vrijdag 15 juli 2011

Zaterdag 16 juli

Na de walvistocht konden we eindelijk onze rit verder zetten. We hadden besloten om onze volgende stop in Bellingen te houden, een beetje terug het binnenland in. We hadden echter gelezen in onze gids dat het een hippiestadje was en dat intrigeerde ons wel. Spijtig genoeg was daar echter niets van te merken eens we daar waren. De horse & carriage tour die we ter plaatse dachten te doen, was zelfs al een jaar geleden afgeschaft. We verbleven echter wel op de vreemdste camping tot nu toe: de ‘showground’ van Bellingen. Het is me nog steeds niet helemaal duidelijk wat daar precies gebeurt maar het moet iets met paarden zijn. We verbleven maw langs een groot terrein dat er uitzag als een piste met een aantal stallen etc. Geen echte camping dus zoals ervoor maar er waren wel douches en toiletten dus meer hadden we niet nodig.
We hebben de rest van de dag dan ook niets meer speciaals gedaan, buiten door de hoofdstraat gewandeld, waar de gevels van de winkels er effectief nog uitzien zoals 200 jaar geleden. Het leek soms een beetje alsof je door een filmdecor wandelde! ☺
Onze volgende nacht brachten we op een camping in Byron Bay door maar daar kan ik ook zo goed als niets over zeggen want we liepen achter op schema dus moesten een beetje beginnen doorrijden. Wat we wél nog deden, was een aantal watervallen bezoeken op de route en we hielden halt bij The Crystal Castle. Een aangelegde tuin met kristallen en prachtige handgeschepte afbeeldingen van de Indische goden Vishnu, Ganesh, Laksmi, Buddha, … Even lekker genieten in de natuur. Hoewel natuur? We hadden eigenlijk nog niks anders gezien! ☺ Ik werd het op een bepaald moment zelfs kotsbeu dat Gunther zich aan het amuseren was met de 90 graden bochten door de regenwouden, die kilometerslang kronkelden achter elke 30 meter, waarvan je net niet wagenziek werd. Ik ben dan maar zelf achter het stuur gekropen for my part of the fun ☺

Zoals jullie lazen in de vorige blog, was het ook al een behoorlijk avontuur om effectief de ‘rug’ van een bultrug te zien te krijgen. Groot was dan ook onze verbazing toen we hoorden dat je ze op dezelfde afstand vanaf de kade kan zien in Point Danger in Coolangatta/Tweed Heads. Maar ik loop vooruit op de zaken.
Ik wilde kost wat kost tijdens onze trip Maike terugzien, mijn klasgenote van meer dan 10 jaar geleden in de hogeschool van Genk. Zij had een vijftal jaar geleden haar boeltje gepakt in Nederland en was naar Sydney getrokken voor werk. Ergens kort daarna kwam ze Caleb tegen, een ‘echte’ Aussie surf boy en het was dikke mik. Een tijd daarna verhuisde ze naar Caleb zijn stek in de buurt van Coolangatta en daar leven ze nu al een hele poos samen. Naar eigen zeggen zonder elektriciteit en bijgevolg zonder warm water, helemaal back to basics dus.
Anyway, op dit moment waren ze op het huis van Calebs moeder aan het passen dat dichter bij Coolangatta lag, dus spraken we daar af om iets te gaan eten.
Supergezellig, eerst een dikke pint in het Coolangatta Hotel en daarna een paar heerlijke sushi in de O’Sushi een paar meter verder. Het waren bijgevolg ook Maike en Caleb die ons wiste te vertellen dat we de volgende morgen naar Point Danger moesten gaan.
And so we did! Ontbijt in het café daar. Zag er beter uit als het smaakte for once en daarna zalig een uur lang over het water turen. En al dat wachten werd effectief beloond ook. We moeten zeker een 10-tal ‘spuiters’ hebben gezien. Hoewel de meeste wel nog zo waren dat je enkel het water zag opkomen, hebben we er toch nog eentje van even ver gezien als vanop de boot en zelfs een tweetal keer zien opspringen, wat echt fantastisch was. We zagen ook nog een dolfijn vanop een afstand dus dit was voor ons echt wel 1 van de hoogtepunten van de reis. Waar krijg je immers nog de kans op dieren écht in het wild te zien?

Vanaf Coolangatta zijn we dan verder gereden naar Brisbane. Eindelijk terug in een grote stad.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten