beginnen. Op 31 mei vertrekt Jan richting België en op 3 juni Valerie. En vanaf dan zitten we normaal gezien (en dat hopen we van harte) alleen nog met ons tweetjes in het vrijwilligersappartement.
Tesamen met de rest van het ongedierte natuurlijk ☺

vrijdag 20 mei 2011

Bhaktapur-15 en 16 mei (or so we think)

We hebben dus niet stilgezeten zoals ik zei. Zo gaat dat met het leven, het gaat gewoon door. En gelukkig maar soms. Ik heb het merendeel van de tijd geen flauw idee de hoeveelste we zijn of welke dag van de week het is.

We hebben er sinds het slechte nieuws en het Nepalese afscheid alweer 4 shifts opzitten en dan nog 4 zware ook. De eerste twee waren van vrijdag op zaterdag. Op vrijdagnamiddag hebben de kinderen vrij en zaterdag ook de ganse dag ,dus dat betekent dubbel zoveel werk omdat je alle kleintjes moet bezig zien te houden, alle uniformpjes moeten gewassen worden, de didi's er niet zijn en nog van dat.

We zijn er bij momenten al een pak minder euforisch over. Het is echt niet te onderschatten hoe onwaarschijnlijk vermoeiend zo een bende kinderen kunnen zijn! En een lawaai dat die kunnen maken. Het lijkt alsof ze niet normaal tegen elkaar kunnen praten. Ze zijn altijd aan het roepen, zingen of in het ergste geval, huilen!

Het is soms echt een test voor mijn zintuigen. En ik laat dan ook regelmatig van mij horen met een welluidend ‘Tsup!’ (Nepalees voor ‘Rustig aan!’) of gewoon iets in de trend van ‘Hey, hey, hey!’ of ‘Girls, easy hé’ :) We spreken hier dan ook echt brakke Engels, zo van dat ‘Apu Engels’ (The Simpsons), omdat ze ons anders minder goed verstaan. ‘Ze’ dat zijn dan voornamelijk de didi’s (de helpsters van het home) en de kleine kids. Het 'nieuwe' Engels gaat zo van: ‘Little more’ of ‘Nice eating’ of ‘You good boy’ en ‘You go kaka’. LOL

We hebben echter, ondanks het behoorlijk zware werk, ook een heel pak leuke en grappige momenten. En die zijn ook echt nodig ter afwisseling. Anders zou ik niet weten hoe ik er door zou geraken. Aan de andere kant, heeft het verblijf in het weeshuis mij een geheel andere kant van mezelf doen ontdekken. En ik ken minstens 1 iemand die dit graag zal lezen maar ja, mijn 'parental side'. Een paar maanden geleden liep ik nog van de daken te roepen dat het ouderschap misschien toch niet voor mij was weggelegd. Sinds drie weken lijk ik daar 180° in gedraaid te zijn. Ik krijg ook meer en meer het gevoel dat als ik hier doorheen geraak, het opvoeden van één kind in vergelijking met dit, slechts een piece of cake moet zijn. Het zal echter nog niet voor nu meteen zijn en wat nog belangrijker is, Gunther deelt nog niet echt in dit gevoel. Dus we zullen zien wat de tijd brengt...

En over tijd gesproken, we moeten echt moeite doen om wat tijd voor onszelf te vinden want ook het samenwonen met twee andere mensen blijkt bijzonder vermoeiend. We verstaan ons vooral met de Nederlandse vrouw heel goed maar dat neemt niet weg dat we NOOIT een moment met ons tweeën alleen zijn. Er is altijd iemand die geen shift hoeft te doen en die persoon zit meestal in het appartement. Geloof me dat het echt niet leuk is als je dan een sterfgeval in je familie hebt… Het lijkt wel Big Brother maar dan in het klein. :S

Soit, we besloten daarom om er even tussenuit te gaan zijn en namen de bus naar Bhaktapur, een stadje op een uurtje rijden met nog van die echte authentieke huizen en Newari architectuur. Volgens onze Trotter was het zonder twijfel de mooiste stad van de vallei en het ligt slechts op 13 km van Kathmandu dus lekker dichtbij. Het bleek een goede beslissing.

Bhaktapur geeft echt een mooi beeld van hoe Nepal er vroeger moet hebben uitgezien. De meeste straatjes zijn nog steeds geplaveid zoals vroeger en je vindt er heel veel uiteenlopende ambachten zoals pottenbakkerijen, weverijen, etc. De stad kent ook heel veen tempels in verschillende vormen en grootte. In de Trotter lazen we dat in Bhaktapur een aantal scènes van ‘Little Buddha’ van Bertolucci werden opgenomen. En dat is ook exact het gevoel dat je er op sommge plaatsen hebt, alsof je door een gigantisch filmdecor wandelt…

Het is er overigens een pak rustiger dan in Kathmandu dus dat droeg zeker ook bij aan de dromerige en intieme sfeer. Maar waar we nog het meeste van genoten, was eindelijk terug een warme douche, een WC die we normaal konden doortrekken én een dubbelbed in Khwopa Guesthouse op ongeveer 100 meter vanTaumadhi Square. Wat een ongelooflijke luxe! Ik denk dat het warm water op was tegen dat we onder die douche uit kwamen. Eindelijk nog eens al dat vuil te goei van je lijf kunnen wassen en je nog eens echt proper voelen. Ik kan het gevoel echt net beschrijven maar het was heerlijk.

We vonden een restaurantje, Shiva Guesthouse op Durbar Square alwaar Gunther voor een chicken shaslick ging en ik voor een overheerlijke Chicken Maryland (eigenlijk gewoon een gepaneerde platgeslagen kipfilet :))

(Ja Miet, het vegetariër zijn staat momenteel terug op een lager pitje, hoe raar we dat ook vinden want we hadden gedacht dat hier zeer weinig vlees ging zijn maar ze slaan je er werkelijk dood mee. We zetten dus terug af en toe een stukje kip op het menu.)

Soit, Bhaktapur was dus zo geweldig dat we terug begonnen nadenken of we niet nog een langere trip zouden doen. Wim had namelijk laten vallen dat daar zeker nog de mogelijkheid toe was deze maand omdat we zoveel vrijwilligers hadden. We zijn momenteel met 6 en volgende maand nog maar met vier dus dan geraken we niet meer zo makkelijk weg.

We besloten dus in allerijl om nog een trip te plannen. Where to go?

Woensdag 18 mei-afsluiten en verdergaan

Het is een rare dag vandaag. Ik weet niet of het ligt aan het feit dat ik gisteren voor het slapengaan een halve Valium heb genomen of omdat mijn oma vandaag begraven wordt. Ik zou het liefst van al de ganse dag slapen. Deze dag gewoon voorbij laten gaan en er zou weinig mogelijk aan denken.

Maar ik kan er inkomen dat mijn familie thuis dat misschien ook liever zou willen doen en zij niet eens de keus hebben. Het voelt zo onwezenlijk als er iemand thuis sterft terwijl je er niet bij kan zijn. Alsof het toch niet helemaal echt is. Alsof je alles gedroomd hebt. Ik heb daarnet tegen Gunther een pak verhalen verteld over vroeger. Het is gek maar de momenten bij mijn grootouders zijn de beste die ik me kan voor de geest halen. Van de rest herinner ik me zo bitter weinig, hoewel ik het erg vind om dat te zeggen.

Ik zei een hele tijd geleden tegen Valerie dat ik me zo goed als niets meer kon herinneren van thuis. Het leek alsof mama en papa altijd aan het werk waren. En ik haatte het om bij de buurvrouw te zijn, ik vond het niet fijn om mijn huiswerk achter in de winkel te gaan of om met de bus naar school te gaan. Reden temeer dat het lijkt alsof ik de beste momenten van mijn jeugd doorbracht bij mijn grootouders.

Het is raar dat degene die 4 jaar jonger is dan ik, er mij op moest wijzen dat we ook thuis een pak leuke momenten hebben gehad: op zondagnamiddag naar Terlaemen en elk jaar naar zee of zelfs naar Spanje toen bom en bompa daar nog een appartement hadden. Wat is het allemaal lang geleden…

Ik kan mij gewoon vooral Leopoldsburg herinneren. Elke woensdagnamiddag naar daar, verse soep eten en daarna wortelpuree met kipfilet en dan naar de manège. ’s Avonds terug naar Houthalen. Ik neem aan dat we daar dan opnieuw aten maar zelfs dat kan ik me niet meer herinneren. Zo gek allemaal.

Vrijdagavond terug naar Leopoldsburg. ’s Avonds TV kijken met bom in de achterplaats. Worteltjes en radijsjes eten voor de TV en soms ook eens chips. En dan slapen in de logeerkamer. Ofwel lazen we nog wat, ofwel zongen Val en ik liedjes totdat bompa ging slapen. Bompa ging altijd slapen voor bom. Die zat tot een kot in de nacht nog voor haar TV en dommelde meer dan eens in. Hoewel ze altijd beweerde dat ze alleen maar haar ogen liet rusten. J En dan zaterdag naar de markt, neuzekes halen voor bom, bollekes voor bompa en natuurlijk voor onszelf ook iets, ’s middags meestal kippenstoofsel met patatten of nog maar eens wortelstomp met kipfilet (wilden we daar eigenlijk ooit iets anders eten?) en daarna de ganse namiddag naar de manège. Zaterdagavond waren het dan meestal boterhammen als ik het mij goed herinner. En daarna weer voor de TV hoewel we ook een hele tijd mee zijn geweest naar de mis in het kapelleke. Op zondagnamiddag werden we meestal naar de winkel gebracht als zij hun inkopen deden bij mama en papa.

En dat kan ik me dus allemaal wél herinneren. Het zijn ook die dingen die ik me nu meer dan ooit herinner als ik aan mijn oma denk. Niet de afgelopen maanden dat ze in en uit het ziekenhuis ging en dat ik meer dan eens verzuchtte dat het een opgave begon te worden om haar te gaan bezoeken omdat ik eigenlijk niet meer goed wist wat ik tegen haar moest zeggen en dat ze meer dan eens in slaap sukkelde als je bij haar zat. Dat ze meer en meer veeleisend begon te worden ook. Dat ze als je binnenkwam, niet eerst ‘dag’ zei maar eerder: Goed dat je er bent, dan kan je dit of dat voor me doen. Waarop ik meestal nadrukkelijk repliceerde: Dag bom!

En zij terug: ‘Dag sus’ of ‘Dag schat’.

Het steekt misschien toch een beetje dat de enige die dat nu nog tegen me zullen zeggen Gunther en mijn beste vriendinnen zijn.

Soit, de begrafenis is vandaag om half 11 en ik moet verder.

We zijn de afgelopen dagen ook verder gegaan hoor. De kinderen zijn namelijk zo een handvol dat je niet eens tijd hebt om aan andere dingen te denken.

Misschien best de rest van de uitleg in een volgend hoofdstuk dan. Kwestie van weer een stukje ‘afsluiting’ te doen.

donderdag 12 mei 2011

Donderdag 12 mei - een dag in mineur

Ik wist dat het maar één ding kon betekenen als Valerie naar Gunther belde terwijl we in Nepal zaten. En toch keek ik hem verwachtingsvol aan, blij om mijn zus te horen. Mijn vreugde was van korte duur.

Je bent er niet meer. Mijn bommeke. Mijn tweede moeder. Mijn steun en toeverlaat. Het klinkt zo onwaar nu, want die band die we vroeger hadden, leek de laatste jaren minder sterk. Jij werd ouder, en ik misschien ook.

En toch. Toch is er niemand die jou kan vervangen. Ik weet dat ik hoopte dat je niet meer teveel pijn moest hebben. Dat je niet meer te vaak naar het ziekenhuis moest. Dat je rustig mocht gaan als het je tijd was. Dat het misschien zelfs beter was als je ging, omdat het zo pijnlijk was je te zien aftakelen. Jij, die niet alleen je eigen kinderen opvoedde maar ook hun kinderen, als de tijd ervoor te kort schoot. Jij die de oorlog doorstond, bompa moest afgeven en een paar maanden geleden nog, je enige zoon.

Ik weet dat ik gewenst heb dat je die eerste keer had mogen gaan. Die eerste keer van zoveel keren dat je in het ziekenhuis belandde. Die eerste keer, dat ik een week lang gehuild heb. Toen iedereen, zelfs de dokter, dacht dat je laatste uur geslagen had. Die eerste keer ook van zovelen, dat je er toch weer bovenop kwam. ‘Onkruid vergaat niet’, zei ik dan met een glimlach. En je grimaste terug, ook al was dat soms van onderdrukte pijn.

En ik voelde me slecht. Omdat ik wist dat mijn wens niet alleen was om jouw lijden te stoppen. Maar ook dat van mij. Ik schaamde me voor het feit dat ik je niet wilde zien veranderen in een schim van de moedige vrouw waar ik naar opkeek en die ik zo lief had. Ik wilde liever de herinneringen aan vroeger bewaren. Je warmte, je glimlach, je goede adviezen. Hoe egoïstisch kan een mens zijn?

Ik heb gehuild, die laatste keer dat ik je in het ziekenhuis bezocht. Omdat ik wist dat de kans reëel was dat het onze laatste keer samen was. Ik zat naast je zijde zoals we jarenlang in de achterplaats deden, met mijn hoofd tegen je schouder, mijn hand op die van jou. Je bleef er tot mijn verwondering rustig onder en zei dat je je best zou doen om er te zijn als ik terug kwam. En ik geloofde je, zoals ik altijd heb gedaan. Ik heb gezegd dat ik van je hield. En daar ben ik nu blij om. Misschien heb ik zelfs, meer dan iedereen nog, afscheid van je kunnen nemen toen je nog wakker was, nét omdat ik op reis vertrok. Het is uit dat feit dat ik troost put, nu ik aan de andere kant van de wereld zit.

Ik ben daarnet naar Pashupatinath gegaan, de rituele verbrandingsplaats van Kathmandu. Ik kocht een bloemenbootje en wat wierook en had een brief voor je bij. Een brief vol bedankjes voor alles wat je voor me hebt betekend. Mijn woorden leken zo onbeduidend in vergelijking met jouw daden. De brief heb ik opnieuw gelezen en verbrand. De assen heb ik uitgestrooid over het bootje. De smeulende stokjes wierook stak ik tussen de bloemen en zo stuurde ik je zachtjes mee met de stroom. De Bagmati rivier die uitmondt in de heilige Ganges van India, ook wel ‘de rivier van het leven’ genoemd.

Het leek zo voorbestemd, dat je het water opging. Net zoals de matroos in het kinderliedje dat je altijd voor ons zong: ‘Il était un petit navire’. Nochtans was jij niet degene die aan het kortste eindje trok. Jouw strootje was immers lang, gelukkig en verzadigd. Dat je schip in vrede mag verder varen. Ik durf te wedden dat je onderweg nog een paar oude bekenden tegenkomt…

woensdag 11 mei 2011

Woensdag 11 mei

Ik zit in de Flavors waar de elektriciteit voor de zoveelste keer is uitgevallen, maar gelukkig hebben ze hier een noodgenerator. Dat kan van ons appartement helaas niet gezegd worden. Als de elektriciteit uitvalt, wat meestal twee keer per 24u is, voor een aantal opeenvolgende uren, hebben we 1 noodlampje. Voor de rest zijn we blij dat we een gasvuur hebben :)

We hebben er vandaag weer 2 shifts opzitten die weer vrij vermoeiend waren. Het is wel ok werk en je pikt snel op maar het zijn gewoon zooooveel kinderen die zoooooveel lawaai maken!

Soms is het even een overload en vlucht ik, als het even kan, voor een tiental minuten naar ons dakvertrek. Gewoon om ff terug op te laden.

Er zijn gewoon soms van die momenten dat alles tegelijk lijkt te gebeuren en dan is het even diep ademen. Meestal gebeurt zoiets tijdens 'medicine time'. Je bent dan al omsingelt door een bende kinderen van alle leeftijden die om het hardst roepen: 'Didi, me first, me didi!', dan moet je tegelijk zien dat ze niet met hun tengels in de apothekerskast zitten, komt er altijd wel eentje iets anders vragen zoals shampoo, een handdoek, een propere onderbroek, of is er een kleintje dat naar het toilet moet. Hel dus. Maar gelukkig maar voor even.

Hoewel het soms behoorlijk op de tanden bijten is, geniet ik er stiekem wel een beetje van dat mijn geduld danig op de proef wordt gesteld en mijn grenzen nog maar eens verlegd worden. Het is allemaal leerschool en ik hou wel van een uitdaging. Gunther ook overigens J

We hebben overigens complimenten gekregen van de andere 'oudere' vrijwilligers voor onze strenge en consequente aanpak. Ik ben er zelf dan ook van verschoten hoe streng ik ben. Ik wist wel dat ik streng zou zijn (maar rechtvaardig ;)) maar ik verschiet zelf soms hoe kordaat ik kan zijn. Bij mij geen flauw gezeur, gedraal bij het eten, geween om niets, ...

Ja papa, had je niet gedacht hé ;)

Soit, het wordt vandaag maar een kort stukje blog (in mijn termen dan ;) want ik word langs alle kanten gehasseld door de mensen van babymag dus dat heeft even voorrang nu.

maandag 9 mei 2011

Maandag 9 mei

Het overkomt zowat iedereen die naar Azië reist minstens 1 keer, vooral waar het landen als India of Nepal betreft. Het is alleen spijtig dat het mij al zo snel moet overkomen: buikloop. En nog niet van de minste :S Helaas Didier, zo goed ben ik dus toch niet resistent tegen de onhygiënische toestanden hier ;)

Nu denk ik persoonlijk niet zozeer dat het van verkeerd voedsel is als eerder een combinatie van meerdere dingen.

Waarbij de voornaamste oorzaak ongetwijfeld oververmoeidheid is. Jawel, ik slaag er dus in om al oververmoeid te raken na een week. Het heeft dan ook vooral te maken met de overvloed aan prikkels waarmee we hier te maken krijgen. In Kathmandu is het zo goed als nooit stil. Terwijl we in Leuven ook in een drukke straat wonen, heb ik daar totaal geen last meer van van zodra ik de deur van ons appartement achter me dicht trek. In Kathmandu is het een contant lawaai van autotoeters, brommers, blaffende honden, roepende mensen, af en toe een overscherend vliegtuig, een graafwerktuig, en ga zo maar door.

Ik wist natuurlijk al langer dat ik gevoeliger zintuigen heb dan een doorsnee mens maar wordt er hier pas ten volle mee geconfronteerd. En dat werkt enorm belastend op mijn systeem. Ik begrijp ook dat ik er veel te hard ben ingevlogen de afgelopen 7 dagen. Niet alleen hebben we 4 vermoeiende shifts achter de rug, in onze vrije tijd gingen we ook nog eens rondwandelen met veel op- en afgeklim etc. Nu ware dat misschien geen groot probleem als je zoals Gunther 10u per nacht rustig kan slapen. Maar ik heb al moeite met inslapen en dan slaap ik nog hoop en al 7u. En dat wreekte zich gisterenavond dus. Ik had het nochtans al gemerkt aan mijn bloeddruk. We moeten hier heel veel trappen lopen: ons appartement ligt op een dak en het weeshuis heeft 5 verdiepingen. Ik moet dan ook regelmatig even stilstaan omdat ik duizelingen heb of zwarte vlekken voor mijn ogen zie. Heeft waarschijnlijk ligt het ook aan het feit dat ik thuis dagelijks bureauwerk verricht en nu alleen maar fysiek werk doe. Ik had mezelf met andere woorden maar weer eens overschat. :S

Ik heb nog niet teveel gegeten vandaag en doe het nu wat rustiger aan. Regelmatig gaan liggen enzo. We gaan zo meteen ook even langs de apotheker voor iets om beter te slapen. Anne en Gert hebben me wat suggesties van de hand gedaan. Ik neem aan dat als ik een keer wat langer slaap, ik ook terug resistenter word.


Vervolg


In de namiddag ging het wat beter, ik heb wat probactiol pilletjes genomen die Gunther bij had en uiteindelijk toch ook een immodiumtabletje omdat we even naar Thamel wilden gaan. Daarvoor hadden we een taxi nodig, die ons al hotsend en botsend ter plaatse bracht. Man, wat zijn de wegen hier slecht! En het verkeer is, net zoals in India, een complete chaos. Hoewel we in Thamel zelf op de grote kruispunten voor het eerst verkeerslichten tegenkwamen, alsook een politieagent die het verkeer in goede banen trachtte te leiden.

En als ik dacht dat het geluid niet te harden is in Tinchuli, moet je zeker eens naar Thamel gaan. Plots kon ik alles weer relativeren. Deze keer was het zelfs Gunther die als eerste aangaf dat hij er genoeg van had. Thamel is het échte centrum van Kathmandu en dat is echt waanzin. Enge straatjes met straatverkopers aan beide zijden waar auto’s zich toch nog toeterend een weg door banen, motors die rakelings langs je door scheren en een constante stroom van mensen op weg naar ergens en nergens. Omdat deze buurt ook een pak toeristischer is, word je er veel sneller aangesproken door de verkopers. Niet zo leuk dus als je even op je gemak wil rondkijken. Maar wel een heel leuke plaats om kleurrijke kledij op de kop te tikken: harembroeken, tunieken, pashmina en kasjmir sjaaltjes, houten maskers, hand vervaardigde pottenbaksels, gebedsvlaggetjes, wierook, kruiden, etc.

We hadden slechts een paar blokken gedaan toen we al genoeg hadden voor een eerste keer. Nog even halt gehouden bij de apotheker voor wat slaapstuff en ons terug laten afzetten in Tinchuli bij de Gemini supermarket.

We wilden koude pastasalade maken omdat we morgen weer de namiddagshift hebben en we dan ’s middags nog wat kunnen eten voor we vertrekken en ’s avonds nog iets lichts te knabbelen hebben bij terugkeer.

Erwtjes, mais, ananas, tonijn, champignons, allemaal in blik en voorradig in de winkel. Dan nog wat spirelli pasta, gekookte eieren en een thousand island dressing erbij en klaar. Het lukt em hier helaas nog niet om altijd alles vers te koken zoals thuis but who gives?

Gunther kocht ook een voetbal voor zijn ploeg en was helemaal in zijn nopjes :) Hij wilde eigenlijk ook voetbalschoenen kopen voor het ganse team maar nu bleek dat die toch 2000 Rs kosten per paar en dan zou hij er 18 paar moeten kopen dus daar heeft hij dan toch maar van afgezien :) Moesten er onder jullie echter sponsors zijn, laat het ons zeker weten ;)

We besloten om toch nog even bij Flavors iets te gaan eten en betaalden slechts iets van een 700 (en een beetje) Nepalese Rupees voor een Pad Thai voor mij en een Spaghetti à la Mellazane en een stuk chocoladetaart voor Gunther, vergezeld van 3 grote cola’s. Dat maakte samen iets van een 7 euro. Soms sta je dus in de winkel te denken: heeft het wel zin om zelfs iets klaar te maken aangezien het zo goedkoop is om hier te gaan uit eten. :)

We hebben dan 's avonds toch al een beetje aan de pastasalade gezeten toen Gert thuis kwam van haar shift. Het ging inmiddels ook alweer wat beter met mijn buik. Geen krampen meer, alleen nog buikloop. En ook de zwarte schimmen waren verdwenen, die waarschijnlijk een gevolg waren van uitdroging. Ik had er niet bij stilgestaan dat je ook bij buikloop voldoende water moet drinken. Weer een lesje geleerd met andere woorden. Soit, ik heb 's avonds wel een halve valium gepakt om door te kunnen slapen, wat me goed gelukt is.

We zijn intussen dinsdag en ik ben net met Gunther gaan ontbijten. Voel me wel nog wat moe en heb last van zware benen maar het gaat langzamerhand alweer beter. Ik ga het vanaf nu sowieso een beetje rustiger aan doen denk ik. Temeer daar we straks weer een eerste shift hebben en er al een aantal kindjes thuis worden gehouden omdat ze ziek zijn. Ik heb me voorgenomen om voortaan na onze twee shifts, in dit geval dus morgennamiddag) wat bij te slapen ipv meteen weer iets te willen gaan doen. We zijn tenslotte nog lang genoeg hier.


Zondag 8 mei, 15u

We zitten in het Garden View restaurant en wachten op een bord gefrituurde momo’s voor Gunther en een bord gestoomde momo’s voor mij.
Een uur geleden onze shifts beëindigd en eigenlijk stikkapot.
Het waren dan ook twee behoorlijk vermoeiende dagen. Op zaterdag hebben de kinderen vrij waardoor dat we onze handen behoorlijk vol hadden om de kleinsten te entertainen. Tenminste, dat deed ik voornamelijk alleen met Dinesh deze keer. Gunther had een beter alternatief gevonden en werd gepromoveerd tot voetbalcoach van de middle boys. Met als gevolg dat die een aantal uur op een aangrenzend veld gingen oefenen. Hij trekt zich hier maw bijzonder goed uit de slag maar dat laat ik hem liever zelf vertellen. De kleintjes waren dus voor mijn rekening en niet al te makkelijk. Op zaterdag krijgen ze allemaal zakgeld, wat in de meeste gevallen meteen opgaat aan snoep en ze bijgevolg geen honger meer hebben tegen etenstijd waardoor ze lastig gaan doen. Ze zijn ook allemaal een beetje ziek aan het worden, wat hun humeur er niet beter op maakt. Vooral Sulab was erg vervelend en wilde constant opgepakt worden. Als je dat niet deed, begon hij te huilen of te stampen of ging hij met zijn hoofd op de grond bonken. Het moeilijke aan hem is dat hij bijzonder veel heeft meegemaakt en bijgevolg ook niet te straffen is. Het kan hem gewoon niet schelen. Hij is 2,5 jaar en werd wegggehaald bij zijn ouders die allebei zware alcoholiekers waren en hem een ganse dag aan een touwtje vastbonden aan hun golfplaten hutje terwijl zij gingen werken. Dit maakt dat hij heel veel aandacht nodig heeft. Maar teveel aandacht geven en toegeven elke keer als hij erom vraat, betekent ook weer dat je een onhandelbaar en rotverwend kind krijgt. Het is dus echt goed zoeken naar de gulden middenweg.
Sonam (5 jaar) had al een dag koorts en was gisterennamiddag in zijn bed gekropen. ’s Avonds lag hij er nog, bloedheet met het zweet parelend op zijn voorhoofd en zijn hartje dat 200 per uur ging. Zo aandoenlijk. Toen ik hem zijn medicijnen ging geven, pakte hij mijn hand en hield hem tegen zijn gloeiende lijfje onder het deken.
Ik ben dan maar bij hem blijven zitten en heb een half uur ‘slaap kindje slaap’ gezongen. Het had echter niet veel baat want een half uur later, kotste hij alle medicatie terug uit. Koorts terug gemeten en hij had 38.2. (Gert beweert dat je bij deze thermometers overigens 0.8 moet bijtellen!) Er werd wijselijk besloten om de volgende dag met hem naar de dokter te gaan.
Dat doen ze hier overigens niet meteen. In het tehuis trachten ze zoveel mogelijk zelf op te lossen tenzij het echt de spuigaten uitloopt. ’s Morgens om 9u en ’s avonds om 19u is er een medicatieronde waarbij iedereen de revue passeert die met het een of ander te kampen heeft. Dat gaat van schaafwonden tot uitslag of beten, hoofdpijn, keelpijn, buikpijn, maagpijn, … noem maar op. Als de koorts een dag aanhoudt, gaan ze met de kinderen naar het ziekenhuis. Het gekke is dat Sonam vanmorgen nog koorts had, naar het ziekenhuis is gegaan en deze namiddag weer springlevend was alsof er nooit iets gebeurd was. Kinderen, ik moet er nog veel van leren! :)

En nu ik het toch al over de volgende dag heb, deze begon ook geweldig leuk voor mensen met een gevoelige maag. Meteen toen we vanmorgen om kwart voor 7 aankwamen, stonden Manish en Veejay ons in hun blote glorie op te wachten. Het eerste dat uit beide monden kwam was: ‘Didi, kaka’. Great!
Ik met hen beide naar het toilet van de baby’s floor waar al een aantal stevige drollen lagen te drijven. Dat is nog iets wat minder leuk is aan Nepal. Op veel plaatsen trekken de WC’s niet door en moet je spoelen met een emmer water. Dat is al bij al het ergste niet, ware het niet dat veel mensen totaal de moeite niet nemen om dat te doen. En zeker niet in een weeshuis met 75 kinderen en bijna 20 man personeel.
Ik dus die kleine vasthouden op de pot met mijn gezicht richting drijvende drollen en dan pas zien dat er geen WC-papier in de buurt is (wat ook heel normaal is omdat veel mensen zichzelf ‘afvegen’ met hun linkerhand en deze daarna wassen. Het is ook om die reden dat je nooit iets aan een Nepalees mag geven met je linkerhand – net zoals moslims bij mijn weten- omdat deze als onrein wordt beschouwd).
Goed, ik dus tegen de ene: ‘You stay here’, tegen de andere: ‘Hold your kaka’ en snel op zoek naar een rol WC-papier. Manish zelf laten afvegen en Veejay op de pot voor een paar plonzen terwijl de andere erop staat te kijken. Hoezo ‘personal space’?
In Nepal wordt echt alles gedeeld. Het is zelfs zo dat mensen hun deur zelden afsluiten als ze thuis zijn. Als dat wel wordt gedaan, wordt verondersteld dat ze iets aan het doen zijn dat het daglicht mag zien. :)
Het verdere verloop van de dag was zoals de vorige keer: de kleintjes laten eten, tandenpoetsen, schoolkostuumpjes aan, medicatie uitdelen. Alles klaarzetten voor de groteren, tanden laten poetsen, haren kammen, vlechtjes en staartjes maken, de kids naar school brengen, bedden verversen. Ff vrije tijd. Dan terug de kleintjes halen, een snack geven en terug naar school brengen.
Het is ongelooflijk hoe snel je in die routine valt maar het kan behoorlijk vermoeiend zijn om 75 kinderen rond je bezig te horen terwijl ze zich klaarmaken voor de school.
Er is nog één ding waar ik het tot nu toe heel moeilijk mee heb gehad en dat is met Priya, het zwaar gehandicapte kindje. Ik moest haar pamper vrijdagavond weer verversen (Gunther heeft zich daar tot nu toe nog onderuit kunnen muizen maar dat gaat wat mij betreft niet meer lang duren :)) en my god, wat heb ik het daar moeilijk mee. Nochtans ligt het niet zozeer aan de inhoud ervan maar vooral aan het feit dat ze gehandicapt is en ik totaal niet weet wat ik met haar aan moet. Ik schaam me om dat te zeggen maar ik heb daar nooit eerder zo dichtbij mee te maken gekregen. Ze moet na haar pamper ook nog pap krijgen en ook dat verloopt heel moeizaam omdat haar slikreflexen niet goed werken of zoiets. Ze reageert zo goed als nergens op en maakt meestal alleen maar een soort van snurkend geluid. Ik heb het er erg moeilijk mee maar probeer elke keer een stapje verder te gaan in het verleggen van mijn grenzen. Het kind kan er tenslotte ook niet aan doen.
Het was eigenlijk niet de bedoeling dat ze in het home terecht kwam en ze zijn nog steeds geschiktere hulp voor haar aan het zoeken omdat ze in ShangriLa eigenlijk niet over de middelen beschikken om haar de juiste zorg te geven. Priya werd als baby op straat gevonden tussen het vuilnis maar bij ShangriLa wisten ze pas dat er iets serieus met haar scheelde na het eerste dokteronderzoek. Aanvankelijk dachten ze dat het kind slechts leed aan ondervoeding en andere symptomen tgv het straatleven.
Soit, ik zie dat ik hier weer bijna een boek heb geschreven dus ik ga mijn betere helft ook nog even aan het woord laten.



Het is dus tijd dat ik ook nog eens iets schrijf, langs de ene kant ben ik daar niet zo goed in als Nathalie en langs de andere kant moet ik gewoon eerlijk zijn en zie ik het als een opgave om tijdens mijn vrije momenten aan de blog te schrijven. Maar kom, jullie zullen allemaal wel graag weten hoe het hier met ons gaat en altijd Nathalie aan het woord laten begint op een duur misschien ook te vervelen J. De eerste week is nu bijna voorbij en ik heb het hier nog altijd heel goed naar mijn zin. De dagen dat wij werken zijn best wel vermoeiend maar heel anders dan de werkdagen in België. Hier zijn we constant fysiek bezig en dat is toch iets anders dan in België waar ik bijna hele dagen achter een bureau zit. Het blijft voor mij nog wat wennnen en zoeken hoe je best met de kinderen omgaat maar ik merk wel dat het mij beter en beter begint af te gaan. Zoals Nathalie hierboven al zei, ben ik nu ook trainer van de plaatselijke schoolvoetbalploeg. Ik had een keer tegen een van de andere vrijwilligers laten vallen dat ik zelf voetbalde en die had dat doorverteld tegen een van de kinderen en zo is de bal aan het rollen gegaan. Afgelopen zaterdag heb ik dus mijn eerste training mogen geven en volgende week begint het scholenkampioenschap waaraan 400 scholen van Kathmandu meedoen. De ploeg bestaat uit 18 kinderen tussen de 12 en 16 jaar waarvan er 12 in het weeshuis zitten. Het veld waarop ze trainen is gewoon een braakliggend stuk grond waar ze met twee stenen een goal maken. Niet iedereen heeft ook voetbalschoenen, sommigen spelen zelfs met twee verschillende schoenen waarvan een iemand zelfs bladeren achteraan een van de schoenen stak omdat die anders te groot was. Ik dacht al onmiddellijk om een paar ballen en iedereen nieuwe voetbalschoenen te kopen, maar Wim heeft mij dan toch wat ingetoomd. De school en het weeshuis kopen allebei 2 ballen en met de schoenen gaan we nog even wachten want de andere ploegen zullen er waarschijnlijk ook zo bijlopen en anders zouden zij er wat bovenuit steken wat ook niet de bedoeling is. Ah ja, ook nog grappig, een van de spelers vroeg of ik in België bij de nationale ploeg speelde. Ik weet alleen niet meer of dat was voor of na hij mij had zien spelen :).

Zaterdag 7 mei

Aangezien Kathmandu nogal lawaaierig is, houd ik vooral van de ochtenden. Ik ben meestal wakker tegen een uur of 7. Gunther komt tussen 9u30 en 10u boven water.
Vanmorgen was dat niet anders. Ik vind het echter puur genieten om die paar uurtjes voor mezelf te hebben. Soms schrijf ik wat voor de blog, lees ik wat of doe de was. En natuurlijk maak ik ook het ontbijt klaar. Alles is hier vlakbij. Vanmorgen liep ik 500 meter naar de kleine supermarkt voor een blik champignons (de verse zijn niet altijd voorradig), een fles cola en een grote zak toastbrood. Terug op weg naar huis staan er tientallen kraampjes met groenten dus ik sloeg ook nog wat aardappelen en eieren in.
Look en ajuin hadden we nog, dus dat werd alweer een fantastisch roerei met groenten en blokjes aardappel en geroosterd brood. Het leven kan toch zo simpel zijn soms. :)
Het is vooral van die momenten dat ik geniet.
Gisteren hebben we een superlange wandeling gemaakt naar het Kopan klooster waar meer dan 700 monniken en nonnen wonen en er maandelijks retraites worden gehouden waar ook buitenlanders aan kunnen deelnemen. Een beetje zoals ik in Thailand heb gedaan maar hier werken ze blijkbaar maar met halve dagen stiltemeditatie. Het was een zeer grappige ongeorganiseerde wandeling trouwens. Het enige dat we voor ogen hadden was het klooster dat hoog op een berg gelegen is. Het was echter niet meteen duidelijk hoe je daar moest geraken maar blijkbaar maakt dat hier ook niet zoveel uit. ‘When there is no path, you make one’, lijkt me wel een uitspraak die die bij Nepalezen zou kunnen passen. We hebben in velden gezeten, in mensen hun tuin, akkers, noem maar op.

Wat het eten betreft, hebben we hier allesbehalve te klagen. Gunther is nog niet echt fan van de dal bhat (rijst met linzen en bonen) die we dagelijks in het weeshuis te eten krijgen maar ik denk dat hij wat meer tijd nodig heeft om een nieuwe smaak te ontwikkelen.
We hebben verder al ongelooflijk gegeten, zowel oosters als westers. De momo’s zijn Nepalees en lijken op Japanse dimsums of Chinese dumplings. We hebben al springrolls gehad die ipv een bladerdeeg meer van een maisdeeg leken gemaakt te zijn, zacht dus. Gunther heeft een pizza gegeten en gevulde champignons met kaas en pesto en we hebben ook al zelf spaghetti gemaakt, mét verse groenten uiteraard.
Er verschilt voor ons dus ook niet zo wezenlijk veel van thuis omdat ik daar ook al regelmatig Thais of Indisch kookte en vooral het Indische eten veel overeenkomsten vertoont met Nepalees eten. Aan de streetfood hebben we ons nog niet gewaagd maar dat gaat er zeker nog van komen.

We hebben ook een luizenkam gekocht. Dat is weer 1 van de mindere aspecten maar de kindjes van het weeshuis hebben blijkbaar met de regelmaat van de klok last van luizen. En bijgevolg, de vrijwilligers ook. Wij zijn nog safe tot nu toe maar we hebben de kids dan ook nog niet moeten ontluizen, hét risicomoment bij uitstek. Gert heeft ze al gehad en Valerie heeft ze nu opnieuw. Misschien maar een goede zaak dat we allebei onze haren nog hebben laten knippen voor vertrek (merci Kevin ;))

Zo meteen beginnen we weer aan onze late shift van 14u tot 22u en morgenvroeg weer van 6u45 tot 14u. Vandaag wordt normaal gezien een vrij drukke dag want de kinderen hebben geen school. En de kookdidi’s hebben ook vrij op zaterdag wat betekent dat de kinderen hun eigen eten maken. Dat belooft! :)

vrijdag 6 mei 2011

Vrijdag 6 mei, 6u

Kathmandu komt tot leven en ik ook. Het is fantastisch ontwaken samen met de eerste zonnestralen die over de huizen glijden. Vooral als je op een dakappartement woont. Tegenover ons trekt een winkelier zijn luifel omhoog, 300 meter verder krijgt een groep kinderen ochtendgymnastiek op een grasveld, hanen kraaien, vogels kwetteren en de eerste toeters van auto’s en motors weerkaatsen schel door de straten. Enkel de honden zijn eindelijk stil. De nacht is voorbij in Nepal.

We hebben gisterennamiddag onze eerste fikse regen/hagelbui meegemaakt in Kathmandu. Stevig. Dat is het minste wat je ervan kan zeggen. Het regenseizoen nadert dan ook met rasse schreden. Maar we laten het ons (nog) niet aan ons hart komen. Op dit moment is het nog lachen om met je flipflops over de modderstroompjes en tussen de dikke warme regendruppels door te waden. En over flipflops gesproken, Gunther heeft dan toch zijn eerste paar ooit gekocht (ik hoor de mannen van de tennis nu lachen J). Niet met heel veel zin maar wel met het besef dat het veel gemakkelijker werken is in het weeshuis waar je toch om het uur in het water staat, om wat voor reden dan ook.

Tot nu toe gaat het tussen ons heel erg goed als reizend koppel. Hoewel ik besef dat ik ongetwijfeld wat voorbarig ben aangezien we nog geen week hier zijn. :) We blijken allebei mensen die ons makkelijk aanpassen aan een situatie. Hoewel ik meestal degene ben die een situatie naar mijn hand tracht te veranderen en Gunther er veel meer tijd voor nodig heeft of zich de dingen gewoon een stuk minder aantrekt.

Om een stom voorbeeld te geven. Toen we hier aankwamen, bleek dat het licht in het toilet en 1 van de lichten in de woonkamer kapot waren, de WC niet doortrok (dus we spoelen met emmers water) en dat er overal muggen waren in de slaapruimte. De muggen daar heb ik meteen na nacht 1 komaf mee gemaakt door het muskietennet voor de deur te hangen. Wat de lichten betreft, heb ik aan Gunther gevraagd om vandaag eens te kijken of we daar iets aan kunnen doen. Ik heb spijt dat ik op dat vlak niet wat meer kennis heb. Kwestie van me wat meer uit de slag te kunnen trekken als er een probleem is op technisch of sanitair vlak. Misschien weer iets voor een toekomstige cursus? J Maar goed, ik pas me dus wel aan maar alleen als ik weet dat er geen andere optie is, als ik niet MOET. Gunther zei in de week dat hij dacht dat ik thuis niet kon loslaten als ik reisde, mede omwille van het feit dat ik heel onze trip bericht in onze blog. Ik antwoordde daarop dat dat is omdat ik niet moet. Hier IS internet dus waarom zou ik het niet gebruiken? Toen ik twee jaar geleden 10 dagen stiltemeditatie deed op Koh Phangan, gaf ik al mijn persoonlijke bezittingen zonder problemen af en ik heb ze ook geen moment gemist. Zo heb ik vaak de kans om gratis in een luxehotel te slapen. Gunther zegt dan dat dat voor hem allemaal niet hoeft. Natuurlijk hoeft dat niet, maar ga je weigeren als je de kans krijgt? Mijn vader zei ooit dat ik een opportunist ben. Als dat betekent, dat ik de kansen die ik krijg met beide handen aanneem, dan ben ik de grootste die er op de wereld rondloopt. Ik ben altijd van het principe uitgegaan: ‘nee heb je, ja kan je krijgen’. En ik moet in alle eerlijkheid zeggen dat dat me tot nu toe geen windeieren heeft gelegd. Natuurlijk ga je soms keihard op je bek maar dat hoort er gewoon bij. Ik heb al lang geleerd van niets té graag te willen. Immers, hoe harder je aan iets probeert vast te houden, hoe meer het je kan kwetsen. Het is beter om van iets te dromen en te trachten je dromen te realiseren als de juiste omstandigheden zich stellen, dan je erop vast te pinnen.

Van lange reizen wordt vaak gezegd dat je zwaar geconfronteerd wordt met jezelf. En ja, dat klopt. Dat had ik al eerder op de reizen naar Thailand en nu ook weer. Je kan je afvragen of dat überhaupt mogelijk is na een week maar de tijd verloopt gewoon heel anders hier. Eén dag lijken er soms drie. En dat is omdat je zoveel nieuwe indrukken tegelijk opdoet.

Terug naar de zelfreflectie dus. Gunther is zoals altijd mijn spiegel. Op een of andere manier weerkaatst hij de stukken van mijn persoonlijkheid waar ik nog werk aan heb. Op dit moment zijn dat mijn drukte en gebabbel. Doordat we in een onbekende omgeving zijn terecht gekomen, valt het meer dan eens op hoe introvert, rustig en afwachtend Gunther is en hoe extravert, ongeduldig en impulsief ik ben. Dat is daarom geen slechte zaak natuurlijk. Op die manier is er evenwicht. Ik ben nu eenmaal iemand die het voortouw moet nemen. Maar soms is het zelfs voor mij vermoeiend en zou ik willen dat ik wat rustiger kon zijn zoals Gunther. De dingen meer laten bezinken, afwachten hoe iets zich vanzelf oplost, …

Ik ben er de afgelopen week dan ook een paar keer onzeker over geweest. Voornamelijk omdat Gunther me na de eerste avond in het weeshuis confronteerde met het feit dat ik zo extravert ben. Sindsdien ben ik er iets meer op gaan letten dat ik niet constant het woord neem of mensen onderbreek in mijn enthousiasme.

Ik heb er effectief nog wat problemen mee dat veel mensen denken dat ik het voor het zeggen heb in de relatie of dat ik Gunther ‘overheers’, alleen omdat ik zo mondig ben. Het tegendeel is echter waar. Als er iemand is die me op mijn plaats kan zetten en bij kan sturen, is hij het wel. Belachelijk eigenlijk dat ik me op dat vlak wel nog aantrek wat mensen denken maar laten we zeggen dat Gunther my blind spot is en dat dat waarschijnlijk de reden is :)

Bij nader inzien blijkt de reis dus toch wel weer een stukje een aanvaardingsproces te worden. Dat het gewoon is zoals het is en dat ik daar vrede en rust in moet vinden. Van een contradictio in terminis gesproken… :)

donderdag 5 mei 2011

Donderdag 5 mei, 14u

We hebben er net onze eerste twee shifts opzitten. Gisterennamiddag om 14u begonnen tot 22u. Vanmorgen opnieuw om kwart voor 7 tot een half uur geleden.

Waar moeten we beginnen?

Zoveel te vertellen. We zijn er nog maar 4 dagen en het lijkt alsof we hier al weken zitten. Nu, dat heb je natuurlijk wel vaker in het buitenland maar ook de kinderen in het weeshuis hebben zich meteen aan ons aangepast. Alsof het nooit anders is geweest.

We hebben op twee shifts al onwaarschijnlijk grappige dingen meegemaakt als wel getuige mogen zijn van supermooie momenten. Er zijn een zestal kleintjes van 2 tot 6 jaar, die vrijwel constant rond ons hangen, opgepakt willen worden, willen knuffelen, …

Sulab is bijna 3 en een onwaarschijnlijke knuffelaar, die altijd wil vastgehouden worden en meteen zijn hoofdje in je nek legt. Vijay is een jaar of drie en trekt constant gekke bekken. Hij deed gisteren een vismondje tegen mij. Ik deed het terug waarop hij me prompt vol op de mond kuste. Hartenbrekers zijn het. Manis is ook een jaar of drie en compleet verslingerd aan Gunther. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ook de kleine jongens zijn een geweldige groep, van een jaar of 6 tot 10.

De kinderen hebben allemaal een vast schema voor wanneer welke groep moet douchen, de beddenlakens ververst worden, wie de kamers moet kuisen etc.

We hadden gisteren dus al meteen grote pret omdat de kleine jongens moesten douchen. Er stonden bijgevolg een zevental kleine apen gezamenlijk onder de douche te schuiven, te springen en te glijden. Een voor een kwamen ze onder de straal uit zodat we hun haren konden inzepen en hun rugjes wassen en dan glibberden ze weer verder. Ook het tandenpoetsritueel was hilarisch. Er lagen een 70-tal tandenborstels met de namen erop langs elkaar uitgestald waarop iedereen langs kwam met zijn borstel en wij de tandpasta erop deden. De kleintjes kropen vervolgens op de lavabo en zaten gehurkt langs de kraan hun tandjes te poetsen en in de spoelbak te spuwen terwijl de oudere kinderen er gewoon rechtop voor stonden.

Ze gaan dan ook op een ongelooflijk tolerante manier met elkaar om, al deze leeftijdsgroepen. Er zijn er in principe 4. De baby’s die samen op een kamer liggen. Dan de kleine meisjes en de kleine jongens, leeftijd 6-10, de middelgrote meisjes en jongens, leeftijd 10-14 ongeveer en de grote meisjes en jongens, leeftijd 14 tot 18, hoewel de leeftijden elkaar ook al eens durven overlappen.

Het weeshuis is een ontzettend groot gebouw met op de gelijkvloers de speelplaats, de eetzaal, de keuken, de naaikamer en de waszaal. Op het eerste verdiep slapen de baby’s en de didi’s. Op de tweede verdieping slapen al de meisjes, op de derde verdieping slapen alle jongens, op de vierde verdieping is nog een extra kamer voor de allergrootste meisjes, alsook de kamer van Wim en Dinesh en op de dakverdieping is Wim zijn living, of eigenlijk meer nog de verzamelruimte waar de vrijwilligers voor en na de uren samenkomen voor koffie en een babbel.

Ah, voor ik het vergeet, hier zijn we dus Nathalie didi (grote zus) en Gunther dai (grote broer), hoewel dat bij Gunther meestal iets als Gunthel klinkt. :)

Terug naar de shifts. De taken voor een namiddagshift zijn voornamelijk de tafels klaarmaken voor het avondeten, de kleintjes van school halen, de kinderen uit hun uniformen helpen en andere kleren aandoen, de kleertjes helpen wassen, de kleintjes helpen eten, medicijnen uitdelen, de baby’s naar bed doen en nachtpampers aandoen, de kleine jongens helpen douchen, de kleine jongens en meisjes voorlezen voor het slapengaan…

De ochtendshift zorgt ervoor dat de persoonlijke bakken van de kinderen onder de bedden worden uitgehaald. Dat degene die nieuw beddengoed moeten hebben, dat ook krijgen. Alles klaarzetten om te eten en daarna de tanden te poetsen, de kleintjes helpen eten, hun uniformpjes helpen aandoen, alle haren van de meisjes in staartjes of vlechten doen en de kleintjes naar school brengen.

Dan hebben we even vrije tijd maar tegen kwart voor 1 worden de kleintjes terug van de school gehaald voor een middagsnack en terug naar school gebracht (die overigens nog geen kilometer verder ligt).

Wat ons vooral raakte is dat de kinderen zo onwaarschijnlijk zelfstandig zijn en dat zie je al meteen bij de kleine jongens en meisjes. Gisteren moesten de kleine jongens douchen maar dat betekent ook dat ze meteen daarna hun kleren moeten wassen. Wij dus allemaal naar de wasruimte op de gelijkvloers alswaar die kleine mannen hun kleren op de grond gooien en ze te lijf gingen met zeep en borstels. Ongelooflijk straf gewoon. Net zoals die driejarigen die allemaal zelfstandig plassen en hun tanden poetsen. Ook voor de kamers bestaat er een beurtrol. Dat betekent dat vanaf een jaar of 6 iedereen beurtelings verantwoordelijk is voor de groepskamer waarin hij of zij slaapt en deze om de zoveel weken moet borstelen en dweilen. ’s Morgens brengen de kinderen zelf hun vuil beddengoed naar de hoop was op de eerste verdieping. Ze gaan zelf hun eten halen in de keuken en brengen ook de afwas terug.

Ik besef meer en meer hoe ontzettend verwend de westerse kinderen eigenlijk zijn, als je dat vergelijkt met hier.

We hebben onze eerste shifts meegedraaid met Wim en dat was ontzettend leerrijk. Hij heeft ons ook al wat meer verteld over de achtergrond van sommige kleintjes. Er zijn er veel van wie 1 of beide ouders alcoholici zijn en er werden er meer dan 1 gewoon op de straat gevonden. Er is ook 1 zwaar mentaal en lichamelijk gehandicapt meisje bij, Priya genaamd. Ik moest daar gisteren al meteen de pamper van verversen. Met stip het minst plezante moment tot nu toe. Maar soit, het hoort erbij en we passen ons aan.

Vanmorgen overigens grote hilariteit in onze slaapkamer. Ik was nog geen 10 minuten wakker toen ik iets ter grootte van een golfbal op 15 centimeter van mijn armrichting muur zag lopen. Ik schrok me kapot maar kon niet zien wat het was.

Even later hoor ik Gunther keihard lachen omdat er blijkbaar een muis over Gerts hoofd liep. Gert wakker, Valerie wakker, lachen dus! Het was iets minder grappig toen er even later ook een kakkerlak zo groot als een pingpongbal vanuit onze kamer naar buiten liep. Dat was meteen de eerste keer dat de boeddhist in Gunther niet protesteerde toen ik er een baksteen op zette :)

Ik ga bij deze eindelijk Gunther een keer aan het woord laten om zijn ervaring te delen… Ik ben zelf ook benieuwd :)

Ik heb zonet Nathalie haar relaas gelezen en eigenlijk valt er niet meer veel aan toe te voegen, want zoals jullie wel al gemerkt zullen hebben is zij altijd vrij uitgebreid met haar verhalen ;)

Ik kan alleen maar zeggen dat buiten het ochtendincident waarbij bleek dat wij nog een aantal kamergenoten hebben ik hier alles geweldig vind en hoewel de voorzieningen en luxe (als die er al is) hier zeer beperkt zijn stoort het mij totaal niet en heb ik er mij al aan aangepast.

Nog een grappig moment van deze morgen was wel toen Gupta (een meisje van 2,5 jaar) zei dat ze pipi moest doen. Ik dan ook met haar naar het toilet waar ik haar onderbroek naar beneden deed en zij gewoon begon te plassen waar zij stond in het midden van het toilet. Maar goed dat de toiletten meerdere keren per dag gekuist worden J. Even daarvoor had ik ook al het zoontje van één van de vrouwen die in het weeshuis werkt laten vallen, eigenlijk niet echt laten vallen maar ik ging er op letten en terwijl ik naast hem zat viel hij opeens van een bank af met zijn hoofd op de grond. Ik heb dus nog wat bij te leren, maar we zijn hier nog maar pas dus denk wel dat ik na 2 maanden zal doorhebben hoe kinderen werken :)

dinsdag 3 mei 2011

Woensdag 4 mei 2011

Het moet hier een uur of 8-half 9 zijn. Ben opgestaan om 7 uur, na weer een zeer korte nacht. Het lukt me nog niet goed om in te slapen. De warmte, de muggen, het lawaai en misschien ook het feitvdat je met 2 vreemden extra op een kamer slaapt? Ik weet het niet goed.

We hebben gisteren een beetje geMcGyverd en ons muskietennet gemakkelijkheidshalve voor de deur en het raam van de slaapkamer gehangen maar natuurlijk zaten er nog een paar van die mofo’s binnen. Ik wilde ze eerst vangen maar ze zijn onmogelijk te zien tegen de groene achtergrond van de muren.

Gisterenavond was nog heel leuk. We zijn eerst gaan eten in een restaurantje in een zijstraatje van de grote stoepa. Green Garden terrace of zoiets, als ik het me goed herinner. Super gezellig en lekker weg van de drukte op straat. We lieten ons een beetje gaan want alles leek zo lekker dus uiteindelijk zaten we voor een bord rijst met groenten, twee spring rolls met ei, een bord gestoomde momo’s met groenten én een bord gefrituurde momo’s met groenten en kaas. Overvloed in alle vormen met daarbij een liter fles San Miguel bier. En dat kostte ons welgeteld 705 rupees, oftewel iets van een 7 euro. Wat hebben wij westerlingen toch een luxeleven hé!

Daarna zijn we naar het Flavours café gegaan voor een koffie, een plaats waar we ongetwijfeld meermaals ter week zullen te vinden zijn vanaf nu, want lekkere organische koffie, bananenlassi’s (is een soort yoghurtdrink met vers fruit, een beetje zoals een milkshake) en … wireless free internet! Jeuj! :)

En wat bleek nog toen we de menukaart van naderbij bestudeerden: ze hebben hier Tom yam kung en … Pad thai!!! Hoera!!!! Nu alleen nog hopen dat het lekkere is. Maar mijn dag kon alvast niet meer stuk. Oké, het zijn Thaise gerechten maar het zijn wel mijn Thaise lievelingsgerechten aller tijden!

Daarna naar huis gewandeld door de nagenoeg verlaten en onverlichte straten van Kathmandu. Gunther met zijn zaklamp in de aanslag want die doet het in zijn broek omdat hier naar het schijnt een pak ratten rondlopen (die we tot nu toe nog niet gezien hebben). Ik heb er zelf niet echt bang van. Ik word meestal zenuwachtig als mensen langs of rond mij zenuwachtig beginnen doen :D

Gunther is meteen zijn bed ingekropen. Ik heb nog wat gelezen in de woonkamer en daarna ook (proberen te) gaan slapen. Deze nacht nog twee keer naar het WC moeten gaan. Echt rot want een heel gedoe. In het donker heel voorzichtig door de kamer sluipen om niemand wakker te maken. Dan de wenteltrap naar boven het dak open en met een zaklampje je ding doen want het licht is daar ook stuk. Dan afvegen en het papier in een apart emmertje gooien en wat water in een emmer laten lopen want de WC trekt niet vanzelf door. Wat zei ik eerder over een luxeleventje?

Soit, weinig geslapen dus en vanmorgen alweer om 7 uur wakker. Gunther lag nog diep in slaap dus die heb ik maar met rust gelaten. Ben jaloers dat het slapen hem een stuk beter af gaat dan mij. Hoewel dat thuis ook al altidj zo is. Gert en Valerie waren al vertrokken want die hadden de vroege vandaag en dat betekent dat die tegen kwart voor 7 zoiets in het weeshuis moeten staan om de kinderen uit het bed te halen.

Ik ben me dan maar gaan douchen of tenminste een poging tot. Het was eerder een emmertje vullen met zeepsop en je dan inzepen en dan daarna met een kommetje koud water naspoelen. Deed me denken aan mijn meditatie 10-daagse in Thailand 2 jaar geleden. En ok, het is niet zo aangenaam die eerste klets koud water op je slaperige lijf maar je voelt je daarna eens zo goed. Daarna heb ik onze eerste was gedaan. Ze hebben hier van die teiltjes waarvoor ik twee kannen met water heb laten koken en de rest heb bijgevuld met koud water. Ging allemaal heel goed. Met de borstel erover en een paar uurtjes laten trekken. Ook iets wat ik al gewend was van in Thailand en wat ik, hoe raar het ook klinkt zelfs aangenaam vind om te doen. Om de een of andere reden brengt het wassen van kleren met de hand in een teiltje mij tot rust. Al zie je het mij thuis niet doen natuurlijk. :)

Daarna ben ik naar de winkel hier tegenover gegaan en ben ik wat eieren, sjalotjes en tomaatjes gaan halen en heb mezelf een flinke omelet gebakken. Kopje oploskoffie en stukje kaas erbij en een snee toastbrood nog ff in de warme pan. Klaar. Het leven hoeft niet moeilijker te zijn als dat, toch?

Intussen loopt het tegen de 9 uur, of tenminste dat denk ik toch. Ik ben er klaar voor en Gunther moet nog beginnen. Ik moet zo meteen eens gaan zien of die niet stiekem gestorven is ofzo. Niet zo veel anders als thuis dus. Die kerel kan een stukske slapen! Just een marmot!

Ik dacht hem nog ontbijt op bed te gaan brengen maar aangezien de laatste twee nachten zo de hel zijn geweest, denk ik dat zijn rust nu ietske belangrijker is. Hoop dat ik het er vannacht ook een beetje beter vanaf breng.

Vandaag draaien we onze eerste shift mee. Van 14u tot iets van een 22u en morgen de vroege van 7u tot 14u daarna hebben we drie posten vrij. Dus dat betekent dat we vanaf morgen 14u vrij hebben tot zaterdag. Of tenminste, zo had ik het begrepen. Straks eens checken.

We hebben al afgesproken dat we van zodra we terug vrij hebben ook eens echt de stad intrekken, richting Thamel enzo want nu zitten we eigenlijk een stuk buiten de echte stadskern.